Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Wormerland ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand.

Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.

De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de beschikbare weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het ratio weerstandsvermogen en de kengetallen.

Risicomanagementbeleid 
Het beleid (uitgangspunten en werkwijze) dat wij voeren ten aanzien van risicomanagement staat in het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen Wormerland. Goedgekeurd door de raad van Wormerland d.d. 29 juni 2021 (RV-nummer: 2021/24). 

Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en control cyclus. Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen/managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen. Het risicoprofiel van de gemeente is namelijk dynamisch. Er doen zich nieuwe risico’s voor en risico’s verdwijnen of verminderen in omvang (gevolg en/of kans van optreden).

Wat is weerstandsvermogen?
Risicomanagement en het weerstandsvermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Het doel van het hebben van weerstandsvermogen is dat er een buffer aanwezig is om de financiële tegenvallers op te vangen zodra risico’s werkelijkheid worden. Kortom: weerstandsvermogen is het vermogen om risico’s te kunnen dekken. 

Het weerstandsvermogen kan afgebeeld worden als onderstaande weegschaal: 

Risico-inventarisatie 
We hebben de risico’s systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Er zijn 27 (begroting 2022: 17) risico’s in beeld gebracht. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x gevolg) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg. Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). 

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

De risicokaart
Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kansen impact, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

De gemiddelde risicoscore voor de gemeente is 7,3 (begroting 2022: 4,7). De gemiddelde risicoscore is verslechterd door verhoogde impact (inflatie/energiekosten en openeinderegelingen) en verhoogde kans (bepaalde risico’s worden duidelijker/realistischer). 

Risico top 10

Terug naar navigatie - Risico top 10

In de hiernavolgende tabel geven we de top 10 risico’s van de gemeente Wormerland weer, gerangschikt naar financiële impact. Het percentage geeft in grote lijnen de weging van het betreffende risico aan t.o.v. het totaal aan risico’s.

Top 10 Risico Programma Toelichting Financieel 2023 Score 2023 Financieel 2022 Score 2022
1 Zaanbrug Leefomgeving Door hoge inflatie stijgen de bouwkosten van de Zaanbrug. Dit zijn kosten die contractueel terecht komen bij de gemeenten Wormerland en Zaanstad. Voorheen werd gerekend met een indexeringspercentage van 2%. Voor 2022 is dit omhoog bijgesteld naar 6%. Desondanks is niet uitgesloten dat de daadwerkelijke indexering over 2022 hoger uitvalt dan 6%. De definitieve indexering over 2022 wordt verwerkt in 2023. Daarom nemen we voor 2023 een extra risico op van €300.000 voor een mogelijk hogere indexering over 2022. €1.000.000 20 € 700.000 20
2 Aandeelhouderschap HVC Bestuur en organisatie Gemeente Wormerland is partner van de gezamenlijke regeling Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken (VVI). Vanuit de VVI is de NV HVC opgericht. Hierdoor is er minder directe bestuurlijke invloed. Het is mogelijk dat Wormerland financieel wordt aangesproken indien HVC onverhoopt in financiële problemen komt. Wormerland staat namelijk mede garant voor de door HVC aangetrokken langlopende geldleningen en eventuele verliezen. € 294.579 4 € 272.810 4
3 Weerstandscapaciteit OVER-gemeenten Bestuur en organisatie De GR Over-gemeenten heeft een lage weerstandscapaciteit. Bij risico's die de organisatie niet zelf kan dragen komt 62% van het meerdere voor rekening van Wormerland. € 201.875 3 € 155.000 3
4 Juridische procedures Bestuur en organisatie Er lopen medio 2022 een aantal juridische procedures op meerdere terreinen. Hier kan een mogelijk financieel effect door ontstaan. Op dit moment dat dit het geval is zullen wij de gemeenteraad inlichten en betrekken bij de besluitvorming. € 200.000 9 € 50.000 6
5 Algemene uitkering (AU) Bestuur en organisatie Bij de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds wordt de “samen trap op/samen trap af” systematiek gehanteerd. Als de rijksuitgaven dalen, daalt de Algemene Uitkering voor de gemeente mee en vice versa. Uit ervaring blijkt dat dit zowel negatieve als positieve effecten kan hebben voor de gemeente. € 200.000 9 € 400.000 12
6 WMO lopende voorzieningen Sociaal Domein Regionale inkoop Wmo voorzieningen (trapliften, hulpmiddelen, dagbesteding, huishoudelijke hulp, begeleiding) zullen fors in pprijs gaan stijgen door inflatie en effect van krapte op de arbeidsmarkt. € 200.000 12
7 Gemeentegaranties Bestuur en organisatie Het huidige beleid van de gemeente is om geen garanties op geldleningen meer te verstrekken tenzij er zwaarwegende belangen zijn waarbij het verstrekken van een garantie toch gewenst is. Wormerland staat nog (gedeeltelijk) garant voor in het verleden verstrekte leningen van derden. Naast het hierboven beschreven risico van de garantstelling voor leningen afgesloten door de HVC, staan we garant voor leningen van het verenigingsgebouw, een zorgcentrum en de Veiligheidsregio. Hoewel we hier in het verleden nog nooit een nadeel door hebben ervaren, bestaat er een risico dat één van de partijen niet aan zijn verplichtingen kan voldoen en de gemeente op de garantstelling wordt aangesproken. € 185.920 6 € 209.338 6
8 Leerlingen- + WMO-vervoer Sociaal Domein De kosten van leerlingenvervoer en WMO-vervoer worden gefinancieerd op basis van een openeinderegeling. Het aantal kinderen/mensen dat gebruik maakt van de regeling is onvoorspelbaar en varieert per (school)periode. Deze open einderegeling in combinatie met de aanbesteding in 2022 met hogere tarieven als gevolg zijn een risico voor Wormerland. € 150.000 12 € 54.000 6
9 Energieprijzen gebouwen Sociaal Domein De gemeente koopt samen in met andere gemeenten. De prijzen, vooral de gasprijzen zullen zeer fors stijgen. € 150.000 15
10 Toenemende en onbeheersbare kosten Jeugdzorg Sociaal Domein De kosten van de Jeugdzorg stijgen en kennen een openeinde financiering. Ingezette beheersmaatregelen leiden pas op langere termijn tot resultaat. Individuele casussen kunnen leiden tot zeer hoge kosten en zijn vaak niet te voorzien. € 125.000 12 € 125.000 12

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Wormerland kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren. De benodigde weerstandscapaciteit berekenen we met een risicosimulatie. 

Berekening van de benodigde weerstandscapaciteit verslagjaar 2023
Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt € 3.702.374, waarvan € 815.000 met een structurele consequentie. De benodigde (berekende) weerstandscapaciteit voor 2023 bedraagt € 5.691.891.

Berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit verslagjaar 2023
De verwachte omvang van de algemene reserve bepaalt de beschikbare weerstandscapaciteit. 

   

Omvang Algemene Reserve per 1 januari 2022

€ 3.186.308

Resultaatbestemming jaarrekening 2021

€ 27.438

Versterken Weerstandsvermogen (2022)

€ 750.000

Versterken Weerstandsvermogen (2023)

€ 250.000

Actueel begrotingssaldo 2022 (na VJN'22)

-€ 150.246

t.b.v. (inc.) budget gezinscoaches 2022

-€ 150.000

Voorschot budget opvang vluchtelingen Oekraïne

-€ 250.000

Omvang van de post Onvoorzien

€ 26.117

Verwachte weerstandscapaciteit per ultimo 2023

€ 3.689.617

 

Ratio weerstandsvermogen
In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de twee componenten om het ratio weerstandsvermogen van Wormerland te bepalen. De benodigde weerstands-capaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

    Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio Weerstandsvermogen  = ______________________________________
      Benodigde weerstandscapaciteit

Beoordeling ratio weerstandsvermogen
De ratio kan aan de hand van onderstaande tabel (weerstandsnorm) worden beoordeeld. 

Ratio Waardering Betekenis
> 2 A Uitstekend
1,5 - 2,0 B Ruim voldoende
1,0 - 1,5 C Voldoende
0,8 - 1,0 D Matig
0,6 - 0,8 E Onvoldoende
< 0,6 F Ruim onvoldoende

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,5. 
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2023, in totaal € 3.689.617,-. 
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit € 5.691.891 dan is de ratio voor Wormerland 0,6 (begroting 2022: 0,9): wat betekent dat de weerstandscapaciteit onvoldoende is.

Versterken weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit)
De hoogte van de Algemene Reserve is gerelateerd aan het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiermee wordt bedoeld de relatie tussen de gekwantificeerde risico’s en het eigen vermogen en de mate waarin de gemeente in staat is om de geprognosticeerde risico’s op te vangen. Hoe hoger de omvang van de Algemene reserve, hoe beter de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen. De Algemene reserve kan worden verhoogd door toevoegingen aan deze reserve. Gelet op de aaneensluitende periodes van bezuinigingen op de begroting, is het haast onmogelijk om een positief jaarrekeningresultaat te bereiken. De Algemene reserve moet dus met name worden gevoed met incidentele opbrengsten, zoals meevallers in Algemene Uitkering (Meicirculaire 2022). 

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Uitbreiding BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten)

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) worden deze onderstaande financiële getallen opgenomen. Deze moeten meer zicht geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

 

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000)

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

 

Jaarrekening 

Begroting 

 Meerjarenbegroting 2023-2026

 

2021 

2022

 2023

2024

2025

2026

A Vaste schulden € 15.347 € 17.286 € 28.131 € 27.775 € 29.485 € 30.130
B Netto vlottende schulden   € 4.190   € 800 € 300 € 300 € 300 € 300
C Overlopende passiva € 2.383 € 500 € 1.000 € 1.000 € 500 € 500
D Financiële activa (incl. verstr. len.) € 4.768 € 4.072 € 4.251 € 3.986 € 3.719 € 3.487
E Uitzettingen < 1 jaar € 7.390 € 1.500 € 2.700 € 3.500 € 4.000 € 3.500
F Liquide middelen € 451 € 306 € 336 € 1.145 € 1.631 € 489
G Overlopende activa € 437 € 2.200 € 3.000 € 3.000 € 4.000 € 4.000
H Totale baten (excl. mut. reserves) € 40.312 € 39.686 € 45.132 € 43.732 € 45.661 € 44.714
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/Hx100% 22%
26% 42% 40% 37% 44%

 

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

 

Jaarrekening

Begroting

Meerjarenbegroting 2023-2026

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

A Vaste schulden € 15.347 € 17.286 € 28.131 € 27.775 € 29.485 € 30.130
B Netto vlottende schulden   € 4.190  € 800 € 300 € 300 € 300 € 300
C Overlopende passiva € 2.383 € 500 € 1.000 € 1.000 € 500 € 500
D Financiële activa (excl. verstrekte leningen) € 803 € 803 € 803 € 803 € 803 € 803
E Uitzettingen < 1 jaar € 7.390 € 1.500 € 2.700 € 3.500 € 4.000 € 3.500
F Liquide middelen € 451 € 306 € 336 € 1.145 € 1.631 € 489
G Overlopende activa € 437 € 2.200 € 3.000 € 3.000 € 4.000 € 4.000
H Totale baten (excl. mutaties reserves) € 40.312 € 39.686 € 45.132 € 43.732 € 45.661 € 44.714
(A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% 32%  35% 50% 47% 43% 50%

 

Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000)

31-12-2021

31-12-2022

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

 

 Jaarrekening

Begroting 

Meerjarenbegroting 2023-2026

 

 2023

2022

2023

2024

2025

2026

A Eigen vermogen

€ 16.119

 € 16.381 € 19.064 € 20.236 € 22.643 € 20.665
B Balanstotaal € 44.629   € 41.732 € 57.163 € 57.680 € 61.024 € 59.398
Solvabiliteit (A/B) x 100%  36%  43%  33%  35% 37% 35%

 

Kengetal grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Wormerland geen sprake meer van boekwaarden van grondexploitaties. De kengetallen zijn vanaf 2016 dan ook 0%.

Kengetallen grondexploitatie

(bedragen x € 1.000)

31-12-2021 

Jaarrekening

2021

31-12-2022

Begroting

2022

31-12-2023 

Begroting

2023

31-12-2024

Begroting

2024

31-12-2025

Begroting

2025

31-12-2026

Begroting

2026

A Niet in exploitatie genomen bouwgronden

€ 0  € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
B Bouwgronden in exploitatie € 0    € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
C Totale baten (exclusief mutaties reserves) € 40.312  € 39.686 € 45.132 € 43.732 € 45.661 € 44.714
Grondexploitatie (A+B)/C x 100%  0%  0%  0%
0% 0% 0%

 

Structurele exploitatieruimte

Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte

(bedragen x € 1.000)

31-12-2021

Jaarrekening

2021

31-12-2022

Begroting

2022

31-12-2023

Begroting

2023

31-12-2024

Begroting

2024

31-12-2025

Begroting

2025

31-12-2026

Begroting

2026

A Totale structurele lasten

€39.040  € 39.615 € 43.817 € 42.817 € 43.098 € 44.001
B Totale structurele baten € 39.654    € 39.686 € 45.132 € 43.732 € 45.661 € 44.714
C Totale structurele toevoegingen aan reserves € 650  € 199 €0 € 0 € 0 € 0
D Totale structurele onttrekkingen aan reserves € 1.807  € 366 € 27 € 318 € 318 € 318
E Totale baten (exclusief mutaties reserves) € 40.312  € 39.686 € 45.132 € 43.732 € 45.661 € 44.714
Structurele expl.ruimte ((B-A)+ (D-C))/E x 100%  4%  1%  3%
4% 6%

2%

 

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde van het jaar daarvoor en dit uit te drukken in een percentage. Voor de berekening van de meerjarige belastingcapaciteit is vanaf 2024 doorgerekend met het voor 2023 gehanteerde inflatiepercentage (2,2%) en de reguliere extra tariefstijging vanuit het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) van 2%.

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Jaarrekening

2021

Begroting

2022

 Begroting

2023

Begroting

2024

Begroting

2025

 Begroting

2026

A OZB-lasten gezin bij gem. WOZ-waarde *)

€ 367 € 373  € 381 € 389 € 398 € 407
B Rioolheffing gezin € 243 € 251 € 262 € 273 € 285 € 297
C Afvalstoffenheffing voor een gezin € 336 € 279 **€ 285 € 291 € 298 € 304
D Evt. heffingskorting            
E Totale woonlasten gezin bij gem. WOZ-waarde € 946
€ 903
€ 928  € 954  € 980 € 1.008

F Woonlasten landelijk gem. gezin t-1

€ 773 € 811  € 904 € 924 € 944 € 965
 Woonlasten t.o.v. landelijk gem. jaar ervoor (E/F) x 100%  122% 111%
103% 103%
104%
104%

*) Bij de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde, tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.  

**) Vanaf 2022 geldt het variabele afvalstoffenheffingstarief. Het tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de (ondergrondse) container voor restafval (hoogbouw). Daarmee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. In de begroting wordt de benodigde opbrengst bepaald naar aanleiding van de prognose van de werkelijke kosten. Het streven is een kostendekkend tarief. In de Tarievennota welke jaarlijks op de raadsagenda staat in december, volgt besluitvorming over de geldende tarieven voor het komende jaar. Voor het begrotingsjaar 2023 zijn de tarieven dus nog niet definitief.

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Alle kapitaalgoederen moeten worden onderhouden. De onderhoudsstatus bepaalt de kwaliteit van het voorzieningenniveau. Deze paragraaf beschrijft welke werkzaamheden in 2023 worden uitgevoerd en vormt daarmee een dwarsdoorsnede van de begroting.

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

In onderstaande tabel zijn de van belang zijnde gegevens per kapitaalgoed weergegeven:

Categorie

Beleidskaders

Niveau1

Looptijd2

Cons?3

Raming 2023

t.l.v. exploitatie/voorziening

Raming volledig4

 AOH?5

Vold. Res?6

Wegen

Planmatig integraal onderhoud

Voldoende

2020-2030

 

€ 3.230.128 (MIP 2023) t.l.v. exploitatie over 20 jaar

 ja

 nee

 n.v.t.

Openbare verlichting

Invoeren led-verlichting/vervangen masten

Voldoende

2015-2030

 

€ 96.751  t.l.v. exploitatie (deels gedekt uit reserve)

 ja

 nee

 n.v.t.

Riolering

GRP

Voldoende

2018-2023

 

 € 2.719.464 (MIP 23)  t.l.v. exploitatie over 40 jaar en € 530.887 t.l.v. exploitatie

 ja

 nee

 n.v.t.

Water

Waterbeheerplan (walkanten/onderhoud beschoeiingen en baggeren)

Voldoende

2021

 

€ 59.000 t.l.v. exploitatie (krediet beschoeiing)

€ 143.000 exploitatiebudget walkanten

€ 90.000 t.l.v. reserve Onderhoud vaarwegen

ja

nee

n.v.t

Groen

Groenbeheerplan

Voldoende

2017-2027

 

€ 517.652 t.l.v. exploitatie

ja nee

n.v.t.

Bruggen en kunstwerken

 Civieltechnische kunstwerken

Voldoende

 2020-2049

 

€ 180.704 t.l.v. voorziening

ja nee

n.v.t.

Gebouwen (incl. onderwijs)

Meerjarenonderhoudsplannen (MOP's)

Goed

2019-2040

 

 € 300.000 t.l.v. voorziening 

 ja

 nee

 n.v.t.

 

1. Gewenst kwaliteitsniveau

2. Beheers- en onderhoudsplannen / looptijd

3. Financiële consequenties conform plannen

4.Raming volledig en reëel in begroting

5.Is er sprake van achterstallig onderhoud (AOH)?

6. Zo ja, zijn er voldoende reserves/voorzieningen voor het achterstallig onderhoud (AOH)?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Integrale projecten
Het Wezenland gaat in 2023 in uitvoering.  Dit betreft integraal groot onderhoud van de openbare ruimte in deze wijk.
De Kalanderwijk zal in 2023 worden voorbereid waarna de uitvoering in 2024 zal plaats vinden.

 

Water
De gemeente Wormerland heeft een intentieovereenkomst 'Overname Stedelijk Water' afgesloten met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) waarin partijen de intentie hebben uitgesproken om het onderhoud van het stedelijke water, dit bestaat onder andere uit het maaien van waterplanten en baggeren, over te dragen van de gemeente naar het HHNK. Naar verwachting is de overname vanaf 2023 een feit.

 

Wegen
De gemeente Wormerland heeft een intentieovereenkomst ‘Overdracht wegen buitengebied’ gesloten met het HHNK. Naar verwachting zullen deze wegen in 2024 worden overgenomen.

 

Gebouwen
Voor het onderhoud aan de gebouwen is een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld. Het onderhoud zal conform deze MOP plaatsvinden. Voor elk gebouw wordt een MJOP (meerjaren onderhoudsplanning) vastgesteld. Uitgangspunt is een onderhoudsniveau van voldoende tot goed.

 

Paragraaf Grondbeleid

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad verwoord in de vastgestelde Nota Grondbeleid Wormerland. In de nota is uitgesproken, dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. Bevestigd is, dat de gemeente geen actieve grondpolitiek voert en dat voortgegaan wordt met het huidige facilitaire beleid, waarbij gebruikgemaakt wordt van alle ten dienste staande instrumenten en mogelijkheden.

Uitgangspunt blijft, dat de gemeente allereerst tracht te komen tot kostenverhaal door middel van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.
 
Bouwgrondexploitaties 
Er zijn geen gronden meer in eigendom die vallen onder de bouwgrondexploitatie.

Prognose nieuwe woningen

Terug naar navigatie - Prognose nieuwe woningen

Prognoses
•    Complexen Gele Lisstraat: circa 94 woningen (saldo van nieuwbouw minus sloop) 
•    Wormervelden circa 205
•    Zaandriehoek, circa 210 woningen 
•    Sluisstraat en vm. school Oostknollendam, circa 15 woningen 
•    Veerdijk 56, circa 5 woningen 
•    Veerdijk 57, circa 15 woningen 
•    Veerdijk 58, circa 39 woningen 
•    Veerdijk 59: circa 5 woningen 
•    Veerdijk 41; circa 13 woningen
•    Veerdijk 42; circa 18 woningen
•    Veerdijk 44; circa 100 woningen
•    Bruynvisweg 2, 2a en 3; circa 240 woningen 
•    Lepelbladstraat 5: circa 12 woningen

Op verzoek van de controlecommissie: vanaf de volgende begroting (2024) de prognose PER JAAR laten zien (wel met een disclaimer dat grote projecten soms in de tijd schuiven door allerlei externe oorzaken, zoals wet- en regelgeving)

De nieuwbouw van woningen vindt voornamelijk plaats op locaties binnen de bestaande kernen. Bouwen binnen bestaand stedelijk gebied blijft daarbij het uitgangspunt, immers het behoud van het groene en landelijke karakter is een belangrijke peiler. De komende jaren vindt (vervolg)nieuwbouw plaats op diverse (grotere) locaties. Wormervelden en de Zaandriehoek zijn hier voorbeelden van. De woningprogramma’s van nieuwbouw- en herstructurering opgaven worden getoetst aan de hand van de streefpercentages voor de inrichting van woningbouwprogramma’s zoals opgenomen in de omgevingsvisie


We koersen in de nieuwbouw op de volgende streefpercentages:
• 30% sociale huur 
• 10% middel dure huur 

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over
In deze paragraaf geven wij u het totaal overzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze staan ook uitgesplitst bij de programma’s.
 
De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen indien de gemeente dit beleid niet alleen, dan wel niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken.
 
Waarom samenwerking?
De gemeente Wormerland  werkt al jaren intensief samen met gemeente Oostzaan. Net als onze eigen organisatie draagt dit samenwerkingsverband bij aan het realiseren van onze lokale doelen en ambities. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:
  1. Via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
  2. Sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
  3. Het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
  4. Voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.
De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.
 
Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
•    de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
•    de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht in het bestuur van de verbonden partij.
 
Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Overzicht verbonden partijen 

 

 GR Recreatieschap Twiske Waterland

Site

 http://www.hettwiske.nl

Kerngegevens

Recreatieschap Twiske-Waterland, gevestigd in Haarlem.

31.000 hectare werkgebied, waarvan 718 hectare beheergebied met 200 hectare water.

Het werkgebied van het recreatieschap beslaat de gemeenten Amsterdam (Noord), Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad en het grondgebied van de voormalige gemeente Graft de Rijp (nu gemeente Alkmaar). Deze gemeenten (met uitzondering van Alkmaar) participeren samen met Provincie Noord-Holland in de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Twiske-Waterland.

Missie

Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is:
A. het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie;
B. in samenhang met het vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu;
C. het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifiek en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt;
D. het verwerven van inkomsten uit het recreatiegebied ter verwezenlijking en instandhouding van de direct hiervoor genoemde doelstellingen.

Visie

Twiske-Waterland is ingericht als recreatiegebied om gemeenten en natuurgebieden te ontlasten en aantrekkelijke recreatiemogelijkheid te bieden aan recreanten uit omliggende gemeenten en de regio. Het recreatieschap heeft drie hoofdactiviteiten:

- Beheren en in stand houden van de ingerichte gebieden en voorzieningen;
- Beheren en in stand houden routenetwerken en boerenlandpaden;
- Actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.

Doel / openbaar belang

Het besturen en beheren van recreatiegebieden. Gezien de ligging en het gebruik van het gebied door de inwoners heeft de provincie/gemeente een direct maatschappelijk belang bij het realiseren van de doelen en neemt daarom deel aan de gemeenschappelijke regeling.

Ontwikkelingen 

Uitvoeringsprogramma
Het uitvoeringsprogramma werd in 2021 aangevuld met recreatieve ambities uit de omgevingsvisies van gebiedspartners. Er is vaak grote afhankelijkheid van prioritering door de partners, doorlopen van participatieprocessen, procedureverloop, beschikbare externe financiering en regeling van beheer en onderhoud. Daarnaast worden ook in 2023 voorbereidingen gestart voor besluiten over en vormgeven van de projecten die in de jaren erna aan de orde komen (AB 11 mei 2022 04a: investeringsstrategie uitvoeringsprogramma).

Externe invloeden in 2023
De uitvoering van beleid, beheer en onderhoud wordt in 2023 en de jaren erna beïnvloed en soms gestuurd door ontwikkelingen buiten het recreatieschap. De onzekerheid rond de coronacrisis in de jaren 2020-2021 is daarvan een duidelijk bewijs. Ten tijde van het vaststellen van de begroting is nog niet de invloed van de nieuwe college- en raadsprogramma’s bekend. Belangrijke invloeden waarop in (al) 2023 moet worden geanticipeerd, zullen onder meer zijn: acceptatie van evenementen in het natura2000-gebied; toenemende recreatiedruk, verdroging en waterkwaliteit (klimaatadaptatie) et cetera. 

Eigen Vermogen 1 januari 2021

 € 4.971.000

Eigen Vermogen 31 december 2021

 € 5.092.000

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 572.000

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 469.000

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€16.051

Resultaat van de GR 2021

€ 120.345

Mogelijke risico’s voor de gemeente

Risico's waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen: stormschade, natuurbrand en vandalisme. Daarnaast heeft de coronapandemie geleerd dat er (onvoorziene) risico's met betrekking tot inkomsten uit evenementen kunnen ontstaan en toenemende kosten voor handhaving. De kwantificering van de risico’s leidt tot een gewenst weerstandsvermogen van € 427.400. De huidige weerstandscapaciteit liggen boven het niveau van de berekende
risico's.

Programma 3 Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Programma 3 Sociaal Domein

Overzicht verbonden partijen

 

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst  (GGD)

Site

ggdzw.nl

Kerngegevens

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Missie

GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop. Uiteraard met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt, zoals (gezondheids)zorg en welzijn.

Visie

De GGD werkt vanuit de bedoeling dat mensen in Zaanstreek-Waterland gezond en veilig kunnen leven. Daarbij zetten in op de volgende speerpunten:
• Preventie
• Kennis, kunde en ervaring
• Verbinding
De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contracttaken, investeren in verbinding.

Doel / openbaar belang

Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.

Ontwikkelingen

De begroting 2023 van de GGD is een beleidsarme begroting. Deze is opgesteld aan de hand van de beleidsarme kadernota 2023. Reden voor de beleidsarme begroting betreft GGD 3.0.. GGD 3.0 is een programma voor het herijken van de GGD waarbij in regionaal verband wordt onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD Zaanstreek-Waterland voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR gebracht kunnen worden in de toekomst en tegen welke prijs. Onderwerpen van onderzoek zijn o.a. ICT, archivering, huisvesting en de doorbelasting van de kosten voor bedrijfsvoering / overhead, waarbij de eerste inschatting is dat er sprake is van achterstanden vanuit het verleden. Tot het onderzoek is afgerond kunnen wij nog geen uitspraak doen over de hoogte van het bedrag, maar we verwachten een aanzienlijke stijging van de kosten. Deze stijging van de kosten wordt waarschijnlijk aangevraagd middels een 2e Begrotingswijziging 2022.

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 959.319

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 1.129.650

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 10.785.071

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 13.628.182

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 664.230

Resultaat van de GR 2021

€ 148.832

 Mogelijke risico’s voor de gemeente

Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
In dit kader kan de coronacrisis worden aangehaald. Deze crisis heeft echter niet geleid tot financiële risico’s. Vanaf het allereerste begin van de crisis was duidelijk dat de GGD de uit deze crisis voortkomende extra kosten niet zelf zou kunnen dragen. Hiervoor is financiële ondersteuning van het Rijk ontvangen.
Vanuit de strategische risicoinventarisatie worden drie risico’s benoemd door de GGD:
- beleidsveranderingen van de gemeenten;
- veranderde werkwijze politie;
- veranderende werkwijze GGZ.

Daarnaast betekent de hierboven genoemde ontwikkeling rond het project GGD 3.0 een financieel risico voor de deelnemende gemeenten. De uitkomst van dit project zou namelijk kunnen betekenen dat de gemeentelijke bijdrage omhoog gaat.

 

Programma 5 Leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 5 Leefomgeving

Overzicht verbonden partijen

 

 

 Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond)

Site

www.odijmond.nl

Kerngegevens

 

Missie

ODIJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie

ODIJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert ODIJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult ODIJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt ODIJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van ODIJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert ODIJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

Doel / openbaar belang

De beleidslijnen die door de gemeenten Beemster, Beverwijk, Haarlem, Heemskerk, Purmerend, Uitgeest en Velsen en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma van ODIJmond. ODIJmond heeft namelijk zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst.

Ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen die op de Omgevingsdienst afkomen zijn:
- De Omgevingswet: Naar verwachting treedt per 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking. De Omgevingswet resulteert in een algehele stelselherziening voor de wet- en regelgeving, die gaat over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal ook de werkwijze voor de uitvoering van VTH-taken vanaf dat moment zijn afgestemd op de Omgevingswet. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vindt voor een aantal taken een herverdeling van bevoegdheden plaats. Zo wijzigt het bevoegd gezag van bodemverontreiniging. Deze bevoegdheid en taken gaan over van provincie naar gemeenten waarbij de Omgevingsdienst deze taken voor de gemeenten zal gaan uitvoeren.
- Energie- en warmtetransitie: De energietransitie vormt ook in 2023 een majeur thema binnen het overheidsbeleid op het gebied van milieu en duurzaamheid. Eind 2019 is het landelijke Klimaatakkoord vastgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen op het gebied van elektriciteit, industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw en landgebruik. Opgeteld dienen de maatregelen te leiden tot een landelijke CO2-reductie van 49% in het jaar 2030 en 95% in 2050 (t.o.v. 1990). Op rijks, provinciaal en regionaal niveau worden verschillende agenda’s en programma's uitgerold om in 2050 een energie neutrale samenleving te realiseren. Lokale overheden hebben een belangrijke rol bij het behalen van deze doelstelling. Op regionaal niveau worden hiertoe regionale energiestrategieën en op lokaal niveau transitievisies warmte ontwikkeld. De Omgevingsdienst IJmond ondersteunt gemeenten bij het opstellen van het uitvoeren van de energietransitie.

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 861.191

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 648.213

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 10.410.251

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 9.285.001

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 162.359

Resultaat van de GR 2021

€ 160.362

Mogelijke risico’s voor de gemeente

De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.

 

 

Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) (contract met de HVC )

Site

hvcgroep.nl

Kerngegevens

Gemeente Wormerland is partner van de gezamenlijke regeling Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken (VVI). Vanuit de VVI is de NV HVC opgericht (www.hvcgroep.nl/gemeenten). De gemeenteraad kan een zienswijze geven op begroting van de VVI. Op deze wijze kan de Raad de regie houden.

Missie (HVC)

De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen ter behartiging van het belang van de verwerking van de door de deelnemende gemeenten ingevolge de Afvalstoffenwet verkregen afvalstoffen. Het lichaam tracht dit te bereiken door de oprichting en instandhouding van een vuilverbrandingsinstallatie in de gemeente Alkmaar met inbegrip van een stortplaats voor niet voor verbranding in deze installatie in aanmerking komende afvalstoffen, die in deze regeling tezamen worden aangeduid als "de installatie".

Visie (HVC)

De bestuursorganen van het lichaam oefenen de bevoegdheden uit, die ingevolge de Afvalstoffenwet voor de verwerking van afvalstoffen aan de raden der deelnemende gemeenten zijn opgedragen.

Doel / openbaar belang (HVC)

De basis voor het afvalbeheer vormt de Dienstverlenings-overeenkomst (DVO), die tussen de gemeente Wormerland en HVC is afgesloten en waarin de inhoud, de omvang en garanties van de afvalbeheertaken zijn vastgelegd. De DVO is ingegaan op 1 januari 2009 en heeft een looptijd van 10 jaar. Hiermee is zeker gesteld op een verantwoorde wijze en met een zo hoog mogelijk milieurendement tegen verantwoorde kosten het Wormerlandse afval wordt verwerkt.

Ontwikkelingen 

geen

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 24.000

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 24.000

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 1378.000

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 918.000

Bijdrage gemeente aan GR 2023

VVI: € 0

(HVC: € 1.935.296)

Resultaat van de GR 2021

€ 0

Mogelijke risico’s voor de gemeente

De risico's van de gemeenschappelijke regeling VVI houden hoofdzakelijk verband met de continuïteit van de afvalverwerking en het financiële risico van het aandeelhouderschap A in NV HVC. Een ander risico dat in ogenschouw dient te worden genomen betreft conformiteit met regelgeving op het gebied van staatssteun, mededinging, Wet Markt en Overheid en aanbesteding.

Op basis van aandeelhouderschap kunnen gemeenten een gezamenlijk beleidsstandpunt innemen richting VVI;

  • De gemeenteraad kan haar controlerende en toezichthoudende taak op HVC uitoefenen door een zienswijze te geven op de begroting en jaarrekening van de VVI;
  • Garantstelling voor investeringen van de HVC: gemeente Wormerland staat per 2018 op basis van het aantal aandelen garant en niet meer voor het volledige bedrag van de gegarandeerde leningen.

 

 

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW )
(incl. Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) en GHOR/CPA)

Site

veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl

Kerngegevens

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam

Missie

De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.

Visie

• Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid;
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises;
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting;
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio;
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt.

Doel / openbaar belang

Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met negen deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd. De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.

Ontwikkelingen 

Beleidsplan 2021-2024

In het beleidsplan 2021-2024 geeft de VrZW aan hoe zij zich de komende jaren gaan inzetten om te voldoen aan hun wettelijke taken en zich voor te bereiden op de (effecten van) nieuwe crisistypen, technologische ontwikkelingen en digitalisering. Er is in het beleidsplan aandacht voor 'activiteiten aan de voorkant van de veiligheidsketen' zoals brandveiligheid, integrale evenementenadvisering en het uitbreiden van het netwerk van (flexibele) expertise op 'nieuwe' incidenten en risico's zoals digitalisering. 

Prioriteiten 2023:
•    In kaart brengen van de risico’s van de energietransitie voor de fysieke veiligheid
•    Gevolgen van klimaatverandering door extremere weersomstandigheden
•    Technologische ontwikkelingen (informatieveiligheid en privacybescherming)
•    Veranderende wet en regelgeving zoals de WNRA/Taakdifferentiatie vrijwilligers en de veranderende Omgevingswet
•    Ontwikkeling omgeving Prins Bernardplein. De huurovereenkomst betreffende de locatie Prins Bernhardplein tussen de gemeente Zaanstad en VrZW is verlengd tot 2037 waardoor o.a. de investeringen in het oefengebouw op verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden. De lasten die deze investering met zich meebrengt zijn reeds in de gemeentebegroting meegenomen. De ontwikkelingen rond de omgeving Prins Bernardplein en de gevolgen daarvan blijven ook in 2023 in beeld.  

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 2.187.000

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 2.082.000

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 16.812.000

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 17.041.000

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 1.401.898

Resultaat van de GR 2021

€ 620.000

Mogelijke risico’s voor de gemeente

Uit de Jaarstukken 2021 blijkt dat de weerstandscapacitiet van de VrZW als 'voldoende' gekwalificeerd kan worden.

 

 

Vervoerregio Amsterdam

Site

 https://vervoerregio.nl/

Kerngegevens

 Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam

Doel / openbaar belang

Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid

Missie

Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.

Visie

 Het versterken van de samenwerking op het gebied van Verkeer en Vervoer in regio Amsterdam-Almere

Ontwikkelingen 

De Vervoerregio Amsterdam heeft, meer nog dan het openbaar vervoer in de rest van het land, het heel erg lastig gehad door de Corona-pandemie. Er is nav Corona financiele steun geweest. Dit is onvoldoende geweest om te voorkomen dat er gesneden moet worden in het aanbod. De gevolgen hiervan moeten nog duidelijk worden en de ontwikkeling hiervan wordt gemonitord om te voorkomen dat het aanbod van openbaar vervoer verschraalt. 

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 1159.794

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 221.863

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 255.499.122

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 333.131.004

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 0

Resultaat van de GR 2021

€ 0

Mogelijke risico’s voor de gemeente geen

 

Programma 6 Bestuur en organisatie

Terug naar navigatie - Programma 6 Bestuur en organisatie

Overzicht verbonden partijen

 

Programma 6  Bestuur en organisatie

 

 Cocensus

Site

 cocensus.nl

Kerngegevens

Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus',  gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer

Missie

Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen.

Visie

Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden.  De belangrijkste waarden hierbij zijn: 
·         klantgericht
·         kwalitatief
·         innovatief
·         efficiënt en effectief
·         resultaatgericht
·         integriteit

Doel / openbaar belang

Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van de gemeenten Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Dijk en Waard, Den Helder, Uitgeest, Castricum en Heiloo. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.

Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.

Ontwikkelingen

Voor het begrotingsjaar 2023 is de bijdrage aan Cocensus geïndexeerd met 2,0%.

Het Dagelijks Bestuur van Cocensus heeft ingestemd met het ontwikkelen van een voorstel om voor 2023 voor alle deelnemende gemeenten de front-office en dus het KCC-belastingen uit te voeren.

We zien een forse een toename van het aantal bezwaren dat is ingediend door de zogenaamde No Cure No Pay bureaus (NCNP). Met een verkregen doorlopende machtiging maken de bureaus bezwaar en gaan vervolgens in beroep. Indien de rechter besluit tot een aanpassing van de waarde ontvangt het bureau een proceskostenvergoeding van 600-1.200 euro. Er zijn reeds (bij de VNG) initiatieven aangedragen om het begrip modelwaarde in de Wet te krijgen. Daarnaast is gevraagd om het fenomeen van de doorlopende machtiging te stoppen. De volgende stap zou kunnen zijn dat het verdienmodel wordt teruggebracht. Op moment dat het model tot redelijke proporties wordt teruggebracht is er bij Cocensus in de volle breedte al snel sprake van een besparing van € 500.000 (€ 250.000 proceskostenvergoeding + € 250.000 kosten afhandelen bezwaar/beroep).

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 853.928

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 822.400

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 15.895.419 

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 15.876.900

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 353.000

Resultaat van de GR 2021

€ 553.928

Mogelijke risico’s voor de gemeente

In het verlengde van de ISO-certificering vindt jaarlijks bij Cocensus een uitgebreide risico-inventarisatie plaats.  Deze inventarisatie met de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen wordt elk half jaar besproken in het MT van Cocensus en éénmaal per jaar in de vergadering van het Dagelijks  en Algemeen Bestuur van Cocensus. De beheersmaatregelen worden jaarlijks in de externe ISO-audit tegen het licht gehouden. Naar aanleiding daarvan worden weer separaat een inventarisatie en de bijbehorende (al dan niet aangepaste) beheersmaatregelen voorgelegd aan het Bestuur. Hierdoor is het risicomanagement geborgd binnen de organisatie van Cocensus.

Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen. Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers.

Een risico dat altijd blijft spelen ligt op het gebied van het personeel. De laatste jaren verjongt de populatie van Cocensus, echter er zijn relatief nog veel 55-plusser in het personeelsbestand.

De inflatie stijgt in 2022 sterker dan voorgaande jaren. Met de recente stijging van de olieprijzen zou het zelfs tot een forse toename kunnen leiden. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de exploitatie van Cocensus, de bijdragen van de deelnemende gemeenten en de belastingtarieven.

 

 

Waterlands Archief

Site

www.waterlandsarchief.nl

Kerngegevens

ISW, Waterlandlaan 81 te Purmerend.

Missie

De doelstellingen voor het Waterlands Archief zijn:

  • Uitbreiding en verbetering van de digitale dienstverlening.
  • Verbreding educatie en verbetering presentatie.
  • Werken aan digitale duurzaamheid en toegankelijkheid.

Doel / openbaar belang 

Het Waterlands archief heeft als doelstelling een zo breed mogelijk publiek te interesseren voor de cultuurhistorie van de regio Waterland en het onderzoek hiernaar zoveel mogelijk te stimuleren.

Ontwikkelingen

Eind 2020 is het Uitvoeringsplan 2022-2025 Van archiefbewaarplaats naar informatieknooppunt door het bestuur van het Waterlands Archief vastgesteld. Het Waterlands Archief is op weg een knooppunt te worden in toezicht op, beheer van en toegang tot informatie. Het jaar 2023 is het tweede uitvoeringsjaar van dit plan. In het uitvoeringsplan zijn specifiek een aantal doelen benoemd.

Ieder jaar worden thema’s gekozen waaraan speciale aandacht wordt besteed. In 2023 zijn dat de viering van de Eerste Vrije Statenvergadering van Holland in 1572/1573 en het Rampjaar 1672/1673. Uitvoering van de (project)-activiteiten doet het Waterlands Archief samen met de gemeenten, de Bibliotheek Waterland, musea en historische verenigingen, het hoogheemraadschap, en dergelijke. Waar mogelijk wordt aangesloten bij bestaande activiteiten van de gemeenten en andere organisaties.

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 377.157

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 220.452

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 78.596

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 177.699

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 140.938

Resultaat van de GR 2021

€ 7.961

Mogelijke risico’s voor de gemeente

Er zou een risico kunnen schuilen in de mogelijkheid dat de kosten van digitalisering door onvoorziene omstandigheden hoger uitkomen dan verwacht.

 

 

OVER-gemeenten

Site

 over-gemeenten.nl

Kerngegevens

 OVER-gemeenten, Oostzaan en Wormerland.

Missie

  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten;
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen;
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen;
  • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.

Visie

In de notitie ‘Verbinding te OVER’ is de volgende visie opgenomen:
“Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”

Met daarbij de volgende kernwaarden

  • Verbinding
  • De blik naar de buitenwereld
  • Duidelijk, lenig en slagvaardig
  • Hart voor publieke zaak
  • Vertrouwen en verantwoordelijkheid

Doel / openbaar belang

Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Wormerland besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Wormerland voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:

  • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices);
  • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie.

Ontwikkelingen

Sinds augustus 2021 is door de nieuwe directeur en zijn nieuwe managementteam hard gewerkt om inzichtelijk te maken welke investeringen in de organisatie en de organisatiestructuur noodzakelijk zijn om de door beide gemeenten gewenste ambities in te kunnen vullen. Dit heeft geleid tot een nieuwe visie voor OVER-gemeenten die vanuit verbinding beweegt: “Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”.

Het voornemen van de directeur en zijn managementteam om colleges en raden periodiek te informeren en te rapporteren over taken, formatie, organisatie en de financiële gevolgen zijn daarbij essentieel.

In 2023 gaat de doorontwikkeling van de interne organisatie verder. We willen een slagvaardige en lenige organisatie zijn, die vanuit verbinding beweegt. Nadat in 2022 de structuur is aangepast en volop is geïnvesteerd in het versterken van het leiderschap, onder andere door het aantrekken van teamleiders op alle afdelingen, ligt in 2023 de focus op het verder uitwerken van de gewenste integrale managementstijl, de aanscherping van processen en procedures.

Eigen Vermogen 1 januari 2021

€ 500.235

Eigen Vermogen 31 december 2021

€ 996.034

Vreemd Vermogen 1 januari 2021

€ 1.759.251

Vreemd Vermogen 31 december 2021

€ 3.055.658

Bijdrage gemeente aan GR 2023

€ 11.810.422

Resultaat van de GR 2021

€ 495.798

Mogelijke risico’s voor de gemeente

Het risico voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken. De twee grootste risico’s zijn de personeelslasten, die bij een hoog verloop of ziekte kunnen zorgen voor hoge inhuur. En de constante overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.

Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over
Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. We zetten hier zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteen.
 
De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet kent twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
  •    het treasurystatuut,
  •    de financieringsparagraaf
 
De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan goed invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.
 
Door de raad is op 29 januari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control(P&C)-cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Bij interne ontwikkelingen gaat het onder andere over het afstoten van bedrijfsonderdelen of het oppakken van nieuwe activiteiten. Het komend jaar is van geen van beide sprake. Ten aanzien van de externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de treasuryfunctie, zoals de internationale economische ontwikkeling en de geld- en kapitaalmarkt, laten wij ons primair adviseren door onze ‘huisbankier’ de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Onze adviseurs aldaar volgen de ontwikkelingen nauwlettend en hebben ook de knowhow op dit gebied.

Financieringsbehoefte 2023-2026

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte 2023-2026

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte die wordt veroorzaakt door de doorlopende investeringen per balansdatum 2022, het meerjarenplan 2023-2026 en het inzetten van reserves en voorzieningen.

 Financieringsbehoefte (bedragen x €1.000)

2023

2024

2025

2026

 Begrotingssaldo (uitgangspunt: sluitende begroting)

0 0 0 0

 Mutaties reserves en voorzieningen

2.664 -426 -401 -419

 Afschrijvingen

1.141 1.604 1.664 1.719

 Investeringen 2023-2026 Meerjarenplan

-670 -572 -3.214 -1.908

 Investeringen: reeds beschikbaar gestelde kredieten (uitschieter in 2023: nieuwe Zaanbrug)

-13.813 -204 -75 -59

Aflossingen (huidige) langlopende leningen (netto)

-917 -717 -617 -617

Aflossingen nieuwe langlopende leningen

0 -400 -433 -533

 Totaal

 -11.595

-715

-3.076

-1.817

 

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2023-2026 binnen de kaders van de Wet Fido valt.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Hierbij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen.

 Mutaties leningenportefeuille (bedragen x €1.000)

 2022 / 2023

 Stand per 1 januari 2022 (bron: jaarrekening 2021)

15.340

 Aflossingen (regulier) in 2022

-1.054

 Nieuwe leningen 2022 (reeds aangetrokken t/m aug. '22)

 3.000

 Nieuwe leningen 2022 (nog aan te trekken t/m dec.'22)

0

 Totaal, stand per 31-12-2022

17.286

Aflossingen: regulier in 2023

-1.155

 Nieuw aan te trekken leningen 2023

12.000

 Totaal, stand per 31-12-2023

28.131

 

Rentevisie en -kosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en -kosten

Rentevisie
We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben, zijn we tot een eigen rentevisie gekomen. (Zie ook ‘uitgangspunten treasurybeleid 2023-2026’).

Rentekosten
In de notitie afschrijving en rentebeleid van 2020 zijn ook de rentekosten voor investeringen en eigen financieringsmiddelen opgenomen. Vanaf het jaar 2022 wordt de rekenrente niet meer voor 4 jaar vastgesteld, maar ieder jaar via de Kadernota bekeken en vastgesteld.  Het rentepercentage van de rekenrente wordt voor het desbetreffende jaar in de Kadernota vastgesteld.  De rente voor investeringen en dergelijke is in de uitgangspunten van de Kadernota 2023 ook voor het jaar 2023 vastgesteld op 1,5%.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

 

 Kasgeldlimiet prognose voor 2023 (bedragen x €1.000)

 Bedragen

 Omvang begroting over 2023 (=grondslag)

43.817

 - in procenten van de grondslag

8,5%

 (1) Toegestane kasgeldlimiet

3.724

 (2) Omvang vlottende korte schuld

300

 (3) Vlottende middelen:

3.036

       Contante gelden in kas

0

       Tegoeden in rekening courant

336

       Overige uitstaande gelden < 1 jaar

2.700

Toets kasgeldlimiet:

 

(4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3)

-2.736

Toegestane kasgeldlimiet (1)

3.724

Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4)

6.460

 

 

 

  Renterisiconorm (bedragen x €1.000)

2023

2024 2025 2026

 1a

 Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld)

 0

2.000 0 0

 1b

 Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld)

 0

0 0 0

 1c

 Renteherziening op vaste schuld (1a-1b)

 0

2.000 0 0

 

 

 

     

 2

 Betaalde aflossingen reguliere leningen

917

717 617 617

 3

 Renterisico op vaste schuld (1c)-(2)

0

1.283 0 0

 

 

 

     

 

Berekening renterisiconorm:

 

     

4

 Begrotingstotaal (excl. mutaties in reserves)

43.817 42.354 43.098 44.001

5

 Normpercentage (ministerieel vastgesteld)

20%

20% 20% 20%

 

 

 

     

 

 Toets renterisiconorm:

 

     

6

 Renterisiconorm (4*5)

8.763 8.471 8.620 8.800

7

 Renterisico op vaste schuld (3)

0

1.283 0 0

 

Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7)

8.763

7.187 8.620 8.800

 

In de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt (zie rentevisie).

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft aan de mate waarin een onderneming met eigen middelen (eigen vermogen) is gefinancierd. In het bedrijfsleven is deze ratio van belang om te zien in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar financiële verplichtingen (betalingen) kan voldoen door inzet van haar eigen vermogen. Voor een gemeente is de hoogte van de solvabiliteit van minder belang dan voor een bedrijf. Toch geeft het een aardig inzicht in de vermogensverhoudingen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.  De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%.

In volgend schema is de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar                     (bedragen x €1.000)

Eigen vermogen

Vreemd vermogen

Totaal vermogen

Solvabiliteit

 2008

 € 13.231

 € 21.306

 € 34.537

 38,31%

 2009

 € 14.791

 € 20.818

 € 35.609

 41,54%

 2010

 € 13.707

 € 23.072

 € 36.779

 37,27%

 2011

 € 16.144

 € 22.471

 € 38.616

 41,81%

 2012

 € 17.338

 € 22.983

 € 40.322

 43,00%

 2013

 € 18.974

 € 22.188

 € 41.162

 46,10%

 2014

 € 18.548

 € 21.400

 € 39.948

 46,43%

 2015

€ 21.303

€ 20.153

€ 41.456

 51,38%

 2016

€ 20.975

€ 19.204

€ 40.179

 52,20%

 2017

€ 21.156

€ 19.143

€ 40.299

 52,50%

2018

€ 19.217

€ 22.299

€ 41.515

 46,29%

2019

€ 17.980

€ 25.771

€ 43.751

41,10%

2020

€ 16.973

€ 27.903

€ 44.876

 37,82%

2021

€ 16.495

€ 28.134

€ 44.629

 36,96%

 

Uitgangspunten treasurybeleid

Terug naar navigatie - Uitgangspunten treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2023 tot en met 2026 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal.  Nieuwe leningen worden aangetrokken voor een looptijd van vijf tot dertig jaar. De looptijd is mede afhankelijk van de dan geldende rentepercentages en de verwachting hiervan naar de toekomst toe. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De paragraaf lokale heffingen bevat de geraamde inkomsten op lokale heffingen, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

 

Retributies versus belastingen

Er zijn twee soorten gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak. Dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

Retributies

De BBV stelt eisen over de onderbouwing van de tarieven die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen per type heffing inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven wordt voldaan aan de eis dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit zijn de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan de berekening van de tarieven. In deze begroting 2023 zijn de onderbouwingen van de riool- en afvalstoffenheffing en begraafrechten opgenomen.

 

Beleidsvoornemens lokale heffingen

Het totale pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 14-tal verschillende belastingen/heffingen die jaarlijks door de gemeenteraad worden vastgesteld in een belastingverordening.

Uitgangspunten bij het bepalen van de verschillende tarieven zijn:

  • aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage. In 2023 is het inflatiepercentage 2,2%.

Uitzonderingen zijn:

  • tarieven gebonden aan een wettelijk maximum (zoals reisdocumenten/rijbewijzen)
  • afvalstoffenheffing (maximaal 100% kostendekkend) 
  • rioolrecht (maximaal 100% kostendekkend). In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is besloten dat de rioolheffing jaarlijks stijgt met 2% alvorens vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage
  • voor OZB en RZB geldt dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage¹.
  • compensatiestijging OZB: verhoging van de OZB-opbrengst gelijk aan de korting op de algemene uitkering als gevolg van de WOZ-waardestijging²

 

Toelichting¹:

Bij de Onroerendezaakbelasting (OZB) en de belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten wordt de totale opbrengst van het voorgaande jaar in de begroting geïndexeerd met 2,2%. Om de OZB-opbrengst in de begroting op hetzelfde niveau te handhaven, worden bij een stijgende WOZ-waarde de tarieven voor de OZB verlaagd en bij een dalende WOZ-waarde de OZB-tarieven verhoogd. Deze systematiek/berekening is exclusief de extra nieuwgebouwde woningen (areaaluitbreiding). De opbrengst van de OZB stijgt dus met het inflatiepercentage en met de belastingopbrengsten uit nieuwe woningen.

Toelichting²:

De WOZ-waardestijging heeft een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB.

Cocensus

De gemeente Wormerland heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerendezaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.
Voor de uitvoering van belastingregelingen brengt Cocensus voor 14 gemeenten met een inwonersaantal van circa 650.000 de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Wormerland is de bijdrage over 2023 € 353.000.

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Afwijking op bestaand beleid tariefbepaling OZB

Per 1 januari 2023 gaat de nieuwe verdeelsleutel van de Algemene Uitkering in. In deze herijking van het gemeentefonds zit ook een herververdeeleffect van de uitname uit de Algemene Uitkering in verband met de WOZ-waarde-stijging verweven. Zoals hierboven beschreven in de alinea "Beleidsvoornemens lokale heffingen"  heeft de WOZ-waardestijging een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Door deze herijking is het effect op de Algemene Uitkering 2023 van de WOZ-waardestijging ten opzichte van 2022 gewijzigd. Het effect van WOZ-waardestijging op de Algemene Uitkering is in de nieuwe situatie groter dan in de oude herverdeling.

Gezien het voordelige effect van de Meicirculaire 2022 hebben we de opbrengst OZB in de begroting 2023 alleen opgehoogd met areaaluitbreiding en het inflatiepercentage (2,2%) en is afgeweken van het bestaande beleid om ook de korting op de Algemene Uitkering i.v.m. WOZ-stijging te compenseren in de OZB-tarieven. Deze (incidentele) afwijking op bestaand beleid is onderdeel van de besluitvorming in deze begroting.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2023 is in de Programmabegroting 2023-2026 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2,2%.

Onroerendezaakbelasting (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Wormerland hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Wormerlandse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2023 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2023.  Deze waarde is in het vierde kwartaal 2022 bekend.

Naast bovengenoemd effect heeft WOZ-waardestijging een daling van de rijksinkomsten als gevolg. De gemeente ontvangt bij stijgende WOZ-waardes minder Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de lokale inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Om de opbrengsten voor de gemeente gelijk te houden hanteren we normaliter volgens bestaand beleid voor het OZB-tarief naast de inflatiestijging ook een compensatiestijging in verband met de dalende Algemene Uitkering. In de primaire begroting 2023 wijken we af van dit beleid en is de OZB-opbrengst alleen verhoogd met areaaluitbreiding en inflatie. Besluitvorming in verband met deze afwijking op bestaand beleid volgt bij de begrotingsraad.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerendezaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is, anders dan bij belastingen, wél sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening.  De belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Of gemeentelijke tarieven werkelijk kostendekkend zijn is een beleidskeuze.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2023. De kapitaallasten van de investeringen die hieruit voortvloeien zijn opgenomen in deze begroting. Zoals in het GRP besloten is, stijgt de rioolheffing jaarlijks met 2% vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage (2,2%). Dit was in het vorige GRP ook het geval. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een opbrengst aan rioolheffing van € 2.015.867.
 
Rioolheffing (bedragen x €1.000)
Jaarrekening 2021 Begroting 2022
(incl. wijzigingen)
Begroting 2023
Baten 1.863 1.903 2.016
Lasten -1.155 -1.406 1.504
Overhead -164 -214 -292
Btw-correctie -118 -217 -222
Voorziening mutaties -426 -66 2
Saldo 0 0 0
Kostendekkendheid 100% 100% 100%
 

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de btw die gedeclareerd kan worden bij het Btw-compensatiefonds (BCF). Dit geldt zowel voor de exploitatie-btw als de investerings-btw. De reden dat we dit als last mogen opvoeren, ondanks het feit dat we het al gedeclareerd hebben bij het BCF, is het feit dat gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de btw die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.

 
Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. Kostendekkendheid wordt nooit precies in één jaar bereikt maar wordt gemeten over jaren heen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een Egalisatievoorziening als bufferfunctie. De meerkosten in 2020 en 2021 overstegen het saldo dat in de Egalisatievoorziening zat. De Egalisatievoorziening is eind 2021 dan ook leeg en volgens de prognose zal de voorziening eind 2022 ook nagenoeg leeg zijn. Geconcludeerd kan worden dat de huidige afvalstoffenheffing niet kostendekkend is. 
 
Recycle-tarief
Vanaf 2022 heft de gemeente Wormerland het recycle-tarief voor de afvalstoffenheffing. Hiermee krijgen inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. Het variabele tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de ondergrondse container voor restafval (hoogbouw). Om tot een kostendekkende afvalstoffenheffing te komen bepalen de begrote kosten de benodigde inkomsten. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een benodigde opbrengst van € 2.840.000. Hoewel de kosten van de nieuwe afvalstoffenheffing zo goed als mogelijk in de Begroting 2023 zijn opgenomen worden er mogelijk nog kostenontwikkelingen verwacht voordat in december 2022 de raad de nieuwe afvaltarieven vaststelt. Deze nieuwe tarieven zullen gebaseerd worden op de geactualiseerde benodigde opbrengst en het verwachte recyclegedrag van de inwoners.
 
Afvalstoffenheffing (bedragen x €1.000)
Jaarrekening 2021 Begroting 2022
(incl. wijzigingen)
Begroting 2023
Baten 2.543 2.707 2.840
Lasten -2.160 -2.159 -2.253
Overhead -76 -121 -141
Btw-correctie -455 -426 -436
Voorziening mutaties (min is een toevoeging aan de voorziening) 0 -1 -10
Saldo 147 0 0
Kostendekkendheid 94% 100% 100%

 

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de btw die gedeclareerd kan worden bij het BTW Compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-btw als de investerings-btw. De reden dat we dit als last mogen opvoeren, ondanks het feit dat we het al gedeclareerd hebben bij het BCF, is het feit dat gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de btw die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing.
 
Begraafrechten

Deze rechten worden met de voor 2023 reguliere inflatie verhoogd (2,2%) .

Begraafrechten (bedragen x €1.000)

Jaarrekening 2021

Begroting 2022
(incl. wijzigingen)

Begroting 2023
Baten 195 167 171
Lasten -131 -139 -242
Overhead -95 -86 -222
Saldo 30 -58 -293
Kostendekkendheid 86% 74% 37%

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Onderaan de tabel ziet u het totale nettoresultaat van de heffingen.

Belastingen/retributies (bedragen x €1.000)

Rekening 2021

Begroting 2022

(incl.wijz.)

Begroting 2023

Belastingen

     

OZB woningen *)

2.584 2.747 2.820

OZB niet-woningen

1.019 1.006 1.028

Roerende woon- en bedrijfsruimten

18 23 18

 

     

Precariobelasting (t/m 2021)

318 0 0

Hondenbelasting

93 91 93

Forensenbelasting

21 31 32
Toeristenbelasting

 

31 24 29

Totaal belastingen

4.084 3.922 4.020

 

     

Retributies

     

Rioolrechten

1.863 1.903 2.016

Afvalstoffenheffing

2.364 2.707 2.840

Begrafenisrechten

195 167 171

Leges omgevingsvergunningen

188 265 2.851

Leges vergunningen

11 38 38

Leges burgerzaken

175 180 182

Leges pontveren

40 32 33

Totaal retributies

4.836 5.292 8.131

 

     

Kwijtscheldingen

-152 -157 -160

Totaal netto-opbrengsten

8.768 9.057 11.991

*) incl. areaaluitbreiding

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente kan kwijtschelding verlenen aan personen die niet in staat zijn om hun belasting te voldoen. Hiervoor zijn bij wet bepaalde normen aangegeven. Het kwijtscheldingspercentage voor de normbedragen bedraagt 100%. Kwijtschelding wordt verleend voor onroerendezaakbelasting, roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Voor het jaar 2023 wordt verwacht dat aan kwijtschelding een bedrag wordt verstrekt van € 160.000.

 

Jaarrekening 2021

Begroting 2022
(incl. wijzigingen)

Begroting 2023
Bezwaar WOZ 267 187 200
Bezwaar overige heffingen 72 57 60
Beroep WOZ 0 0 1
Beroep overige heffingen 0 0 1
Lasten regeling € 152.000 € 157.000 € 160.000

Leges

Terug naar navigatie - Leges

De tarieven voor 2023 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 2,2%, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen. Het is niet toegestaan meer dan 100% kostendekkend te zijn. Daarom is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden. Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen. Welke kosten toegerekend worden om de kostendekkendheid te berekenen moet duidelijk onderbouwd zijn.

Een aantal leges is niet kostendekkend. Volledig kostendekkend maken van alle leges is niet reëel te noemen. Zo zijn bijvoorbeeld evenementenvergunningen vanwege de maatschappelijke betekenis vaak niet kostendekkend. De legesopbrengst voor omgevingsvergunningen is sterk afhankelijk van grote projecten. De kostendekkendheid hiervan dient over de jaren heen gezien te worden.

De leges zijn onderverdeeld in drie titels:

    Titel 1: Algemene dienstverlening,
    Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving (omgevingsvergunningen)
    Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.
 

 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor huurders is daarbij alleen de hoogte van de afvalstoffenheffing en rioolheffing bepalend, aangezien zij niet worden aangeslagen voor de OZB. De eigenaren van woningen worden voor de drie onderscheiden belastingen aangeslagen.

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishouden in 2021 bedroegen € 942 per woning. In 2022 bedroegen deze woonlasten € 1.044.  De woonlasten voor het jaar 2023 zijn nog niet bekend omdat het tarief voor afvalstoffenheffing en OZB pas in december 2022 vastgesteld wordt bij de Tarievennota 2023.

 
Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabel worden de tarieven 2022 van Wormerland vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten.

 

Tabel vergelijking OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Toeristenbelasting en Hondenbelasting, tarieven 2022

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid

Het tarievenbeleid in Wormerland is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingtarieven worden in 2023 verhoogd met 2,2% voor inflatie. Daarnaast heeft de WOZ-waardestijging een negatief effect op de Algemene Uitkering. Om de opbrengsten voor de gemeente gelijk te houden is een compensatiestijging van het OZB-tarief noodzakelijk. In de primaire begroting 2023 wijken we af van dit beleid en is de OZB-opbrengst alleen verhoogd met areaaluitbreiding en inflatie. Besluitvorming in verband met deze afwijking op bestaand beleid volgt bij de begrotingsraad. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in december voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden.

Heffingssoort

 2021

2022

2023

OZB en Roerende Zaakbelasting

 

 

 

-Woningen eigenaren

0,11332% 0,11055%

*)

-Niet-woningen eigenaren

0,18476% 0,18691%

*)

-Niet-woningen gebruikers

0,20263% 0,20133%

*)

 

 

 

 

Hondenbelasting

€ 83,00 € 84,16 € 86,16

 

 

 

 

Afvalstoffenheffing**  :

 

 

 

-Vastrecht éénpersoons huishouding

€ 336,20

€ 278,56

**)

-Vastrecht meerpersoons huishouding

€ 336,20

€ 278,56

**)

-Aanbieding van een minicontainer van 140 liter

  € 5,66

**)

-Aanbieding van een minicontainer van 240 liter

  € 8,70

**)

-Ontgrendeling van een (ondergrondse) container voor restafval

  € 2,18

**)

 

 

 

 

Rioolrechten***  :

 

 

 

-Afvalwater 0 - 500 m3

€ 242,85

€ 251,15

€ 261,81

-Afvalwater 500 - 1.000 m3

€ 485,55

€ 502,20

€ 523,51

-Afvalwater 1.000 - 1.500 m3

€ 728,35

€ 753,30

€ 785,27

-Iedere 500 m3 boven de 1500 m3

€ 242,85

€ 251,15

€ 261,81

-Afvoer hemelwater

€ 83,75

€ 86,60

€ 90,28

 

   

 

Grafrechten

€ 129,95 € 131,77 € 134,67

*) de OZB- en RZB-tarieven zijn afhankelijk van de totale WOZ-waarden, die pas aan het eind van het jaar bekend zijn. De tarieven 2023 worden bij het samenstellen van de Tarievennota berekend, en via dat document vastgesteld.

**) Vanaf 2022 geldt het variabele afvalstoffenheffingstarief. Het tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de (ondergrondse) container voor restafval (hoogbouw). Daarmee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. In de begroting wordt de benodigde opbrengst bepaald naar aanleiding van de prognose van de werkelijke kosten. Het streven is een kostendekkend tarief. In de Tarievennota welke jaarlijks op de raadsagenda staat in december, volgt besluitvorming over de geldende tarieven voor het komende jaar. Voor het begrotingsjaar 2023 zijn de tarieven dus nog niet bekend.

***) Zoals in het GRP vermeld en besloten is, stijgt de rioolheffing jaarlijks met 2% vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage (2,2%).

Paragraaf Bedrijfsvoering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2023-2026 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2023-2026.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Verdere implementatie “Verbinding te OVER”
Sinds augustus 2021 is door de nieuwe directeur en zijn nieuwe managementteam hard gewerkt om inzichtelijk te maken welke investeringen in de organisatie en de organisatiestructuur noodzakelijk zijn om de door beide gemeenten gewenste ambities in te kunnen vullen. Dit heeft geleid tot een nieuwe visie voor OVER-gemeenten die vanuit verbinding beweegt: “Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”.

In 2023 gaat de doorontwikkeling van de interne organisatie verder. Nadat in 2022 de structuur is aangepast en volop is geïnvesteerd in het versterken van het leiderschap, onder andere door het aantrekken van teamleiders op alle afdelingen, ligt in 2023 de focus op het verder uitwerken van de gewenste integrale managementstijl, de aanscherping van processen en procedures op basis van de dienstverleningsvisie en het internaliseren van de kernwaarden van onze organisatie:

-    De blik naar de buitenwereld 
-    Duidelijk, lenig en slagvaardig 
-    Hart voor publieke zaak 
-    Vertrouwen en verantwoordelijkheid 

Het voornemen van de directeur en zijn managementteam om colleges en raden periodiek te informeren en te rapporteren over taken, formatie, organisatie en de financiële gevolgen zijn daarbij essentieel. Net als de wil bij raden en colleges om samen te zoeken naar verdere optimalisatie door focus, het maken van keuzes, het zoeken naar harmonisatie en het vastleggen van afspraken in een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling.

 

Aantrekkelijk werkgeverschap
Er zal blijven worden ingezet op werving van vaste medewerkers. De extra aandacht die hieraan werd besteed de afgelopen jaren werpt zijn vruchten af. Toch hebben we het als kleine vis in een grote vijver structureel lastig om kandidaten aan ons te binden en hen te behouden. Hierdoor staat de kwaliteit van de productie onder druk. We zetten in op aantrekkelijk werkgeverschap met in ons achterhoofd dat dit maatwerk vraagt. We zetten, waar dit kan, in op het binnenhalen van getalenteerde, minder ervaren mensen die we zelf klaarstomen. Hiermee halen we een frisse blik en leergierigheid binnen en de mogelijkheid om zo blijvend te inspireren en innoveren.   

 

Terugdringen werkdruk en ziekteverzuim
De organisatieverandering die in 2022 is gerealiseerd moet bijdragen aan meer stabiliteit in de organisatie. Teamleiders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van medewerkers door het bieden van duidelijke kaders, persoonlijke aandacht en het verbinden van medewerkers en teams met elkaar en met de organisatie. Hierdoor ontstaat stabiliteit in personeelsbezetting, onderlinge verbinding en duidelijkheid over doelen en kaders.

 

Informatievoorziening
Om Informatievoorziening (DIV en ICT) verder te verstevigen werken we aan professionalisering van onze processen, goed beheer van de automatisering en hebben we extra aandacht voor Informatiebeveiliging. De automatisering en het applicatielandschap voldoen technisch gezien. Het informatielandschap is echter kwetsbaar vanwege onderbezetting op ICT en DIV. Er spelen afdeling overstijgende belangen in het landschap (op het gebied van architectuur, security, privacy en beschikbaarheid en beheer van informatie). De ambities en ontwikkelingen richten zich dan ook op versterking van de Informatievoorziening-functie. De speerpunten zijn:
-    Grip op het informatielandschap (ICT-visie, architectuur, behoeftemanagement, beheer)
-    I-expertise aanreiken aan de vakafdelingen 
-    Visie en meerjarig realisatieperspectief zaakgericht werken
-    Versterken van de competenties binnen Informatievoorziening (ICT en DIV)
-    Het ontsluiten van data om bij te dragen aan de verbetering van processen en sturing

 

Duurzaamheid
Gemeenten hebben een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid. OVER-gemeenten adviseert de gemeenten Wormerland dan ook over hoe panden verduurzaamd kunnen worden. Bij de eigen dienstverlening houdt OVER-gemeenten, bijvoorbeeld op het vlak van facilitaire dienstverlening, duurzaamheid als leidraad aan.


Financieel 
De geraamde baten en lasten van OVER-gemeenten worden voor 62% toegerekend aan de gemeente Wormerland en 38% aan de gemeente Oostzaan, uitgezonderd de afgenomen specifieke dienstverlening. De bijdrage aan OVER-gemeenten die de gemeente Wormerland heeft opgenomen in de Begroting 2023-2026 is gebaseerd op de Begroting 2023 -2026 van OVER-gemeenten.

Paragraaf Taakstellingen en Stelposten

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf is in de begroting 2022 voor het eerst opgenomen. Onze toezichthouder, de Provincie heeft om deze paragraaf gevraagd in verband met de verslechterde financiële positie bij gemeenten. De oorzaak van deze verslechterde financiële positie ligt in het overdragen van taken vanuit het Rijk zonder toereikende financiële middelen om deze taken uit te kunnen voeren. De financiële positie van gemeenten is hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. Gevolg hiervan bij gemeenten zijn dat er steeds vaker bezuinigingsmaatregelen, ombuigingen en/of taakstellingen nodig zijn om de meerjarenbegroting sluitend te maken. In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst welke van deze zaken in de begroting van Wormerland aan de orde zijn.

In deze primaire programmabegroting 2023-2026 zijn de volgende zaken opgenomen:

Stelposten:

Stelposten, opgenomen in de primaire begroting 2023 2024 2025 2026
1) Extra OZB i.v.m. areaaluitbreiding door nieuwe woningen 12.985 31.779 31.779 179.400
         
         
Totaal 12.985 31.779 31.779 179.400

Toelichting:

1) De stelpost voor OZB ivm areaaluitbreiding is niet nieuw, die nemen we al langere tijd op in onze begroting, op basis van de verwachte nieuwbouw in de komende jaren. De nieuwe woningen voor 2022 zijn al in de 1e helft van 2022 daarwerkelijk opgeleverd, zodat de realisatie voor het jaar 2023 van de bovenstaande raming, geen risico met zich meebrengt.

 

Taakstellingen:

Van taakstellingen is verder geen sprake in deze begroting 2023-2026.

 

Paragraaf Kengetallen

Programma 1

Terug naar navigatie - Programma 1

 

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

% Functiemenging (Bron: LISA). De verhouding tussen banen en woningen. Varieert tussen 0% (alleen wonen) en 100% (alleen banen). Bij een waarde van 50% zijn er evenveel woningen als banen.*

42,5**

42,5** 42,5**

Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA)

149,0** 147,78** 147,78**

* Functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen banen). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.

** Actuele gegevens niet beschikbaar bij bron Lisa, dit betreft een schatting.

Programma 2

Terug naar navigatie - Programma 2
Omschrijving Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG) 7,52 15 7**
% Demografische druk (Bron: CBS)*** 79,0 63,0 78,5

* bron: waarstaatjegemeete.nl: in 2020 zijn er 9 woningen meer dan in 2019 op een totaal aantal woningen van 6.971. 
**Prognose aantal woningen per 1 jan 2023: 7087 (zijnde 7.054 woningen plus een prognose van 35 nieuwe woningen in 2022). 
Groei woningvoorraad per 1 jan 2022: 2% Aantal woningen per 1 jan 2022 is 7.054
***De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.

Programma 3

Terug naar navigatie - Programma 3

 

Omschrijving

Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023

Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron: meerdere)

n.b. 500 500

% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12-21 jaar (Bron: CBS Jeugd)

n.b. n.b.* n.b.*

% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: CBS)

n.b. n.b.* n.b.*

% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS)

n.b. 67% 67%

% werkeloze jongeren in de leeftijd 16-22 jaar (Bron:  CBS)

n.b. n.b.* n.b.*

Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS)

249,8 220 220

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS)

n.b. 40** 40**

% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS Jeugd)

6,8% 8,2% 8,2%

% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS)

1,0% n.b.* n.b.*

% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12-23 jaar (Bron: CBS)

n.b. n.b.* n.b.*

Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: CBS MSD WMO)

n.b. 380 380

*) Aantallen zijn niet bekend op "waarstaatjegemeente.nl", daarom ook niet begroot voor 2022 en 2023.

*) Cijfers van CBS wijken af doordat onze administratie voor re-integratie niet volledig gekoppeld is aan het CBS.

Programma 4

Terug naar navigatie - Programma 4

 

Omschrijving

Rekening 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

0 0 0

Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO)

48 23 23

% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: Ingrado)

1,72% 1,1% 1,1%

% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM))

47% 46,8% 45%

 

Programma 5

Terug naar navigatie - Programma 5
Omschrijving Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Veiligheid      
Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt) n.b.* n.b.* n.b.*
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 0,307 n.b.* n.b.*
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS)** 1,042 n.b.* n.b.*
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 1,042 n.b.* n.b.*
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 3,004 n.b.* n.b.*
Milieu en Volksgezondheid      
Omvang huishoudelijk restafval aantal KG per inwoner (Bron: CBS) 188 kg 116 kg 120kg
% Hernieuwbare energie (zon/wind/warmte) (Bron: RWS) n.b.* n.b. n.b.

*De gevraagde cijfers zijn niet bekend via Halt, RWS  en CBS

**de genoemde aantallen betreffen het aantal mishandelingen

Programma 6

Terug naar navigatie - Programma 6
Omschrijving Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS) 324 358 405
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO) 942 1.156 1.196*
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO) 942 1.039 1.053*
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,39 0,39 0,39
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,39 0,39 0,39
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) €676 € 636 € 716
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 14% 5% 11%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 12% 15% 15%

*De woonlasten zijn de OZB, riool- en afvalstoffenheffing van een woonhuis met (geschatte) gemiddelde WOZ-waarde. Het OZB-tarief is gestegen met het inflatiepercentage van 2,2%.