Jaarrekening 2021

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.

Voor de baten van de Algemene Uitkering wordt bij de bepaling van het effect van het accres, uitgegaan van de Decembercirculaire van het desbetreffende jaar.

 

Corona-pandemie

In 2020 is de Corona-pandemie begonnen met een grote impact op de gehele wereld. Ook in 2021 was de pandemie nog volop aanwezig. Op basis van de ontwikkelingen in 2020 en 2021 hebben wij de eventuele risico’s beoordeeld. Hieruit concluderen wij dat het totaal aan risico’s voor ons niet heel veel toeneemt, maar zijn we ons wel bewust van de nog grotere noodzaak tot het voortdurend monitoren van de risico’s. Het college schat op basis van de uitgevoerde analyse in dat het doorvoeren van een duurzame waardevermindering op de activa van de gemeente niet van toepassing is. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op een continuïteitsveronderstelling. Hoewel de toekomstige financiële impact van de uitbraak van COVID-19 ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening nog niet volledig duidelijk is, is het college van mening dat op basis van de thans beschikbare informatie, de inmiddels genomen maatregelen en de huidige liquiditeitspositie de bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerde continuïteitsveronderstelling niet materieel wordt beïnvloed. De gemaakte extra lasten in verband met Corona konden volledig gedekt worden uit de vanuit het Rijk ontvangen Coronacompensatiepakketten. De extra lasten in 2022 verwachten we ook uit dit budget te kunnen dekken.

Immateriële vaste activa
Er zijn geen immateriële vaste activa op de balans aanwezig.

Materiële vaste activa
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

In december 2020 is de nota waardering vaste activa, afschrijving en rente geactualiseerd. De hierin genoemde afschrijvingstermijnen zijn met ingang van 2021 van toepassing:

Immateriële vaste activa:
• bijdragen aan activa in eigendom van derden: max. 5 jaar;
• kosten voor onderzoek en ontwikkeling: 5 jaar.

Bedrijfsgebouwen:
• nieuwbouw woonruimten, kantoren en bedrijfsgebouwen: 40 jaar;
• nieuwbouw scholen, MFA's, peuterspeelzalen, gemeentehuis, gemeentewerf: 60 jaar;
• nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsruimten: 10 jaar;
• installaties: min. 20 jaar;
• inrichting: 10 jaar;
• veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen: 10 jaar;
• renovaties/restauraties: min. 20 jaar;
• verbouwingen: min. 20 jaar.

Grond-, weg- en bouwkundige werken:
• wegen, pleinen en rotondes: max 30 jaar (in verband met wisselende bodemkwaliteit binnen de gemeente wordt de afschrijvingstermijn per geval beoordeeld);
• tijdelijke terreinwerken: 10 jaar;
• openbare verlichting vernieuwen: 15 jaar;
• bruggen, tunnels, viaducten: max. 40 jaar;
• groenvoorzieningen: max. 15 jaar;
• havens, kades, sluizen en waterkeringen: max. 40 jaar;
• waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing: max. 40 jaar;
• straatmeubilair: 10 jaar;
• nieuwbouw zwembad en sporthal 40 jaar;
• aanpassingen zwembad en sporthal 20 jaar;
• aanleg buitensportaccommodatie 25 jaar;
• renovatie bron-pomp en beregeningsinstallatie, verlichting allemaal 10 jaar;
• speeltuinen en speelplaatsen 10 jaar;
• (vrijverval) riolering, niet onderheid: max. 40 jaar;
• rioleringen, wel onderheid: max. 60 jaar;
• pompen en gemalen: 40 jaar;
• parken en sportvelden: max. 10 jaar;
• geluidswallen: max. 20 jaar;

Vervoersmiddelen:
• personenauto's: 7 jaar;
• motorvaartuigen: 5 jaar;
• zware transportmiddelen en schuiten: 5 jaar;
• aanhangwagens en lichte motorvoertuigen: 5 jaar;

Machines, apparatuur en installaties:
• automatiseringsapparatuur: 5 jaar;
• kantoormeubilair en schoolmeubilair: 10 jaar;
• telefooninstallaties: 5 jaar.

Financiële vaste activa:
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde.

Voorraden
Er zijn geen voorraden op de balans aanwezig.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de geformuleerde kwaliteitseisen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het kwaliteitsbeleid uiteengezet.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De vooruit ontvangen subsidies zijn verantwoord onder de overlopende passiva.

Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd. Bij dit stelsel wordt aan het eind van het dienstjaar rekening gehouden met de nog te ontvangen en nog te betalen bedragen die betrekking hebben op het dienstjaar. Niet geraamde bedragen worden verantwoord in het jaar waarin zij blijken.

 

	31-12-2021	31-12-2020
Gewaarborgde geldleningen	9.609.976	9.214.080

 

 

 

 

 

A. VASTE ACTIVA

Conform de nota “Waardering van vaste activa, afschrijving en rente” wordt de activa sinds 2003 afgeschreven volgens de annuïteitenmethode. Vanaf 2017 wordt met een omslagrente van 4% gerekend, conform de in 2016 geactualiseerde nota. In december 2020 is de nota waardering activa, afschrijving en rente geactualiseerd. De rekenrente voor 2021 is al in juni 2020 vastgesteld op 4% bij de Kadernota 2021. Vanaf 2022 wordt de rekenrente jaarlijks berekend bij het opstellen van de Kadernota. De afschrijvingstermijnen van de diverse activa worden in de “Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven” genoemd, evenals de afschrijvingsbedragen en de rentelasten.

Immateriële vaste activa

	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	0	0
Vermeerderingen	0	0
Verminderingen	0	0
Afschrijvingen	0	0
Extra afschrijvingen (i.v.m. stelselwijziging)	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	0	0

 

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld:

		Boekwaarde 31-12-2021	Boekwaarde 31-12-2020
1. Gronden en terreinen	(ec.nut)	813.736	813.736
2. Woonruimten	(ec.nut)	0	0
3. Bedrijfsgebouwen	(ec.nut)	14.387.750	14.627.621
4. Grond-, weg- & waterbouwk.werken	(ec.nut)	194.992	205.161
	(ec.nut, waarvoor heffing kan worden geheven)	8.523.289	8.822.444
	(maatsch.nut)	7.440.032	6.406.195
5. Vervoermiddelen	(ec.nut)	39.837	80.959
6. Machines, apparatuur & installaties	(ec.nut)	183.194	157.140
Totaal materiële vaste activa		31.582.831	31.113.256

 

 

Het verloop gedurende het jaar 2021 ziet er in totaliteit als volgt uit:

	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	31.113.257	31.424.882
Vermeerderingen	1.172.673	680.522
Verminderingen	0	-125
Bijdragen van derden	-12.672	-10.000
Afschrijvingen	-690.428	-982.022
Extra afschrijvingen	0	0
Reclassificatie beginbalans	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	31.582.831	31.113.257

 

In de balans is de volgende onderverdeling gemaakt:

		2021	2020
- Investeringen met een economisch nut:		15.619.510	15.884.617
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden toegepast:		8.523.289	8.822.443
- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut:		7.440.032	6.406.195
Totaal		31.582.831	31.113.256

 

Hieronder is het verloop per onderdeel weergegeven:

Gronden en terreinen	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	813.736	813.736
Reclassificatie beginbalans	0	0
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	0	0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	813.736	813.736

 

Woonruimten	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	0	125
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	-125
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	0	0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	0	0

 

Bedrijfsgebouwen	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	14.627.622	15.015.524
Investeringen	0	23.452
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	-239.872	-411.354
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	14.387.750	14.627.622

 

Grond- weg- en waterbouwkundige werken	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	15.433.800	15.295.539
Investeringen	1.098.809	635.170
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	-12.672	-10.000
Afschrijvingen	-361.623	-486.909
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	16.158.313	15.433.800

 

Vervoermiddelen	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	80.959	120.500
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	-41.122	-39.541
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	39.837	80.959

 

Machines, apparatuur en installaties	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	157.140	179.458
Investeringen	73.865	21.900
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen-	-47.810	-44.218
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	183.194	157.140

 

 

De in 2021 geïnvesteerde bedragen (> € 25.000) worden hieronder nader toegelicht:

 

Grond-, weg- & waterbouwkundige werken	2021
Wegenbeheerplan: Wildschutweg-Leegwaterstraat	99.900
Wegenbeheerplan: Ketelhuisterrein	327.409
Onderhoud/verkeersmaatregel Sluisstraat, Noordweg, Spatterstraat	124.331
Watermuntstraat, gehele openbare ruimte	365.530
Herinrichten Ketelhuisterrein	42.835
Vervanging brug Barnde Molen	83.076
Beschoeiingen 2021 (achterstallig onderhoud)	87.136

 

Machines, apparatuur en installaties	2021
Zonnepanelen gemeentehuis Wormer	68.166

 

Ter aanvulling een toelichting van de in 2021 verminderde investeringen (opbrengsten groter dan € 25.000; bedragen inkomsten/baten worden aangegeven met een ‘min’):

In 2021 waren er geen verminderde investeringen groter dan € 25.000

 

Voor het verloop per krediet, de uitgegeven bedragen en de restantkredieten per 31-12-2021 verwijzen we naar het Overzicht stand van zaken investeringskredieten, welke opgenomen is na de toelichting op de balans.

 

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:	2021
Boekwaarde begin dienstjaar	803.327
Investeringen	0
Desinvesteringen	0
Afschrijvingen/Aflossingen	0
Doorgevoerde waardevermindering	0
Boekwaarde eind dienstjaar	803.327

 

Leningen aan Woningbouwcorporaties:	2021
Boekwaarde begin dienstjaar	3.046.904
Investeringen	0
Desinvesteringen	0
Afschrijvingen/Aflossingen	-247.963
Doorgevoerde waardevermindering	0
Boekwaarde eind dienstjaar	2.798.941

 

Overige langlopende leningen:	Verenigings-gebouw	Starters-leningen	Duurzaamheids-leningen	Blijvers-leningen	Obligatie-lening Alliander	Totaal
Boekwaarde 01-01-2021	122.000	183.063	197.889	14.060	0	517.012
Investeringen	0	32.930	30.700	0	616.466	680.096
Desinvesteringen	0	0	0	0	0	0
Afschrijvingen/Aflossingen	0	-1.110	-29.995	-649		-31.754
Doorgevoerde waardevermindering	0	0	0	0	0	0
Boekwaarde 31-12-2021	122.000	214.884	198.593	13.411	616.466	1.165.354

 

 

 

B. VLOTTENDE ACTIVA

 

Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar	Stand 31-12-2021	Voorziening oninbaarheid	Boekwaarde 31-12-2021	Boekwaarde 31-12-2020
Vorderingen op openbare lichamen	3.557.997	0	3.557.997	2.954.460
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar	1.450.000	0	1.450.000	2.300.000
Overige vorderingen	1.987.493	-184.066	1.803.427	1.414.042
Overige uitzettingen	578.263		578.263	596.723
Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar	7.573.753	-184.066	7.389.687	7.265.225

 

Nadere toelichting:

Vorderingen op openbare lichamen

De vordering op openbare lichamen van € 3.557.997 betreft hoofdzakelijk een vordering in het kader van het btw-compensatiefonds over 2021. Dit bedrag ontvangen we jaarlijks rond 1 juli van het jaar erna.

 

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar

De uitzetting in 's Rijks schatkist van € 1.450.000 betreft de overtollige liquide middelen die we hadden uitstaan bij het ministerie op 31 december 2021. Dit bedrag is € 850.000 lager dan de situatie per 31-12-2020. Deze saldi zijn echt momentopnamen, welke dagelijks kunnen wijzigen.

 

Overige vorderingen

De overige vorderingen betreffen belastingvorderingen in beheer bij Cocensus, vorderingen van sociale zaken en overige vorderingen in beheer bij de gemeente. Ten opzichte van 2020 zijn de overige vorderingen toegenomen met bijna  € 390.000. De voornaamste oorzaak van de forse stijging is het feit dat per 31 december 2021 de huur voor de sporthallen en zwembad nog niet ontvangen was. Deze huur is in januari 2022 inmiddels ontvangen.

In het volgende overzicht staan per dienstjaar de debiteurensaldi weergegeven, uitgesplitst in debiteuren in eigen beheer, belastingdebiteuren en debiteuren sociale zaken.

Jaar	Debiteuren in eigen beheer	Belastingdeb. beheerd door Cocensus	Debiteuren Sociale Zaken	Totaal
t/m 2011	0	0	113.828	113.828
2012	0	1.644	8.521	10.165
2013	0	1.960	8.448	10.408
2014	0	3.403	28.652	32.055
2015	0	3.614	32.125	35.739
2016	0	3.576	13.108	16.684
2017	0	6.182	31.067	37.249
2018	0	10.563	55.024	65.587
2019	0	30.388	31.782	62.170
2020	85	54.785	257.861	312.731
2021	707.021	455.981	127.876	1.290.878
Totaal	707.106	572.095	708.292	1.987.493
Voorziening	-42	-38.736	-145.288	-184.066
Saldo	707.064	533.360	563.004	1.803.427

 

Overige uitzettingen

De overige uitzettingen betreft de gelden in het Revolving Fund. Deze gelden zijn beschikbaar voor het verstrekken van leningen in het kader van Volkshuisvesting, Startersleningen, Duurzaamheidsleningen en Blijversleningen. Het saldo per eind 2021 in het Revolving Fund is ruim € 18.000 lager dan eind 2020. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er € 33.000 aan startersleningen verstrekt zijn en er bijna € 15.000 op is afgelost.

 

 

Liquide middelen (activa en passiva)	2021	2020
Bankrekeningen:
1. Rabobank Burgerzaken	1.805	2.876
2. BNG Algemene Dienst	445.163	175.344
3. BNG Sociale Zaken	-31	-34
4. BNG Belastingen (Cocensus)	-462	-473
Totaal bankrekeningen:	446.475	177.713
Gelden in kas	4.302	2.372
Totaal liquide middelen	450.777	180.085

 

In de balans worden de positieve saldi vermeld aan de activazijde en de negatieve saldi aan de passivazijde. Hiertoe zijn de volgende bedragen opgenomen:

	2021		2020
Activa:       liquide middelen - debet (positieve saldi)	451.270		180.592
Passiva:     liquide middelen - credit (negatieve saldi)	-493	-507
Totaal liquide middelen	450.777		180.085

 

Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden.

Drempelbedrag
Het drempelbedrag is het minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijks kasbeheer te vereenvoudigen; niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen in de schatkist te worden aangehouden die boven het drempelbedrag uitgaan. 
Voor de gemeente Wormerland was het drempelbedrag in de eerste 2 kwartalen van 2021 € 281.000, vanaf het 3e kwartaal is dit verhoogd naar € 1.000.000. In 2021 hebben we deze bedragen niet overschreden. In onderstaande tabel ziet u de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen van 2021. 

 

Overlopende activa

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van het Rijk

De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Te ontvangen bedragen van het Rijk	Instantie	Stand  31-12-2020	Ontvangen	Toevoegingen	Vrijgevallen bedragen	Stand  31-12-2021
BTW MFA Neck*	Bel.dienst	83.062	41.531	0	0	41.531
SPUK-gelden btw Sport 2021**	Ministerie VWS	0	21.266	22.394	0	1.128
Totaal		83.062	62.797	22.394	0	42.659

*De totale btw vordering inzake de MFA in Neck wordt in jaarlijks gelijke bedragen van € 41.531 tot en met 2022 ontvangen.

** Per eind 2021 zijn er meer kosten gemaakt dan het voorgeschoten subsidiebedrag voor SPUK-gelden btw Sport 2021, daarom wordt dit verantwoord aan de activazijde van de balans als 'nog te ontvangen subsidie'.

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van overige Nederlandse overheidslichamen

Te ontvangen bedragen van overige overheidslichamen	Instantie	Stand  31-12-2020	Ontvangen	Toevoegingen	Vrijgevallen bedragen	Stand  31-12-2021
Nog te ontvangen subsidie zwerfafval*	Nedvang	31.448	18.693	15.516		28.271
Totaal		31.448	18.693	15.516		28.271

* Per eind 2021 zijn er meer kosten gemaakt dan het voorgeschoten subsidiebedrag voor zwerfafval, daarom wordt dit verantwoord aan de activazijde van de balans als 'nog te ontvangen subsidie'.

 

Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die t.l.v. volgende begrotingsjaren komen

Hieronder vallen de transitorische baten (bedragen die we in 2022 nog verwachten te ontvangen, voor zaken die betrekking hebben op 2021), de nog te ontvangen inkomsten 2021 en vooruitbetaalde kosten over 2022. Per 31 december 2020 was de precariobelasting 2019 en 2020 nog niet opgelegd in verband met lopende bezwaren. In 2021 is deze inhaalslag gemaakt. Dit is de voornaamste oorzaak dat deze balanspost eind 2021 lager is per begin 2021.

 

B. VASTE PASSIVA

 

 

Eigen Vermogen

Het eigen vermogen is onderverdeeld in de reserves en het resultaat na bestemming.

Het eigen vermogen bestaan uit:	2021	2020
Algemene Reserve	3.186.308	4.266.445
Overige bestemmingsreserves	12.932.491	12.706.374
Gerealiseerd resultaat	375.569	-577.134
Totaal	16.494.368	16.395.686

 

De mutaties in de reserves zijn opgebouwd uit:	2021	2020
Boekwaarde begin boekjaar	16.972.819	17.692.542
Vermeerderingen (excl. verschuivingen)	2.050.800	2.225.409
Verminderingen (excl. verschuivingen)	-2.904.820	-2.945.132
Boekwaarde einde boekjaar:	16.118.799	16.972.819

Algemene reserve
De voornaamste functie van de algemene reserve is de bufferfunctie. Deze functie heeft als rol om fluctuaties in de exploitatiesfeer in de toekomst te kunnen opvangen; de voordelige resultaten van jaarrekeningen worden toegevoegd, terwijl nadelige saldi eraan onttrokken kunnen worden.

Overige bestemmingsreserves

Egalisatiereserve algemene uitkering

Deze reserve is bedoeld om grilligheden in de hoogte van de algemene uitkering te ondervangen.

Nog uit te voeren werken
Deze reserve is ingesteld om beschikbaar gestelde gelden voor projecten die aan het eind van enig boekjaar nog niet zijn afgerond te reserveren voor de afronding in het jaar daarna.

Nieuwe brandweerkazerne
Deze reserve is ingesteld om de jaarlijkse kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer te kunnen dekken, zodat deze niet op de jaarlijkse exploitatie drukken.

Verkiezingen
Middels deze reserve worden onregelmatige uitgaven in de diverse jaren gelijk verdeeld over de jaren. Het ene jaar zijn er immers geen verkiezingen, het volgende jaar zijn het er één of twee. Door deze reserve blijven de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk, namelijk het gemiddelde benodigde bedrag.

Opstellen Omgevingsplannen
Het doel van deze reserve is de pieken in de uitgaven met betrekking tot het opstellen van omgevingsplannen te voorkomen zodat de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk blijven.

Sociaal Domein
Het doel van deze reserve is de tekorten binnen het sociaal domein op te kunnen vangen. Zodoende loopt de gemeente minder risico als de uitgaven op het Sociaal Domein hoger uitvallen dan begroot. 

Innovatie Sociaal Domein
Deze reserve is een sub-reserve van de reserve 'Sociaal Domein'. Er is besloten een gedeelte (oorspronkelijk € 150.000) hieruit af te zonderen en speciaal te bestemmen voor innovatie. Een gedeelte van deze reserve is inmiddels bestemd voor de Integrale toegang.

Fonds volkshuisvesting
Uit deze reserve zijn leningen verstrekt aan de woningstichting in het kader van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en aan particulieren in de vorm van Startersleningen.

Privatisering sportvelden
Deze reserve is ingesteld om de privatisering van het onderhoud van de sportverenigingen te financieren.

Ontwikkelingsfonds
Het ontwikkelingsfonds is ingesteld voor het rendabel maken van bouwgrondexploitaties.

Monumentenzorg
Deze reserve is gecreëerd als buffer om externe adviezen etc. uit te kunnen betalen. In de toekomst zullen wellicht nieuwe objecten onderzocht worden alsook bouwhistorische onderzoeken van bestaande rijks- en provinciale monumenten. Tot en met 2021 is de subsidie voor onderhoud van gemeentelijke monumenten afgeroomd. Indien er meer subsidie vertrekt wordt dan begroot is, dan zal dit betaald worden uit deze reserve.

Duurzame energie
Deze reserve is bij de jaarrekening 2020 opgegaan in de reserve Duurzaamheid.

Onderzoeken herbouw sportcomplexen
De reserve Onderzoeken herbouw sportcomplexen is ingesteld  om de mogelijkheden tot herbouw van sportcomplexen (waaronder de sporthal Wormer) te kunnen onderzoeken.

Onderhoud vaarwegen
Deze reserve is bedoeld voor het baggeren van het binnenstedelijk gebied. Omdat dit meestal in de winter gebeurt, en daarom het ene jaar de uitgaven voornamelijk in het 'oude' boekjaar komen, en de volgende keer in het 'nieuwe' boekjaar, is er een aantal jaren geleden voor gekozen het beschikbare budget uit de jaarlijkse exploitatie naar een reserve door te sluizen, zodat er geen pieken en dalen in de werkelijke uitgaven komen.

Fonds duurzaamheidsleningen
Deze reserve is ingesteld voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen.

Speelplaatsen
Jaarlijks wordt een regulier bedrag aan deze reserve toegevoegd en de uitgaven van het desbetreffende jaar worden er aan onttrokken. Hierdoor worden schommelingen in de exploitatie voorkomen.

Duurzame vervanging openbare verlichting
In 2015 is door de Raad tot deze reserve besloten om over een periode van 15 jaar de openbare verlichting in zijn geheel te kunnen vervangen door duurzamere verlichting.

Nieuwe Zaanbrug
De gelden die bestemd zijn voor de dekking van de bouw van de nieuwe Zaanbrug zijn afgezonderd vanuit de reserve Nuon-gelden en in deze nieuwe reserve gestort. Nadat de brug een feit is, worden de jaarlijkse afschrijvingslasten aan deze reserve onttrokken.

Duurzaamheid
Deze reserve is ontstaan vanuit de reserve Nuon-gelden, De reserve is ingesteld om een bijdrage te leveren aan de ambities gesteld in het Nationale Energieakkoord uit 2013 (16% duurzame opwekking in 2023 en/of 1,5% energiebesparing per jaar). Het Klimaatakkoord uit 2019 is een initiatief van het kabinet en bouwt voort op het Energieakkoord uit 2013. Het doel van het Klimaatakkoord is vermindering van de uitstoot van broeikassen. Concreet ligt er een claim op de gelden in de reserve Duurzaamheid voor de jaarlijkse duurzaamheidsinitiatieven, de aanpak van bodemdaling Wormer- en Jisperveld en de voor 3,5 jaar aangetrokken duurzaamheidsmanager.

Blijversleningen
Deze reserve is ingesteld voor het kunnen verstrekken van leningen aan mensen die hiermee aanpassingen in hun woning kunnen laten doen waardoor ze langer in hun huis kunnen blijven wonen.

Egalisatiereserve leges omgevingsvergunningen
Deze reserve is bij de Begroting 2021 gecreëerd om grote fluctuatie in de leges door grote bouwprojecten te spreiden over de jaren. Inmiddels is bekend dat een voorziening hiervoor beter past dan een reserve. Deze reserve is in het Najaarsbericht 2021 om deze reden weer opgeheven.

 

De reserves waarvan de totale toevoeging of onttrekking groter is dan € 25.000 worden hieronder toegelicht:

Algemene Reserve
Algemene Reserve
Toevoeging conform primaire begroting 2021: jaarlijks 20% van de precario-opbrengst aframen om toekomstige wegval van precario-opbrengst geleidelijk op te vangen (in 2021 is in totaal 80% afgeraamd)	233.368
Toevoeging: terugstorten van het in 2020 voorgeschoten coronabudget uit de Algemene reserve als voorschot op de rijksbijdrage (raadsbesluit 26 mei 2020)	250.000
Totaal toevoegingen:	483.368
Onttrekking vanuit de resultaatbestemming van 2020 (raadsbesluit 29 juni 2021)	-1.026.173
Onttrekking conform primaire begroting 2021 t.b.v. incidenteel budget omgevingswet	-174.000
Onttrekking in verband met de verwachte stijging van de kosten voor de nieuwbouw van de Zaanbrug als gevolg van een hogere inflatie dan verwacht vanaf 2020 en de uitstel van de verwachte afronding van het project van april 2023 naar eind 2023. Gelijk met deze stijging van de verwachte kosten is € 310.632 in 2021 toegevoegd aan de reserve Zaanbrug ten laste van de Algemene reserve (raadsbesluit 21 december 2021).	-310.632
Onttrekking ivm incidenteel budget Fraudebestrijdingsapparatuur (raadsbesluit bij begrotingsraad 9 nov 2020)	-12.700
Onttrekking t.b.v. het begeleid van het ombuigingsproces om tot een sluitende begroting 2022 te komen (raadsbesluit 18 mei 2021)	-40.000
Totaal onttrekkingen:	-1.563.505

 

Bestemmingsreserves
Reserve Nog uit te voeren werken
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: toerisme (raadsbesluit 29 juni 2021)	10.505
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: coronabudget (raadsbesluit 29 juni 2021)	233.975
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: aanbesteding datacenter (raadsbesluit 29 juni 2021)	186.334
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: wijkbudget participatie (raadsbesluit 29 juni 2021)	2.850
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: communicatie (raadsbesluit 29 juni 2021)	10.000
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: mediation (raadsbesluit 29 juni 2021)	5.375
Toevoeging: onbenutte gelden  kunstonderhoud reserveren (amendement 'Beeldende kunst' bij Begroting 2020, raadsbesluit nov 2019)	1.180
Toevoeging: implementatie omgevingswet (restant budget 2021 meenemen naar 2022)	107.720
Toevoeging: budget Kerkenvisie mee naar 2022 (raadsbesl Najaarsbericht 2021)	25.000
Toevoeging: restbudget 2021 'Bestuurlijke toekomst' meenemen naar 2022	23.502
Totaal toevoegingen:	606.441
Onttrekking: Vanuit deze reserve zijn uitgaven gedaan uit eerder gereserveerde budgetten, zoals onder andere kosten m.b.t. saneringskosten Poort van Wormer, bijdrage martplein centrum Wormer, Zaanoeverproject, mediation, aanpak bodemdaling, coronakosten, aanbesteding datacenter, onderzoek sporthal, telefonische bereikbaarheid, toerisme en streekmarketing, bestuurlijke toekomst.	-526.287
Onttrekking:  Dit deel van de  eerder gereserveerde budgetten valt vrij uit deze reserve. De twee grootste oorzaken zijn de vrijvallende budget voor optekenen erfgoedverhalen en meevallende kosten budget burgemeesterswissel.	-34.745
Totaal onttrekkingen:	-561.032
Reserve Nieuwe brandweerkazerne
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer, conform begroting	-52.798
Totaal onttrekkingen:	-52.798
Reserve Verkiezingen
Jaarlijkse toevoeging conform begroting	31.123
Totaal toevoegingen:	31.123
Onttrekking: Op 17 maart 2021 zijn de Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Normaliter worden de werkelijke kosten voor verkiezingen ten laste van deze reserve gebracht. In 2021 werden de verkiezingen echter onder zeer specifieke organisatorische omstandigheden gehouden als gevolg van de coronapandemie. De reguliere begrote kosten ad € 25.000 zijn ten laste van de reserve 'Verkiezingen' gebracht. De verkiezingen waren echter bijna € 78.000 duurder dan begroot. Deze extra kosten zijn gedekt uit het coronabudget en niet ten laste van de reserve verkiezingen gebracht.	-25.000
Totaal onttrekkingen:	-25.000
Reserve Opstellen omgevingsplannen
Jaarlijkse toevoeging conform begroting	18.000
Totaal toevoegingen:	18.000
Conform bestaand beleid zijn de werkelijke gemaakte kosten t.b.v. omgevingsplannen 2021 onttrokken aan deze reserve	-25.925
Totaal onttrekkingen:	-25.925
Reserve Sociaal domein
Toevoeging: conform bestaand beleid is het saldo (werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten) van het Sociaal domein vereffend met deze reserve. In verband met het afboeken van reserveringen voor nog te verwachte kosten 2018 t/m 2020 is saldo Sociaal domein positief in 2021.	350.050
Totaal toevoegingen:	350.050
Onttrekking: gezinscoaches 2021 (raadsbesluit 18 mei 2021 'Voorjaarsbericht 2021')	-152.000
Totaal onttrekkingen:	-152.000
Reserve Innovatie Sociaal domein
Onttrekking: werkelijke kosten 2021 Integrale aanpak	-9.188
Totaal onttrekkingen:	-9.188
Reserve Onderzoek herbouw sportcomplexen
Onttrekking: Haalbaarheidsonderzoek sportaccommodaties Wormer deels gefinancierd uit de Reserve Onderzoek herbouw sportcomplexen (raadsbesluit 22 juni 2021)	39.999
Totaal onttrekkingen:	39.999
Reserve Onderhoud vaarwegen
Conform de begroting is aan deze reserve het jaarlijkse bedrag van € 90.000 toegevoegd	90.000
Totaal toevoegingen:	90.000
Conform het bestaand beleid zijn de werkelijke gemaakte kosten in 2021 voor het baggeren aan deze reserve onttrokken	-53.059
Totaal onttrekkingen:	-53.059
Reserve Speelplaatsen
Het reguliere begrote bedrag is aan de reserve toegevoegd	60.000
Totaal toevoegingen:	60.000
De werkelijk gemaakte kosten zijn onttrokken volgens bestaand beleid	-100.940
Totaal onttrekkingen:	-100.940
Reserve Duurzaamheid
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: de reserve Duurzame energie is opgeheven. Het saldo van die reserve is toegevoegd aan de reserve Duurzaamheid (Raadsbesluit 29 juni 2021 Jaarstukken 2020)	99.124
Totaal toevoegingen:	99.124
Onttrekking: Duurzaamheidsmanager 2021 (raadsbesluit 17 sept 2019)	-81.000
Onttrekking: Werkelijke kosten duurzaamheidsinitiatieven 2021	-20.445
Onttrekking: Zonnepanelen zwembad 2021 (vervolgd in 2022), raadsbesluit 22 juni 2021 'Verduurzaming zwembad'	-7.000
Onttrekking: Haalbaarheidsonderzoek aquathermie (raadsbesluit 2 feb 2021 'Transitievisie warmte')	-13.090
Onttrekking: Opstellen transitievisie warmte (raadsbesluit 2 feb 2021 'Transitievisie warmte')	-1.300
Totaal onttrekkingen:	-122.835
Reserve Duurzame energie
Onttrekking vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2020: de reserve Duurzame energie is opgeheven. Het saldo van die reserve is toegevoegd aan de reserve Duurzaamheid (Raadsbesluit 29 juni 2021 Jaarstukken 2020)	-99.124
Totaal onttrekkingen:	-99.124
Reserve Duurzame vervanging openbare verlichting
Onttrekking: Ieder jaar wordt er € 30.000 vanuit deze reserve beschikbaar gesteld voor het vervangen van openbare verlichting door ledverlichting. In 2021 is de zijn de kosten van de duurzame herinrichting van de openbare verlichting Watermuntstraat-Koningsvarenstraat ten laste gebracht van deze reserve.	-66.956
Totaal onttrekkingen:	-66.956
Reserve Zaanbrug
Toevoeging: Deze reserve is bedoeld om toekomstige afschrijvingslasten van de Zaanbrug te dekken zodat deze lasten niet op het begrotingssaldo drukken. Om dit te waarborgen moet de hoogte van deze reserve gelijk te zijn aan de verwachte kosten voor de bouw van de Zaanbrug. In 2021 zijn deze verwachte kosten voor de Zaanbrug gestegen met € 310.632 als gevolg van een hogere inflatie dan verwacht vanaf 2020 en de uitstel van de verwachte afronding van het project van april 2023 naar eind 2023. Gelijk met deze stijging van de verwachte kosten is € 310.632 in 2021 toegevoegd aan de reserve (raadsbesluit 21 december 2021).	310.632
Totaal toevoegingen:	310.632

 

Voorzieningen

	2021	2020
Onderhoudsegalisatievoorzieningen	1.622.311	1.487.962
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's	2.709.845	2.627.282
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting	1.882.021	1.455.927
Totaal	6.214.178	5.571.170

 

 

Het verloop van de voorzieningen in 2021 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

Voorzieningen	Saldo 01-01-2021	Toevoegingen 2021	Vrijgevallen bedragen 2021	Aanwendingen  2021	Saldo 31-12-2021
Voorzieningen ter egalisering van de kosten
Meerjaren onderhoudsplan (MOP) gebouwen	1.406.784	315.188	0	262.486	1.459.486
Onderhoud gymnastiekinrichting	53.848	19.728	7.195	30.468	35.913
Bruggen en kunstwerken	27.329	180.704	0	81.121	126.912
Totaal	1.487.962	515.620	7.195	374.075	1.622.311
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Pensioenen wethouders	2.627.282	189.353	0	106.790	2.709.845
Wachtgelden (voormalig) wethouders	0	0	0	0	0
Personele maatregelen	0	0	0	0	0
Totaal	2.627.282	189.353	0	106.790	2.709.845
Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven
Egalisatie riolering	1.455.927	426.094	0	0	1.882.021
Egalisatie afval	0	0	0	0	0
Totaal	1.455.927	426.094	0	0	1.882.021
Totaal voorzieningen	5.571.170	1.131.067	7.195	480.865	6.214.178

 

Hieronder volgt een toelichting op de aard en reden van iedere voorziening:

Meerjarenonderhoudsplan (MOP)
Voor de gemeentelijke panden zijn allemaal afzonderlijke onderhoudsplannen opgesteld. In 2019 zijn deze MOPs geactualiseerd, en hebben op dit moment een looptijd tot en met 2040. Iedere 4 jaar zullen deze MOPs weer opnieuw tegen het licht worden gehouden, en waar nodig budgetten worden bijgesteld.

Onderhoud gymnastiekinrichting
Deze voorziening is in 2012 ingesteld voor de gymnastiekinrichting in de gymzalen die de gemeente beheert. Dit onderhoudsplan had een looptijd tot en met 2020. In 2021 zou er een nieuwe onderhoudsplan worden opgesteld, dit is echter niet gebeurd door de extra werkzaamheden die op ons afkwamen in verband met de coronapandemie. Het nieuwe onderhoudsplan wordt nu in 2022 opgesteld.

Bruggen en kunstwerken
Deze voorziening is ingesteld bij de begroting 2018 naar aanleiding van het nieuwe beheerplan Civieltechnische kunstwerken en dient om schommelingen in onderhoudswerkzaamheden te egaliseren. De bruggen en duikers zijn opnieuw geïnspecteerd in 2021. Dit geeft een gewijzigd onderhoudsprogramma 2021-2024 met als resultaat een kostenverhoging vanaf 2021. De gemiddelde onderhoudskosten zijn gestegen met €72.333, van €108.371 naar €180.704 (Kadernota 2021).

Pensioenen wethouders
De omvang van deze voorzieining dient gelijk te zijn aan de toekomstige pensioenverplichtingen van de huidige en de gewezen wethouders. Dit geldt voor zowel de reeds pensioengerechtigde wethouders als de nog niet pensioengerechtigde wethouders. Hiertoe worden per persoon actuariële waardeberekeningen opgesteld waarin rekening wordt gehouden met verwachte levensduur, de eventuele partner, de (variabele) pensioengerechtigde leeftijd en de te hanteren rente. Daarmee is zichtbaar voor welk bedrag oud- en zittende wethouders pensioen hebben opgebouwd. Een vertrokken wethouder kan op elk moment verzoeken om de waarde van zijn pensioen over te dragen aan een ander pensioenfonds. Dit maakt de pensioenverplichtingen direct opeisbaar en dienen daarom in een voorziening aanwezig te zijn op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Er zijn ook organisaties die gemeenten de mogelijkheid bieden zich hiervoor te verzekeren. Deze optie zou welliswaar incidentele toevoegingen en onttrekkingen in de voorziening voorkomen, maar zorgt voor een structurele last in de exploitatie en dient dan ook gedekt te worden met structurele baten. Dit laatste is de movitatie om de pensioenverplichting in een voorziening te reserveren en de grote, niet beïnvloedbare, fluctuaties te accepteren.

Wachtgelden (voormalig) wethouders
Deze voorziening is ingesteld bij de begroting 2016. Hier is de berekende wachtgeldverplichting opgenomen van de voormalige wethouders die recht hebben op wachtgeld. De maandelijkse wachtgeldbetaling wordt er vervolgens aan onttrokken. Per 31 december 2021 zijn er geen betalingsverplichtingen en derhalve is de voorziening leeg.

Egalisatievoorziening riolering
Deze voorziening is in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen rioolheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor riolering te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

Egalisatievoorziening afval
Deze voorziening is eveneens in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen afvalstoffenheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor afval te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

 

 

De toevoegingen en onttrekkingen groter dan € 25.000 worden hieronder toegelicht:

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Pensioenen wethouders
Toevoeging conform begroting	123.481
Extra (verplichte) storting in de voorzieining naar aanleiding van de actuele actuariële waardeberekeningen van de wethouders en oud-wethouders. Omdat de pensioenen per direct opeisbare verplichtingen zijn moet de hoogte van de voorziening volgens de financiële richtlijnen verplicht gelijk zijn aan deze waardeberekeningen. De oorzaak van de benodigde extra € 65.000 is een wijziging in pensioenleeftijd en een daling van de rekenrente van 0,290% (eind 2020) naar 0,082% (eind 2021).	65.000
Er is aan pensioenen oud-wethouders een bedrag uitbetaald van:	-106.788

 

Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Meerjaren Onderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen
In totaal is in 2021 aan deze voorziening MOP’s toegevoegd:	315.188
In 2021 bedroegen de uitgaven aan onderhoud van de diverse gebouwen:	-262.486
Onderhoud gymnastiekinrichting diverse sportzalen
In 2021 bedroegen de uitgaven aan onderhoud gymnastiekinrichting van de diverse sportzalen:	-30.468
Bruggen en kunstwerken
Conform begroting wordt aan deze voorziening toegevoegd:	180.704
De werkelijke kosten in 2021 m.b.t. bruggen en kunstwerken:	-81.121

 

Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven
Egalisatie riolering
Toevoeging egalisatievoorziening riolering	426.094

 

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

 

De vaste schulden bestaan uit langlopende geldleningen en waarborgsommen. In de tabel hieronder staan de totale mutaties per onderdeel.

Langlopende leningen	2021	2020
Saldo begin boekjaar	14.359.879	15.387.316
Reguliere aflossingen	-1.019.654	-1.027.437
Vervroegde aflossing	0	0
Opgenomen leningen	2.000.000	0
Saldo einde boekjaar	15.340.225	14.359.879

 

Alle langlopende leningen zijn bij de Bank Nederlandse Gemeenten afgesloten.

De totale rentelast voor het jaar 2021 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt: € 204.037.

Van de verplichtingen met een looptijd langer dan één jaar moet in 2022 een bedrag van € 1.054.231 worden afgelost aan de leningverstrekker.

 

Waarborgsommen	2021	2020
Saldo begin boekjaar	6.295	6.295
Terugbetaalde / afgewikkelde waarborgsommen	0	0
Ontvangen waarborgsommen	0	0
Saldo einde boekjaar	6.295	6.295

 

 

 

B. VLOTTENDE PASSIVA

 

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De vlottende schulden bestaan uit kasgeldleningen, bank- en girosaldi en overige schulden.

Kasgeldleningen

Per ultimo 2021 hadden we geen kasgeldlening lopen.

Liquide middelen

De post liquide middelen (negatieve banksaldi) is samen met de saldi aan de debetzijde (positieve banksaldi) van de balans uiteengezet in de Liquide middelen onder de Vlottende Activa. Totale negatieve banksaldi per ultimo 2021 bedroeg € 493.

Overige schulden

De post overige schulden betreft facturen die betrekking hebben op 2021 maar begin 2022 zijn betaald. Hieronder volgt een uitsplitsing van de overige schulden in crediteuren, schulden aan openbare lichamen, te betalen pensioenpremies, te betalen belastingen en sociale premies.

Overige schulden	31-12-2021
Crediteuren	1.976.631
Schulden aan openbare lichamen	2.150.935
Te betalen pensioenpremies	6.747
Te betalen belastingen	55.440
Te betalen sociale premies	602
Totaal	4.190.354

 

 

Overlopende passiva

 

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen
Hieronder vallen de transitorische lasten (zaken waarvoor we in 2022 nog facturen verwachten, van zaken die in 2021 zijn uitgevoerd), de transitorische rente (rente over het jaar 2021, welke we in 2022 moeten betalen) en de overige nog te betalen kosten. Hieronder volgt een uitsplitsing van deze balanspost.

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen	31-12-2021
Transitorische lasten	497.868
Transitorische rente	83.173
Project Neck Zuid	389.151
Overige nog te betalen kosten	252.579
Totaal	1.222.771

 

Voorschotbedragen ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Voorschotbedragen overheid	Instantie	Stand 31-12-2020	Toevoegingen 2021	Vrijgevallen bedragen 2021	Stand 31-12-2021
Vooruitontvangen van Rijksoverheid
Vooruitontvangen SPUK-gelden 2020*	Ministerie VWS	158.939	0	-158.939	0
Vooruitontvangen OAB-gelden (onderwijsachterstandenbeleid)	Ministerie OCW	312.442	325.124	-164.073	473.493
Vooruitontvangen klimaatsubsidie: Regeling extern advies warmtetransitie (EAW)	Rijksdienst voor Ondernemend Nederland	20.660	0	-20.660	0
Spuk 1: Vooruitontvangen subsidie: Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek (Spuk 1 is opgegaan in Spuk 2)**	Ministerie van Financiën	3.862	0	-3.862	0
Spuk 2: Vooruitontvangen subsidie: Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek (Spuk 1 is opgegaan in Spuk 2)**	Ministerie van Financiën	0	12.501	0	12.501
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen ivm toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting)	Ministerie van Financiën	0	0	-11.415	-11.415
Voorschot Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers 2020 (TOZO)	Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid	1.188.774	0	-960.608	228.166
Voorschot Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers 2021 (TOZO)	Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid	0	936.080	-698.338	237.742
Regeling reductie energiegebruik (RRE) (gezamenlijke subsidieaanvraag gemeente Wormerland, Oostzaan, Beemster en Waterland)	Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties	299.745	0	-268.992	30.753
Totaal		1.984.422	1.273.705	-2.286.887	971.241
Vooruitontvangen van overige Nederlandse overheden
Vooruitontvangen klimaatsubsidie: Regionaal energiebesparingspramma (REP)	Provincie Noord-Holland (via de gemeente Purmerend)	8.025		-8.025	0
Vooruitontvangen subsidie voor het project 'Recreatieve voorzieningen - waterrecreatie Wormer- en Jisperveld' (80% ontvangen in 2021)	Provincie Noord-Holland	0	14.792	0	14.792
Totaal		8.025	14.792	-8.025	14.792
Totaal		1.992.447	1.288.497	-2.294.912	986.033

* Per eind 2021 zijn er meer kosten gemaakt dan het voorgeschoten subsidiebedrag voor SPUK-gelden btw Sport 2021, daarom wordt dit verantwoord aan de activazijde van de balans als 'nog te ontvangen subsidie'.

**Spuk 1 en Spuk 2, beiden 'Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp gedupeerden toeslagenproblematiek',  zijn in 2021 samengevoegd tot Spuk 2. De voor Spuk 1 ontvangen subsidie in 2020 bedroeg €  3.862 en de in 2021 ontvangen subsidie voor Spuk 2 bedraagt €  8.639. Dat maakt de vooruitontvangen subsidie Spuk 2 in totaal € 12.501.

 

Overige Vooruitontvangen bedragen die t.b.v. de volgende begrotingsjaren komen
Hieronder vallen alle overige overlopende passiva die ten laste komen van volgende begrotingsjaren.

 

 

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen

Aan de passivazijde van de balans is buiten de balanstelling het bedrag vermeld waarvoor aan diverse rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verleend, als ook de langlopende contracten van materiële omvang.

De gewaarborgde geldleningen zijn als volgt samengesteld:

Waarborgen en garanties	Hoofdsom leningen	Bedrag restschuld 31-12-2021 voor 100%	Percentage borgstelling	Gegarandeerd door gemeente  31-12-2021 (risico)	Gegarandeerd door gemeente 31-12-2020
Voor 100% gegarandeerde geldleningen, volledig geborgd door WSW (geen risico)	10.000.000	10.000.000	100%	0	0
Voor 50% gegarandeerde leningen, volledig geborg geldleningen door WSW (geen risico)	42.587.747	41.320.964	50%	0	0
Voor 100% gewaarborgde geldleningen overig	5.575.554	3.597.706	100%	3.597.706	3.792.157
Voor 50% gewaarborgde geldleningen overig	0	0	50%	0	0
Gewaarborgde geldleningen overig (diverse borgingspercentages)	643.564.000	591.858.000	div.%	6.012.270	5.421.923
Totaal	701.727.302	646.776.670		9.609.976	9.214.080

Er zijn in 2021 geen betalingen door de gemeente Wormerland verricht in verband met deze garantstellingen.

 

Langlopende contracten van materiële omgang

Hieronder volgt een overzicht van langlopende contracten van substantiële aard. Dit overzicht is niet uitputtelijk.

Hieronder ziet u een overzicht van de investeringskredieten. Een aantal kunnen per 31-12-2021 worden afgesloten, anderen lopen door naar 2022.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording.