Jaarrekening 2022

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Voor de baten van de Algemene Uitkering wordt uitgegaan van de decembercirculaire van het desbetreffende jaar.

Immateriële vaste activa

De eventuele kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio kunnen naar keuze worden geactiveerd dan wel direct ten laste van de exploitatie gebracht, agio wordt direct ten gunste van de exploitatie gebracht. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen.  Immateriële vaste activa worden annuïtair afgeschreven.

 

Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa

a	maximaal 5 jaar	bijdragen aan activa in eigendom van derden
b	5 jaar	kosten voor onderzoek en ontwikkeling

 

Materiële vaste activa

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het jaar na ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit wordt niet afgeschreven. Wanneer een bestemmingsreserve beschikbaar is voor de verkrijging/vervaardiging van een kapitaalgoed, wordt deze ingezet ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. 

In december 2020 is de nota waardering vaste activa, afschrijving en rente geactualiseerd. De hierin genoemde afschrijvingstermijnen zijn met ingang van 2021 van toepassing. Dit afschrijvingsbeleid is onderdeel van de Financiële verordening gemeente Wormerland.

De afschrijvingstermijnen in de onderstaande lijst worden gehanteerd voor nieuwe investeringen. Voor bestaande activa wordt de afschrijvingstermijn individueel bepaald op basis van de reële te verwachten levensduur.

 

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut

Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Het gaat hier over investeringen die verhandelbaar zijn en kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Voorbeelden hiervan zijn: auto’s, gebouwen, computers.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden annuïtair afgeschreven in:

a	maximaal 40 jaar	(vrijverval)rioleringen niet onderheid
	maximaal 60 jaar	rioleringen wel onderheid
b	10 jaar	aanleg tijdelijke terreinwerken
c	40 jaar	nieuwbouw woonruimten, kantoren en bedrijfsgebouwen
d	60 jaar	nieuwbouw scholen, MFA’s, peuterspeelzalen, gemeentehuis, gemeentewerf
e	10 jaar	nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen
f	minimaal 20 jaar	renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, en schoolgebouwen
g	minimaal 20 jaar	renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen
h	20 jaar	technische installaties in bedrijfsgebouwen
i	10 jaar	veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen
j	5 jaar	telefooninstallaties
k	5 jaar	automatiseringsapparatuur
l	10 jaar	kantoormeubilair en schoolmeubilair
m	5 jaar	motorvaartuigen
n	5 jaar	zware transportmiddelen en schuiten
o	5 jaar	aanhangwagens en lichte motorvoertuigen
p	7 jaar	personenauto’s

 
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut

Dit zijn voorzieningen die duidelijk een maatschappelijk nut dienen, maar geen eigen middelen genereren en niet kunnen worden verhandeld. Voorbeelden hiervan zijn bruggen en wegen.

De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut met een aanschafprijs boven de € 10.000 worden annuïtair afgeschreven in:

a	maximaal 10 jaar	parken, sportvelden
b	maximaal 15 jaar	groenvoorzieningen
c	maximaal 30 jaar	wegen, pleinen en rotondes - in verband met wisselende bodemkwaliteit binnen de gemeente wordt de afschrijvingstermijn per geval beoordeeld
d	maximaal 40 jaar	tunnels, viaducten en bruggen
e	maximaal 20 jaar	geluidswallen
f	15 jaar	openbare verlichting
g	10 jaar	straatmeubilair
h	maximaal 40 jaar	havens, kades, sluizen en waterkeringen
i	maximaal 40 jaar	waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing
j	40 jaar	pompen en gemalen

 

Financiële vaste activa:

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden
partijen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorraden
Er zijn geen voorraden op de balans aanwezig.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de geformuleerde kwaliteitseisen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het kwaliteitsbeleid uiteengezet.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De vooruit ontvangen subsidies zijn verantwoord onder de overlopende passiva.

Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd. Bij dit stelsel wordt aan het eind van het dienstjaar rekening gehouden met de nog te ontvangen en nog te betalen bedragen die betrekking hebben op het dienstjaar. Niet geraamde bedragen worden verantwoord in het jaar waarin zij blijken.

 

	31-12-2022	31-12-2021
Gewaarborgde geldleningen	8.076.882	9.609.976

 

 

 

 

 

A. VASTE ACTIVA

Conform de nota “Waardering van vaste activa, afschrijving en rente” wordt de activa afgeschreven volgens de annuïteitenmethode. In december 2020 is de nota waardering activa, afschrijving en rente geactualiseerd. Vanaf 2022 wordt de rekenrente jaarlijks berekend bij het opstellen van de Kadernota. In de Kadernota 2022 is de rekenrente vastgesteld op 1,5%. De afschrijvingstermijnen van de diverse activa worden in de “Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven” genoemd, evenals de afschrijvingsbedragen en de rentelasten.

Immateriële vaste activa

	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	0	0
Vermeerderingen	0	0
Verminderingen	0	0
Afschrijvingen	0	0
Extra afschrijvingen (i.v.m. stelselwijziging)	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	0	0

 

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Onderverdeling materiële vaste activa		Boekwaarde 31-12-2022	Boekwaarde 31-12-2021
1. Gronden en terreinen	(ec.nut)	813.736	813.736
2. Woonruimten	(ec.nut)	0	0
3. Bedrijfsgebouwen	(ec.nut)	14.026.284	14.387.750
4. Grond-, weg- & waterbouwk.werken	(ec.nut)	182.946	194.992
	(ec.nut, waarvoor heffing kan worden geheven)	8.245.924	8.523.289
	(maatsch.nut)	7.791.789	7.440.032
5. Vervoermiddelen	(ec.nut)	44.457	39.837
6. Machines, apparatuur & installaties	(ec.nut)	168.099	183.194
Totaal materiële vaste activa		31.273.235	31.582.831

 

 

Het verloop van de materiële vaste activa gedurende het jaar 2022 ziet er in totaliteit als volgt uit:

Verloop materiële vaste activa	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	31.582.831	31.113.257
Vermeerderingen	648.972	1.172.673
Verminderingen	0	0
Bijdragen van derden	0	-12.672
Afschrijvingen	-958.568	-690.428
Extra afschrijvingen	0	0
Reclassificatie beginbalans	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	31.273.235	31.582.831

 

In de balans is de volgende onderverdeling gemaakt:

		2022	2021
- Investeringen met een economisch nut:		15.235.522	15.619.510
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden toegepast:		8.245.924	8.523.289
- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut:		7.791.789	7.440.032
Totaal		31.273.235	31.582.831

 

Hieronder is het verloop per onderdeel weergegeven:

Gronden en terreinen	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	813.736	813.736
Reclassificatie beginbalans	0	0
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	0	0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	813.736	813.736

 

Woonruimten	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	0	0
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	0	0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	0	0

 

Bedrijfsgebouwen	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	14.387.750	14.627.622
Investeringen	0	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	-361.466	-239.872
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	14.026.284	14.387.750

 

Grond- weg- en waterbouwkundige werken	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	16.158.313	15.433.800
Investeringen	593.474	1.098.809
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	-12.672
Afschrijvingen	-531.128	-361.623
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	16.220.659	16.158.313

 

Vervoermiddelen	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	39.837	80.959
Investeringen	17.227	0
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen	-12.608	-41.122
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	44.457	39.837

 

Machines, apparatuur en installaties	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	183.194	157.140
Investeringen	38.272	73.865
Desinvesteringen	0	0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd	0	0
Afschrijvingen-	-53.367	-47.810
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering	0	0
Boekwaarde einde boekjaar	168.099	183.194

 

 

De in 2022 geïnvesteerde bedragen (> € 25.000) worden hieronder nader toegelicht:

 

Grond-, weg- & waterbouwkundige werken (investeringen > € 25.000)	2022
Watermuntstraat, gehele openbare ruimte	€ 94.988
Noorderweg en Veerdijk t.h.v. Bijdam Wegen	€ 329.253
Wezenland wegen	€ 46.936
Beschoeiingen	€ 26.042

 

Machines, apparatuur en installaties (investeringen > € 25.000)	2022
ICT-middelen nieuwe raad (n.a.v. verkiezingen in maart 2022)	€ 28.037

 

Ter aanvulling een toelichting van de in 2022 verminderde investeringen (opbrengsten groter dan € 25.000):

In 2022 waren er geen verminderde investeringen groter dan € 25.000

 

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen:	2022
Boekwaarde begin dienstjaar	803.327
Investeringen	0
Desinvesteringen	0
Afschrijvingen/Aflossingen	0
Doorgevoerde waardevermindering	0
Boekwaarde eind dienstjaar	803.327

 

Leningen aan Woningbouwcorporaties:	2022
Boekwaarde begin dienstjaar	2.798.941
Investeringen	0
Desinvesteringen	0
Afschrijvingen/Aflossingen	-248.940
Doorgevoerde waardevermindering	0
Boekwaarde eind dienstjaar	2.550.001

 

Overige langlopende leningen:	Verenigings-gebouw	Starters-leningen	Duurzaamheids-leningen	Blijvers-leningen	Obligatie-lening Alliander	Totaal
Boekwaarde begin dienstjaar	122.000	214.884	198.593	13.411	616.466	1.165.354
Investeringen	0	39.750	149.785	0	0	189.535
Desinvesteringen	0	0	0	0	0	0
Afschrijvingen/Aflossingen	-2.018	-77.659	-31.870	-13.411	0	-124.958
Doorgevoerde waardevermindering	0	0	0	0	0	0
Boekwaarde eind dienstjaar	119.982	176.974	316.509	0	616.466	1.229.931

 

 

 

B. VLOTTENDE ACTIVA

 

Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar	Stand 31-12-2022	Voorziening oninbaarheid	Boekwaarde 31-12-2022	Boekwaarde 31-12-2021
Vorderingen op openbare lichamen	3.215.143	0	3.215.143	3.557.997
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar	5.350.000	0	5.350.000	1.450.000
Overige vorderingen	1.657.149	-218.760	1.438.389	1.803.427
Overige uitzettingen	526.470	0	526.470	578.263
Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar	10.748.762	-218.760	10.530.001	7.389.687

 

Nadere toelichting:

Vorderingen op openbare lichamen

De vordering op openbare lichamen van € 3.215.143 betreft hoofdzakelijk een vordering in het kader van het btw-compensatiefonds over 2022. Dit bedrag ontvangen we jaarlijks rond 1 juli van het jaar erna.

 

Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar

De uitzetting in 's Rijks schatkist van € 5.350.000 betreft de overtollige liquide middelen die we hadden uitstaan bij het ministerie op 31 december 2022. Deze saldi zijn echt momentopnamen, welke dagelijks kunnen wijzigen.

 

Overige vorderingen

De overige vorderingen betreffen belastingvorderingen in beheer bij Cocensus, vorderingen van sociale zaken en overige vorderingen in beheer bij de gemeente.

In het volgende overzicht staan per dienstjaar de debiteurensaldi per eind 2022 weergegeven, uitgesplitst in debiteuren in eigen beheer (exclusief vorderingen openbare lichamen), belastingdebiteuren en debiteuren sociale zaken.

Jaar	Debiteuren in eigen beheer	Belastingdeb. beheerd door Cocensus	Debiteuren Sociale Zaken	Totaal
t/m 2011	0	0	108.712	108.712
2012	0	1.644	50.932	52.576
2013	0	1.646	7.623	9.269
2014	0	3.027	24.813	27.840
2015	0	3.139	67.490	70.629
2016	0	3.145	11.059	14.204
2017	0	5.847	23.723	29.570
2018	0	8.541	85.330	93.871
2019	0	11.075	23.720	34.795
2020	0	16.174	245.401	261.575
2021	244	86.611	138.713	225.568
2022	465.682	170.326	92.533	728.541
Totaal	465.925	311.176	880.049	1.657.149
Voorziening	-122	-45.232	-173.406	-218.760
Saldo	465.804	265.944	706.643	1.438.389

 

Overige uitzettingen

De overige uitzettingen betreft de gelden in het Revolving Fund. Deze gelden zijn beschikbaar voor het verstrekken van leningen in het kader van Volkshuisvesting, Startersleningen, Duurzaamheidsleningen en Blijversleningen. Het saldo per eind 2022 in het Revolving Fund is ruim € 51.000 lager dan eind 2021. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door in 2022 verstrekte leningen minus aflossingen van reeds bestaande leningen.

 

Liquide middelen (activa en passiva)	2022	2021
Bankrekeningen:
1. Rabobank Burgerzaken	707	1.805
2. BNG Algemene Dienst	269.331	445.163
3. BNG Sociale Zaken	-30	-31
4. BNG Belastingen (Cocensus)	-455	-462
Totaal bankrekeningen:	269.553	446.475
Gelden in kas	5.498	4.302
Totaal liquide middelen	275.051	450.777

 

In de balans worden de positieve saldi vermeld aan de activazijde en de negatieve saldi aan de passivazijde. Hiertoe zijn de volgende bedragen opgenomen:

	2022		2021
Activa:       liquide middelen - debet (positieve saldi)	275.536		451.270
Passiva:     liquide middelen - credit (negatieve saldi)	-486	-493
Totaal liquide middelen	275.051		450.777

 

Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de wet Verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden.

Drempelbedrag
Het drempelbedrag is het minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijks kasbeheer te vereenvoudigen; niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen in de schatkist te worden aangehouden die boven het drempelbedrag uitgaan. 
Voor de gemeente Wormerland was het drempelbedrag in 2022 € 1.000.000. In 2022 hebben we deze bedragen niet overschreden. In onderstaande tabel ziet u de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen van 2022. 

 

Overlopende activa

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van het Rijk

De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Te ontvangen bedragen van het Rijk	Instantie	Stand  31-12-2021	Ontvangen	Toevoegingen	Vrijgevallen bedragen	Stand  31-12-2022
BTW MFA Neck*	Bel.dienst	41.531	41.531	0	0	0
SPUK-gelden btw Sport 2021	Ministerie VWS	1.128	1.128	0		0
3 regelingen i.v.m. de toeslagenaffaire:
Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden toeslagenproblematiek (SPUK 2)**	Ministerie Financiën	-12.501	0	0	10.859	-1.642
Kwijtschelding SZW i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting)**	Ministerie SZW	0	0	0	0	0
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting)**	Ministerie Financiën	11.415	0	0	3.107	14.522
Subtotaal 3 regelingen toeslagenaffaire		-1.086	0	0	13.966	12.880
Totaal		41.573	42.659	0	13.966	12.880

*De totale btw vordering inzake de MFA in Neck wordt in jaarlijks gelijke bedragen van € 41.531 tot en met 2022 ontvangen.

**Per begin 2022 was meer voorschot ontvangen van het rijk voor de toeslagenproblematiek dan tot 2021 kosten waren gemaakt. Deze regeling was daarom in de jaarrekening 2021 verantwoord aan de passivazijde van de balans (vooruitontvangen van overheid). Per eind 2022 overstijgen de kosten echter de ontvangen voorschotten van het rijk. Daarom is de verantwoording in de jaarrekening 2022 aan de activazijde (te ontvangen van rijk).

 

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van overige Nederlandse overheidslichamen

Te ontvangen bedragen van overige overheidslichamen	Instantie	Stand  31-12-2021	Ontvangen	Toevoegingen	Vrijgevallen bedragen	Stand  31-12-2022
Nog te ontvangen subsidie zwerfafval 2018-2020	Nedvang	31.448	30.673		775	0
Nog te ontvangen subsidie zwerfafval 2021-2022	Nedvang	-3.177	18.693		-29.782	7.913
Nog te ontvangen subsidie Regionaal energieprogramma (REP)	Provincie Noord-Holland (via de gem. Purmerend	0	0	12.006	0	12.006
Totaal		28.271	49.399	12.006	-29.007	19.919

 

Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die t.l.v. volgende begrotingsjaren komen

Hieronder vallen de transitorische baten (bedragen die we in 2023 nog verwachten te ontvangen voor zaken die betrekking hebben op 2022), de nog te ontvangen inkomsten 2022 en vooruitbetaalde kosten over 2023. Per 31 december 2022 waren de kosten die gemaakt zijn i.v.m. opvang van vluchtelingen uit Oekraïne nog niet ontvangen van het rijk. Hierdoor is deze balanspost ruim 3 miljoen hoger dan per eind 2021.

 

B. VASTE PASSIVA

 

 

Eigen Vermogen

Het eigen vermogen is onderverdeeld in de reserves en het resultaat na bestemming.

Het eigen vermogen bestaan uit:	2022	2021
Algemene Reserve	3.513.747	3.186.308
Overige bestemmingsreserves	13.912.909	12.932.491
Gerealiseerd resultaat	1.341.975	669.180
Totaal	18.768.631	16.787.980

 

De mutaties in de reserves zijn opgebouwd uit:	2022	2021
Boekwaarde begin boekjaar	16.118.799	16.972.819
Vermeerderingen (excl. verschuivingen)	3.196.333	2.050.800
Verminderingen (excl. verschuivingen)	-1.888.656	-2.904.820
Boekwaarde einde boekjaar:	17.426.656	16.118.799

Algemene reserve
De voornaamste functie van de algemene reserve is de bufferfunctie. Deze functie heeft als rol om fluctuaties in de exploitatiesfeer in de toekomst te kunnen opvangen; de voordelige resultaten van jaarrekeningen worden toegevoegd, terwijl nadelige saldi eraan onttrokken kunnen worden. Daarnaast dient de Algemene reserve ter afdekking van de risico's. In het beleidskader 'Risicomanagement en weerstandsvermogen Wormerland' is vastgelegd dat het weerstandsratio minimaal 1,0 moet zijn (voldoende) maar dat we streven naar een ratio van 1,5 (ruim voldoende). Deze ratio geeft de verhouding weer tussen de risico's en de beschikbare middelen om die risico's af te dragen indien ze zich voordoen.

 

Overige bestemmingsreserves

Egalisatiereserve Algemene uitkering

Deze reserve is bedoeld om grilligheden in de hoogte van de algemene uitkering te ondervangen. Begrotingseffecten van wijzigingen van de hoogte van de algemene uitkering worden opgeheven door inzet van deze reserve (het zogenaamde 'Schommelfonds'). Door de schommelingen in de Algemene Uitkering te kunnen opvangen wordt gezorgd dat negatieve bijstellingen in circulaires niet direct van invloed zijn op de begroting van de beleidsprogramma's. 

Nog uit te voeren werken
Deze reserve is ingesteld om beschikbaar gestelde gelden voor projecten die aan het eind van enig boekjaar nog niet zijn afgerond te reserveren voor de afronding in het jaar daarna.

Brandweerkazerne Wormer
Deze reserve is ingesteld om de jaarlijkse kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer te kunnen dekken, zodat deze niet op de jaarlijkse exploitatie drukken.

Verkiezingen
Middels deze reserve worden onregelmatige uitgaven in de diverse jaren gelijk verdeeld over de jaren. Het ene jaar zijn er immers geen verkiezingen, het volgende jaar zijn het er één of twee. Door deze reserve blijven de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk, namelijk het gemiddelde benodigde bedrag.

Opstellen omgevingsplannen
Het doel van deze reserve is de pieken in de uitgaven met betrekking tot het opstellen van omgevingsplannen te voorkomen zodat de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk blijven.

Sociaal Domein
Het doel van deze reserve is de tekorten binnen het sociaal domein op te kunnen vangen. Zodoende loopt de gemeente minder risico als de uitgaven op het Sociaal Domein hoger uitvallen dan begroot. Deze reserve is volledig bedoeld voor nog te betalen bedragen van oude jaren en is dus niet vrij besteedbaar.

Innovatie Sociaal Domein
Deze reserve is een sub-reserve van de reserve 'Sociaal Domein'. Er is besloten een gedeelte (oorspronkelijk € 150.000) hieruit af te zonderen en speciaal te bestemmen voor innovatie.

Fonds Volkshuisvesting
Uit deze reserve zijn leningen verstrekt aan de woningstichting in het kader van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en aan particulieren in de vorm van Startersleningen.

Ontwikkelingsfonds
Het ontwikkelingsfonds is ingesteld om financieel negatieve bouwplannen mogelijk te maken. De reserve is gevormd door financieel positieve bouwplannen te reserveren.

Monumentenzorg
Deze reserve is gecreëerd als buffer om externe adviezen etc. uit te kunnen betalen. In de toekomst zullen wellicht nieuwe objecten onderzocht worden alsook bouwhistorische onderzoeken van bestaande rijks- en provinciale monumenten. Indien er meer subsidie vertrekt wordt dan begroot is, dan zal dit gedekt worden uit deze reserve.

Onderhoud vaarwegen
Deze reserve is bedoeld voor het baggeren van het binnenstedelijk gebied. Omdat dit meestal in de winter gebeurt, en daarom het ene jaar de uitgaven voornamelijk in het 'oude' boekjaar komen, en de volgende keer in het 'nieuwe' boekjaar, is er een aantal jaren geleden voor gekozen het beschikbare budget uit de jaarlijkse exploitatie naar een reserve door te sluizen, zodat er geen pieken en dalen in de werkelijke uitgaven komen.

Fonds duurzaamheidsleningen
Deze reserve is ingesteld voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen.

Speelplaatsen
Jaarlijks wordt een regulier bedrag aan deze reserve toegevoegd en de uitgaven van het desbetreffende jaar worden er aan onttrokken. Hierdoor worden schommelingen in de exploitatie voorkomen.

Duurzame vervanging openbare verlichting
In 2015 is door de Raad tot deze reserve besloten om over een periode van 15 jaar de openbare verlichting in zijn geheel te kunnen vervangen door duurzamere verlichting.

Zaanbrug
Deze reserve is bedoeld als dekkingsmiddel voor de afschrijvingslasten van de Zaanbrug. De hoogte van deze reserve moet daarom gelijk zijn aan de werkelijke kosten van de Zaanbrug. Vanaf het jaar volgend op het jaar dat de Zaanbrug gereed is zal elk jaar het gedeelte vrijvallen uit deze reserve wat gelijk is aan de afschrijvingslast van de burg.

Duurzaamheid
De reserve is ingesteld om een bijdrage te leveren aan de ambities gesteld in het Nationale Energieakkoord uit 2013 (16% duurzame opwekking in 2023 en/of 1,5% energiebesparing per jaar). Het Klimaatakkoord uit 2019 is een initiatief van het kabinet en bouwt voort op het Energieakkoord uit 2013. Het doel van het Klimaatakkoord is vermindering van de uitstoot van broeikassen. Concreet ligt er een claim op de gelden in de reserve Duurzaamheid voor de jaarlijkse duurzaamheidsinitiatieven en in het collegeprogramma 2022-2026 is vanaf 2023 een structurele invulling gegeven aan een 2e duurzaamheidsmanager waarvan het jaar 2023 gedekt wordt uit de Duurzaamheidsreserve (€25.000). Ook uit het collegprogramma 2022-2026 ligt er een claim op deze reserve in verband met het 2e Wijkuitvoeringsplan (€50.000) en de uitbreiding van de energie-infrastructuur (€30.000).

Blijversleningen
Deze reserve is ingesteld voor het kunnen verstrekken van leningen aan mensen die hiermee aanpassingen in hun woning kunnen laten doen waardoor ze langer in hun huis kunnen blijven wonen.

Bestemmingsreserve Bestuurlijke toekomst
Voor het traject 'Bestuurlijke toekomst Wormerland' zijn in het collegeprogramma 2022-2026 gelden gereserveerd voor dit proces. Hoewel besluitvorming tot het instellen van deze reserve plaatsvond in 2022 zijn de begrote toevoegingen aan deze reserve pas in 2023 (€50.000) en in 2024 (€50.000).

Inflatiearmoede
Vooruitlopend op de inhoudelijke uitwerking van regelingen tot bestrijding van inflatiearmoede is in de raad van december 2022 een eerste reservering gedaan door storting van €200.000 in deze reserve 'Inflatiearmoede'. Tot de vaststelling door de raad van de inhoudelijke uitwerking van regelingen om de inflatiearmoede te bestrijden heeft de raad het college de ruimte geboden om uit deze gelden een maatwerkbudget van €50.000 (volgens de regels van de bijzondere bijstand) aan te houden voor om in acute, schrijnende of noodsituaties incidentele inwonersondersteuning te kunnen bieden.

 

De reserves waarvan de totale toevoeging of onttrekking groter is dan €25.000 worden hieronder toegelicht:

Algemene Reserve
Algemene Reserve
Toevoeging: Het in het Voorjaarbericht 2022 beschikbaar gestelde voorschot ad €250.000 voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne vooruitlopend op de rijksvergoedingen is weer teruggestort in de Algemene reserve.	250.000
Toevoeging: Conform begroting is er €750.000 toegevoegd aan de algemene reserve i.v.m. het verhogen van het weerstandsvermogen	750.000
Toevoeging: Als gevolg van de bestemming van het rekeningresultaat van 2021 is er €27.438 toegevoegd aan de Algemene reserve	27.438
Totaal toevoegingen:	1.027.438
Onttrekking: In het Voorjaarbericht 2022 heeft de raad €250.000 beschikbaar gesteld voor de opvang van de vluchtelingen uit Oekraïne vooruitlopend op de rijksvergoedingen. Inmiddels is dit voorschot weer teruggestort in de Algemene reserve.	-250.000
Onttrekking: In december 2022 is €300.000 ter beschikking gesteld als voorfinanciering voor het bouw- en woonrijp maken van het perceel aan de Poelweg ten behoeve van de ontwikkeling van tijdelijke woningen (woonunits) voor Oekraïense vluchtelingen, spoedzoekers en statushouders.	-300.000
Onttrekking: Bij de begrotingsraad in november 2021 is voor 2022 €150.000 beschikbaar gesteld voor het inhuren van gezinscoaches voor het sociaal domein.	-150.000
Totaal onttrekkingen:	-700.000

 

Bestemmingsreserves
Egalisatiereserve Algemene uitkering
Toevoeging: toevoeging aan egalisatiereserve Algemene uitkering conform begroting	250.000
Toevoeging: netto effect van de decembercirculaire 2022	82.459
Totaal toevoegingen:	332.459
Onttrekking: saldo algemene uitkering vorige dienstjaren	-30.524
Totaal onttrekkingen:	-30.524
Reserve Nog uit te voeren werken
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2021: restbudget corona meenemen naar 2022	577.016
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2021: restbudget omgevingsvisie meenemen naar 2022	29.391
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2021: restbudget toerisme en streekmarketing meenemen naar 2022	21.846
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2021: restant wijkbudget burgerparticipatie meenemen naar 2022	13.489
Toevoeging: in het Najaarsbericht 2022 is besloten dat het restbudget opleidingen griffie meegenomen wordt naar 2023	6.000
Toevoeging: In september 2022 is de motie ‘Menstruatiearmoede’ aangenomen waarin besloten is een pilot voor 1 jaar aan te gaan om menstruatiearmoede te bestrijden door het aangaan van een samenwerking met Stichting Armoedefonds. Deze stichting verzorgt diverse uitgiftepunten van menstruatieproducten. Deze pilot kost incidenteel € 3.000. In het Najaarsbericht 2022 is besloten dat het restbudget 2022 meegenomen mag worden naar 2023 indien dit initiatief eind 2022 nog niet gerealiseerd is.	3.000
Toevoeging: voor deelname aan het G1000 Burgerberaad over het thema ‘Wonen’ is in 2022 een budget van €15.000 beschikbaar gesteld. In het Najaarsbericht 2022 is besloten dat het restbudget 2022 meegenomen mag worden naar 2023. Dit burgerparticipatietraject is een initiatief van en wordt georganiseerd door de woningcorporaties in de regio Zaanstreek-Waterland.	15.000
Toevoeging: In het Najaarsbericht 2022 is een budget van €55.000 beschikbaar gesteld voor de wisseling van het college naar aanleiding van de verkiezingen in maart 2022. In het Najaarsbericht 2022 is ook besloten dat het restbudget van deze gelden 2022 meegenomen mag worden naar 2023.	33.918
Toevoeging: onbenutte gelden  kunstonderhoud reserveren (amendement 'Beeldende kunst' bij Begroting 2020, raadsbesluit nov 2019)	29.680
Toevoeging: restantbudget implementatie omgevingswet 2022 meenemen naar 2023	144.449
Toevoeging:  In december 2022 is €300.000 ter beschikking gesteld als voorfinanciering voor het bouw- en woonrijp maken van het perceel aan de Poelweg ten behoeve van de ontwikkeling van tijdelijke woningen (woonunits) voor Oekraïense vluchtelingen, spoedzoekers en statushouders. Deze gelden toevoegen aan de reserve nog uit te voeren werken.	300.000
Totaal toevoegingen:	1.173.789
Onttrekking: vanuit deze reserve zijn uitgaven gedaan uit eerder gereserveerde budgetten, zoals onder andere kosten m.b.t. corona, aanbesteding datacenter, buurtcamping, sanering Sluisstraat, burgemeesterswissel, omgevingsvisie, toerisme, digitalisering bouwvergunningen	-583.216
Onttrekking:  Dit deel van de eerder gereserveerde budgetten valt vrij uit deze reserve. De twee grootste oorzaak is het vrijgevallen budget vanwege het stopzetten van het project aanpak bodemdaling Wormer- en Jisperveld (dit geld is teruggevloeid in de reserve Duurzaamheid).	-91.849
Totaal onttrekkingen:	- 675.065
Reserve Brandweerkazerne Wormer
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer, conform begroting	-27.201
Totaal onttrekkingen:	-27.201
Reserve Verkiezingen
Jaarlijkse toevoeging conform begroting	31.123
Totaal toevoegingen:	31.123
Onttrekking: In maart 2022 zijn de Gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Normaliter worden de werkelijke kosten voor verkiezingen ten laste van deze reserve gebracht. In 2022 werden de verkiezingen echter wederom meerdaagse verkiezingen gehouden als gevolg van de coronapandemie. De reguliere begrote kosten ad € 30.000 zijn ten laste van de reserve 'Verkiezingen' gebracht. De verkiezingen waren echter bijna € 67.000 duurder dan begroot. Deze extra kosten zijn gedekt uit het coronabudget en niet ten laste van de reserve verkiezingen gebracht.	-30.000
Totaal onttrekkingen:	-30.000
Reserve Opstellen omgevingsplannen
Jaarlijkse toevoeging conform begroting	18.000
Totaal toevoegingen:	18.000
Conform bestaand beleid zijn de werkelijke gemaakte kosten t.b.v. omgevingsplannen 2022 onttrokken aan deze reserve	-34.316
Totaal onttrekkingen:	-34.316
Reserve Sociaal domein
Onttrekking:  conform bestaand beleid is het saldo (werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten) van het Sociaal domein vereffend met deze reserve	-120.983
Totaal onttrekkingen:	-120.983
Reserve Innovatie Sociaal domein
Onttrekking: werkelijke kosten 2022 Integrale aanpak	-30.784
Totaal onttrekkingen:	-30.784
Reserve Onderhoud vaarwegen
Conform de begroting is aan deze reserve het jaarlijkse bedrag van € 90.000 toegevoegd	90.000
Totaal toevoegingen:	90.000
Conform het bestaand beleid zijn de werkelijke gemaakte kosten in 2022 voor het baggeren aan deze reserve onttrokken	-4.840
Totaal onttrekkingen:	-4.840
Reserve Speelplaatsen
Het reguliere begrote bedrag is aan de reserve toegevoegd	60.000
Totaal toevoegingen:	60.000
De werkelijk gemaakte kosten zijn onttrokken volgens bestaand beleid	-106.682
Totaal onttrekkingen:	-106.682
Reserve Duurzaamheid
Toevoeging: in de meicirculaire 2022 zijn gelden beschikbaar gesteld door het rijk voor versnelling van de uitvoering van het bestaand beleid van het klimaatakkoord. In het Najaarsbericht 2022 is besloten deze gelden toe te voegen aan de reserve duurzaamheid.	167.146
Toevoeging: in verband met het stopzetten van het project aanpak bodemdaling Wormer- en Jisperveld zijn de gelden die gereserveerd waren in de reserve Nog uit te voeren werken teruggevloeid naar de reserve Duurzaamheid.	59.831
Totaal toevoegingen:	226.977
Onttrekking: inhuur duurzaamheidsmanager	-50.748
Onttrekking: Werkelijke kosten duurzaamheidsinitiatieven 2022	-3.882
Onttrekking: Zonnepanelen zwembad 2022, raadsbesluit 22 juni 2021 'Verduurzaming zwembad'	-15.050
Onttrekking: uitgaven aquathermie (raadsbesluit 2 feb 2021 'Transitievisie warmte')	-26.147
Totaal onttrekkingen:	-95.827
Reserve Inflatiearmoede
Toevoeging: vooruitlopend op de inhoudelijke uitwerking van regelingen tot bestrijding van inflatiearmoede is in de raad van december 2022 een eerste reservering gedaan door storting van € 200.000 in deze nieuwe reserve 'Inflatiearmoede' .	200.000
Totaal toevoegingen:	200.000

 

Voorzieningen

	2022	2021
Onderhoudsegalisatievoorzieningen	1.734.628	1.622.311
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's	2.763.671	2.709.845
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting	2.467.966	1.882.021
Totaal	6.966.265	6.214.178

 

 

Het verloop van de voorzieningen in 2022 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

Voorzieningen	Saldo 01-01-2022	Toevoegingen 2022	Vrijgevallen bedragen 2022	Aanwendingen  2022	Saldo 31-12-2022
Voorzieningen ter egalisering van de kosten
Meerjaren onderhoudsplan (MOP) gebouwen	1.459.486	330.127	0	280.550	1.509.063
Onderhoud gymnastiekinrichting	35.913	12.533	0	15.558	32.888
Bruggen en kunstwerken	126.912	180.704	0	114.940	192.676
Totaal	1.622.311	523.364	0	411.048	1.734.628
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Pensioenen wethouders	2.709.845	166.214	349.591	109.659	2.416.809
Wachtgelden (voormalig) wethouders	0	236.080	0	67.938	168.142
Personele maatregelen	0	0	0	0	0
Verlofsparen	0	6.000	0	0	6.000
Egalisatie leges omgevingsvergunningen	0	172.720	0	0	172.720
Totaal	2.709.845	581.014	349.591	177.597	2.763.671
Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven
Egalisatie riolering	1.882.021	585.945	0	0	2.467.966
Egalisatie afval	0	0	0	0	0
Totaal	1.882.021	585.945	0	0	2.467.966
Totaal voorzieningen	6.214.178	1.690.323	349.591	588.645	6.966.265

 

Hieronder volgt een toelichting op de aard en reden van iedere voorziening:

Meerjarenonderhoudsplan (MOP) gebouwen
Voor de gemeentelijke panden zijn allemaal afzonderlijke onderhoudsplannen opgesteld. In 2019 zijn deze MOPs geactualiseerd, en hebben op dit moment een looptijd tot en met 2040. Iedere 4 jaar zullen deze MOPs weer opnieuw tegen het licht worden gehouden, en waar nodig budgetten worden bijgesteld.

Onderhoud gymnastiekinrichting
Deze voorziening is in 2012 ingesteld voor de gymnastiekinrichting in de gymzalen die de gemeente beheert. Dit onderhoudsplan had een looptijd tot en met 2020. In 2021 zou er een nieuwe onderhoudsplan worden opgesteld, dit is echter niet gebeurd door de extra werkzaamheden die op ons afkwamen in verband met de Oekraïnecrisis en personeelsverloop. Het nieuwe onderhoudsplan wordt nu in 2023 opgesteld.

Bruggen en kunstwerken
Deze voorziening is ingesteld bij de begroting 2018 naar aanleiding van het nieuwe beheerplan Civieltechnische kunstwerken en dient om schommelingen in onderhoudswerkzaamheden te egaliseren. De bruggen en duikers zijn opnieuw geïnspecteerd in 2021. Dit geeft een gewijzigd onderhoudsprogramma 2021-2024 met als resultaat een kostenverhoging vanaf 2021. De gemiddelde onderhoudskosten zijn gestegen met €72.333, van €108.371 naar €180.704 (Kadernota 2021).

Pensioenen wethouders
De omvang van deze voorziening dient gelijk te zijn aan de toekomstige pensioenverplichtingen van de huidige en de gewezen wethouders. Dit geldt voor zowel de reeds pensioengerechtigde wethouders als de nog niet pensioengerechtigde wethouders. Hiertoe worden per persoon door een actuariële waardeberekeningen opgesteld waarin rekening wordt gehouden met verwachte levensduur, de eventuele partner, de (variabele) pensioengerechtigde leeftijd en de te hanteren rente. Daarmee is zichtbaar voor welk bedrag oud- en zittende wethouders pensioen hebben opgebouwd. Een vertrokken wethouder kan op elk moment verzoeken om de waarde van zijn pensioen over te dragen aan een ander pensioenfonds. Dit maakt de pensioenverplichtingen direct opeisbaar en dienen daarom in een voorziening aanwezig te zijn op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Er zijn ook organisaties die gemeenten de mogelijkheid bieden zich hiervoor te verzekeren. Deze optie zou weliswaar incidentele toevoegingen en onttrekkingen in de voorziening voorkomen, maar zorgt voor een structurele last in de exploitatie en dient dan ook gedekt te worden met structurele baten. Dit laatste is de movitatie om de pensioenverplichting in een voorziening te reserveren en de grote, niet beïnvloedbare, fluctuaties te accepteren.

Wachtgelden (voormalig) wethouders
Begin 2022 waren er geen betalingsverplichtingen, daarom was de voorziening leeg. Als gevolg van de verkiezingen in maart 2022 is er een nieuw college gevormd met als gevolg wachtgeldverplichtingen in verband met de vertrekkende collegeleden. Deze voorziening wordt (verplicht) gevormd met de maximale wachtgeldverplichtingen. Wachtgeldverplichtingen zijn afhankelijk van het inkomens van de voormalige wethouders. Periodiek beoordelen we de hoogte van de voorziening en laten we vrijvallen wat de maximale verplichting overschrijdt.

Verlofsparen
In de cao hebben medewerkers vanaf 2022 de mogelijkheid om opgebouwde bovenwettelijke verlofuren om te zetten naar verlofsparen. Deze verlofspaaruren kunnen op een later moment worden gebruikt om bijvoorbeeld een sabbatical te nemen. Het hebben van deze voorziening is een verplichting.

Egalisatie leges omgevingsvergunningen
Het primaire doel van deze voorziening is de legesopbrengsten te spreiden over latere begrotingsjaren omdat de baten vooruitgaan aan de lasten (ambtelijke uren en/of inhuur na aanvraag omgevingsverunning). Daarnaast heeft deze voorziening nog een ander nut, namelijk het begrotingsrisico beperken van uitgestelde legesopbrengsten van grote projecten.  De begrote toevoeging aan de voorziening kan ingezet ter dekking van deze vertraagde legesopbrengst.

Egalisatie riolering
Deze voorziening is in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen rioolheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor riolering te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

Egalisatie afval
Deze voorziening is eveneens in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen afvalstoffenheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor afval te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

 

 

De toevoegingen en onttrekkingen groter dan € 25.000 worden hieronder toegelicht:

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
Pensioenen wethouders
Toevoeging conform begroting	123.481
Toevoeging i.v.m. aanstelling nieuwe wethouders als gevolg van de verkiezingen in maart 2022	36.668
Ingehouden pensioenpremies 2022	6.065
De voorziening valt deels vrij naar aanleiding van de actuele actuariële waardeberekeningen van de wethouders en oud-wethouders. Omdat de pensioenen per direct opeisbare verplichtingen zijn moet de hoogte van de voorziening volgens de financiële richtlijnen verplicht gelijk zijn aan deze waardeberekeningen. De oorzaak van deze vrijgevallen gelden is voornamelijk het gevolg van de hogere (verplichte) rekenrente.	-349.591
Er is aan pensioenen oud-wethouders een bedrag uitbetaald van:	-109.659
Wachtgelden (voormalig) wethouders
Toevoeging als gevolg de wisseling in wethouders als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. De hierbij ontstane maximale wachtgeldverplichting ad €236.080 is in deze (verplichte) voorziening gestort (besluitvorming in het Najaarsbericht 2022). Wachtgeldverplichtingen zijn inkomensafhankelijk.	236.080
De werkelijk betaalde wachtgelden in 2022:	-67.938
Egalisatie omgevingsvergunningen
Toevoeging: de legesopbrengst is hoger dan de bijgestelde begroting 2022. Deze gelden zijn toegevoegd aan de egalisatievoorziening.	172.720

 

Onderhoudsegalisatievoorzieningen
Meerjaren Onderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen
In totaal is in 2022 aan deze voorziening MOPs toegevoegd:	330.127
In 2022 bedroegen de uitgaven aan onderhoud van de diverse gebouwen:	-280.550
Bruggen en kunstwerken
Conform begroting wordt aan deze voorziening toegevoegd:	180.704
De werkelijke kosten in 2022 m.b.t. bruggen en kunstwerken:	-114.940

 

Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven
Egalisatie riolering
Toevoeging egalisatievoorziening riolering	585.945

 

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

 

De vaste schulden bestaan uit langlopende geldleningen en waarborgsommen. In de tabel hieronder staan de totale mutaties per onderdeel.

Langlopende leningen	2022	2021
Saldo begin boekjaar	15.340.225	14.359.879
Reguliere aflossingen	-1.054.231	-1.019.654
Vervroegde aflossing	0	0
Opgenomen leningen	3.000.000	2.000.000
Saldo einde boekjaar	17.285.994	15.340.225

 

Alle langlopende leningen zijn bij de Bank Nederlandse Gemeenten afgesloten.

De totale rentelast voor het jaar 2022 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt: € 202.094.

Van de verplichtingen met een looptijd langer dan één jaar moet in 2022 een bedrag van € 1.155.047 worden afgelost aan de leningverstrekker.

 

Waarborgsommen	2022	2021
Saldo begin boekjaar	6.295	6.295
Terugbetaalde / afgewikkelde waarborgsommen	454	0
Ontvangen waarborgsommen	0	0
Saldo einde boekjaar	5.842	6.295

 

 

 

B. VLOTTENDE PASSIVA

 

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De vlottende schulden bestaan uit kasgeldleningen, bank- en girosaldi en overige schulden.

Kasgeldleningen

Per eind 2022 hadden we geen kasgeldlening lopen.

Liquide middelen

De post liquide middelen (negatieve banksaldi) is samen met de saldi aan de debetzijde (positieve banksaldi) van de balans uiteengezet in de Liquide middelen onder de Vlottende Activa. Totale negatieve banksaldi per ultimo 2021 bedroeg € 486.

Overige schulden

De post overige schulden betreft facturen die betrekking hebben op 2022 maar begin 2023 zijn betaald. Hieronder volgt een uitsplitsing van de overige schulden in crediteuren, schulden aan openbare lichamen, te betalen pensioenpremies, te betalen belastingen en sociale premies.

Overige schulden	31-12-2022
Crediteuren	2.186.557
Schulden aan openbare lichamen	1.562.781
Te betalen pensioenpremies	6.745
Te betalen belastingen	44.897
Te betalen sociale premies	1.425
Totaal	3.802.405

 

 

Overlopende passiva

 

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen
Hieronder vallen de transitorische lasten (zaken waarvoor we in 2023 nog facturen verwachten, van zaken die in 2022 zijn uitgevoerd), de transitorische rente (rente over het jaar 2022, welke we in 2023 moeten betalen) en de overige nog te betalen kosten. Hieronder volgt een uitsplitsing van deze balanspost.

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen	31-12-2022
Transitorische lasten	422.307
Transitorische rente	105.036
Project Neck Zuid	389.151
Overige nog te betalen kosten	124.073
Totaal	1.040.657

 

Voorschotbedragen ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Voorschotbedragen overheid	Instantie	Stand 31-12-2021	Toevoegingen 2022	Vrijgevallen bedragen 2022	Stand 31-12-2022
Vooruitontvangen van Rijksoverheid
Vooruitontvangen OAB-gelden (onderwijsachterstandenbeleid)	Ministerie OCW	473.493	368.988	-139.271	703.209
Spuk-gelden btw Sport	Ministerie VWS	0	1.175	0	1.175
Voorschot Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers 2021 (TOZO)	Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid	172.296	0	-45.930	126.366
Regeling reductie energiegebruik (RRE) (gezamenlijke subsidieaanvraag gemeente Wormerland, Oostzaan, Beemster en Waterland)	Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties	30.753	0	-30.754	0
Specifieke uitkering onderwijsroute	Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid	0	14.019	0	14.019
Specifieke uitkering Wet inburgering 2021 (jaar 2022)	Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid	0	109.630	-56.447	53.183
Totaal		676.542	493.812	-272.402	897.952
Vooruitontvangen van overige Nederlandse overheden
Vooruitontvangen subsidie voor het project 'Recreatieve voorzieningen - waterrecreatie Wormer- en Jisperveld' (80% ontvangen in 2021)	Provincie Noord-Holland	14.792	0	0	14.792
Spuk coronatoegangsbewijscontrole (CTB) 2022		0	46.838		46.838
Totaal		14.792	46.838	0	61.630
Totaal		691.334	540.650	-272.402	959.582

 

Overige Vooruitontvangen bedragen die t.b.v. de volgende begrotingsjaren komen
Hieronder vallen alle overige overlopende passiva die ten laste komen van volgende begrotingsjaren.

 

 

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen

Aan de passivazijde van de balans is buiten de balanstelling het bedrag vermeld waarvoor aan diverse rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verleend, als ook de langlopende contracten van materiële omvang.

De gewaarborgde geldleningen zijn als volgt samengesteld:

Waarborgen en garanties	Hoofdsom leningen	Bedrag restschuld 31-12-2022 voor 100%	Percentage borgstelling	Gegarandeerd door gemeente  31-12-2022 (risico)	Gegarandeerd door gemeente 31-12-2021
Voor 100% gegarandeerde geldleningen, volledig geborgd door WSW (geen risico)	10.000.000	10.000.000	100%	0	0
Voor 50% gegarandeerde leningen, volledig geborg geldleningen door WSW (geen risico)	42.587.747	41.178.629	50%	0	0
Voor 100% gewaarborgde geldleningen overig	4.941.246	3.451.924	100%	3.451.924	3.597.706
Voor 50% gewaarborgde geldleningen overig	0	0	50%	0	0
Gewaarborgde geldleningen overig (diverse borgingspercentages)	619.000.000	611.800.000	div.%	4.624.958	6.012.270
Totaal	676.528.993	666.430.553		8.076.882	9.609.976

Er zijn in 2022 geen betalingen door de gemeente Wormerland verricht in verband met deze garantstellingen.

 

Langlopende contracten van materiële omgang

Hieronder volgt een overzicht van langlopende contracten van substantiële aard. Dit overzicht is niet uitputtelijk.

Hieronder ziet u een overzicht van de investeringskredieten. Een aantal kunnen per 31-12-2022 worden afgesloten, anderen lopen door naar 2023.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording.