Jaarrekening 2023

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Terug naar navigatie - Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

In deze paragraaf vindt u de grondslagen zoals zijn vastgesteld in de Begroting 2023. Deze grondslagen zijn uitgangspunt voor het opstellen van de Jaarrekening 2023.

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.

Bij het opstellen van de jaarrekening wordt het stelsel van baten en lasten gehanteerd. Bij dit stelsel wordt aan het eind van het dienstjaar rekening gehouden met de nog te ontvangen en nog te betalen bedragen die betrekking hebben op het dienstjaar. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Voor de baten van de Algemene Uitkering wordt uitgegaan van de decembercirculaire van het desbetreffende jaar.

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
•    De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
•    De financiële rechtmatigheid het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
•    Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader, zoals op 19 december 2023 door de raad is vastgesteld;
•    Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en
investeringskredieten onrechtmatig, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over -en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld;
•    Ten aanzien van het M&O criterium is de nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
•    De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
•    Een verantwoordingsgrens van 3% van de werkelijke lasten (inclusief toevoegingen aan de reserves) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
•    Een rapporteringstolerantie van €50.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.

Vaste activa

Terug naar navigatie - Vaste activa

Immateriële vaste activa

De gemaakte kosten voor het sluiten van geldleningen en disagio (koersnadeel) mogen worden geactiveerd of direct ten laste van de exploitatie gebracht. Bij agio (berekende winst) is deze keuze er niet, deze moet direct ten gunste van de exploitatie gebracht. De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen.  Immateriële vaste activa worden annuïtair afgeschreven.

Afschrijvingsbeleid immateriële vaste activa

a maximaal 5 jaar bijdragen aan activa in eigendom van derden
b 5 jaar kosten voor onderzoek en ontwikkeling

 

Materiële vaste activa

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het jaar na ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit wordt niet afgeschreven. Wanneer een bestemmingsreserve beschikbaar is voor de verkrijging/vervaardiging van een kapitaalgoed, wordt deze ingezet ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. 

In december 2020 is de nota waardering vaste activa, afschrijving en rente geactualiseerd. De hierin genoemde afschrijvingstermijnen zijn met ingang van 2021 van toepassing. Dit afschrijvingsbeleid is onderdeel van de Financiële verordening gemeente Wormerland.

De afschrijvingstermijnen in de onderstaande lijst worden gehanteerd voor nieuwe investeringen. Voor bestaande activa wordt de afschrijvingstermijn individueel bepaald op basis van de reële te verwachten levensduur.

 

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut

Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd. Het gaat hier over investeringen die verhandelbaar zijn en kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Voorbeelden hiervan zijn: auto’s, gebouwen, computers.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden annuïtair afgeschreven in:

a maximaal 40 jaar (vrijverval)rioleringen niet onderheid
  maximaal 60 jaar rioleringen wel onderheid
b 10 jaar aanleg tijdelijke terreinwerken 
c 40 jaar nieuwbouw woonruimten, kantoren en bedrijfsgebouwen
d 60 jaar nieuwbouw scholen, MFA’s, peuterspeelzalen, gemeentehuis, gemeentewerf
e 10 jaar nieuwbouw tijdelijke woonruimten en tijdelijke bedrijfsgebouwen
f minimaal 20 jaar renovatie, restauratie en aankoop woonruimten, en schoolgebouwen
g minimaal 20 jaar renovatie, restauratie en aankoop kantoren en bedrijfsgebouwen 
h 20 jaar technische installaties in bedrijfsgebouwen
i 10 jaar veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen
j 5 jaar telefooninstallaties
k 5 jaar automatiseringsapparatuur
l 10 jaar kantoormeubilair en schoolmeubilair
m 5 jaar motorvaartuigen
n 5 jaar zware transportmiddelen en schuiten
o 5 jaar aanhangwagens en lichte motorvoertuigen
p 7 jaar personenauto’s

 
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut

Dit zijn voorzieningen die duidelijk een maatschappelijk nut dienen, maar geen eigen middelen genereren en niet kunnen worden verhandeld. Voorbeelden hiervan zijn bruggen en wegen.

De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut met een aanschafprijs boven de € 10.000 worden annuïtair afgeschreven in:

a maximaal 10 jaar parken, sportvelden
b maximaal 15 jaar groenvoorzieningen
c maximaal 30 jaar wegen, pleinen en rotondes - in verband met wisselende bodemkwaliteit binnen de gemeente wordt de afschrijvingstermijn per geval beoordeeld
d maximaal 40 jaar tunnels, viaducten en bruggen
e maximaal 20 jaar geluidswallen
f 15 jaar openbare verlichting
g 10 jaar straatmeubilair
h maximaal 40 jaar havens, kades, sluizen en waterkeringen
i maximaal 40 jaar waterwegen, waterbergingen en walbeschoeiing
j 40 jaar pompen en gemalen

 
Financiële vaste activa:
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De nominale waarde is de waarde waarvoor het aandeel of obligatie oorspronkelijk is uitgegeven (onafhankelijk van de koers).

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Voorraden
Er zijn geen voorraden op de balans aanwezig.

Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

Terug naar navigatie - Vaste passiva

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de (ex-)wethouders en hun partners is tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de geformuleerde kwaliteitseisen. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het kwaliteitsbeleid uiteengezet.

Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Balans

Balans Activa

Terug naar navigatie - Balans Activa
Balans per 31-12 Balans 2023 Balans 2022
Activa
Vaste Activa
Immateriele vaste activa
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio 0 0
Totaal Immateriele vaste activa 0 0
Materiele vaste activa
Investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding vd kosten een heffing kan worden geheven 8.231.080 8.245.924
Investeringen met een economisch nut 16.623.055 15.235.522
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 7.755.102 7.791.789
Totaal Materiele vaste activa 32.609.237 31.273.235
Financiele vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 803.327 803.327
Leningen aan Woningbouwcorporaties 2.300.078 2.550.001
Overige langlopende leningen 1.373.191 1.229.931
Totaal Financiele vaste activa 4.476.596 4.583.259
Totaal Vaste Activa 37.085.833 35.856.494
Vlottende Activa
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Vorderingen op openbare lichamen 3.134.804 3.215.143
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 12.000.000 5.350.000
Overige vorderingen 1.303.749 1.438.389
Overige uitzettingen 395.316 526.470
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 16.833.869 10.530.001
Liquide middelen
Kassaldi 8.601 5.498
Banksaldi 200.928 270.039
Totaal Liquide middelen 209.529 275.536
Overlopende activa
Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die tlv volgende begrotingsjaren komen 1.544.794 3.852.192
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: nog te ontv.bedragen van het Rijk 541.399 12.880
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: nog te ontv.bedr. van overige Ned. overheidslichamen 18.829 19.919
Totaal Overlopende activa 2.105.021 3.884.990
Totaal Vlottende Activa 19.148.419 14.690.528
Totaal Activa 56.234.252 50.547.022

Balans Passiva

Terug naar navigatie - Balans Passiva
Balans per 31-12 Balans 2023 Balans 2022
Passiva
Vaste passiva
Eigen Vermogen
Bestemmingsreserves 16.289.752 13.912.909
Algemene reserve 4.108.864 3.513.747
Het gerealiseerde resultaat volgend uit een overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 2.625.032 1.341.975
Totaal Eigen Vermogen 23.023.648 18.768.630
Voorzieningen
Voorzieningen 6.795.981 6.966.265
Totaal Voorzieningen 6.795.981 6.966.265
Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en financiƫle instellingen 16.130.947 17.285.994
Waarborgsommen 5.842 5.842
Totaal Vaste schulden, met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer 16.136.788 17.291.835
Totaal Vaste passiva 45.956.418 43.026.731
Vlottende Passiva
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar
Kasgeldlen. aangegaan bij openb.lichamen als bedoeld in art.1, ond.a, van de Wet fin. decentr.overh. 0 0
Overige Schulden 4.861.439 3.802.405
Banksaldi 483 486
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar 4.861.921 3.802.891
Overlopende passiva
Overige vooruitontvangen bedragen die tbv de volgende begrotingsjaren komen 2.853.863 1.717.252
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van het Rijk 1.372.391 897.952
Ivm voorfinanciering uitk. met specifiek doel: ontvangen van overige Nederlandse overheidslichamen 90.370 61.630
Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen 1.099.288 1.040.567
Totaal Overlopende passiva 5.415.912 3.717.400
Totaal Vlottende Passiva 10.277.834 7.520.291
Totaal Passiva 56.234.252 50.547.022

Toelichting op de balans

Activa

Terug naar navigatie - Activa

A. VASTE ACTIVA

Conform de nota “Waardering van vaste activa, afschrijving en rente” wordt de activa afgeschreven volgens de annuïteitenmethode. In december 2020 is de nota waardering activa, afschrijving en rente geactualiseerd. Vanaf 2022 wordt de rekenrente jaarlijks berekend bij het opstellen van de Kadernota. In de Kadernota 2023 is de rekenrente vastgesteld op 1,5%. De afschrijvingstermijnen van de diverse activa worden in de “Staat van geactiveerde kapitaaluitgaven” genoemd, evenals de afschrijvingsbedragen en de rentelasten.

Immateriële vaste activa

  2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 0 0
Vermeerderingen 0 0
Verminderingen 0 0
Afschrijvingen 0 0
Extra afschrijvingen (i.v.m. stelselwijziging) 0 0
Boekwaarde einde boekjaar
0 0

 

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Onderverdeling materiële vaste activa   Boekwaarde 
31-12-2023
Boekwaarde 
31-12-2022
1. Gronden en terreinen (met een economisch nut) 813.736 813.736
2. Woonruimten (met een economisch nut) 1.668.578 0
3. Bedrijfsgebouwen (met een economisch nut) 13.659.158 14.026.284
4a. Grond-, weg- & waterbouwkundige werken   (met een economisch nut) 201.734 182.946
4b. Grond-, weg- & waterbouwkundige werken   (met een econ.nut, waarvoor heffing kan worden geheven)    8.231.080 8.245.924
4c. Grond-, weg- & waterbouwkundige werken   (met een maatschappelijk nut) 7.755.102 7.791.789
5. Vervoermiddelen (met een economisch nut) 63.882 44.457
6. Machines, apparatuur & installaties (met een economisch nut) 215.965 168.099
Totaal materiële vaste activa   32.609.237 31.273.235

 

Het verloop van de materiële vaste activa gedurende het jaar 2023 ziet er in totaliteit als volgt uit:

Verloop materiële vaste activa 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 31.273.235 31.582.831
Vermeerderingen 3.486.276 648.972
Verminderingen 0 0
Bijdragen van derden -128.742 0
Afschrijvingen -2.021.533 -958.568
Extra afschrijvingen 0 0
Reclassificatie beginbalans 0 0
Boekwaarde einde boekjaar 
32.609.237 31.273.235

 

In de balans is de volgende onderverdeling gemaakt:

  2023 2022
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden toegepast:  8.231.080 8.245.924
 - Investeringen met een economisch nut: 16.623.055 15.235.522
 - Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: 7.755.102 7.791.789
Totaal 32.609.237 31.273.235

 

Hieronder is het verloop per onderdeel weergegeven:

Gronden en terreinen 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 813.736 813.736
Reclassificatie beginbalans 0 0
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd 0 0
Afschrijvingen 0 0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar  
813.736 813.736
Waarvan erfpachtgronden
78.464 78.464

 

Woonruimten 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 0 0
Investeringen 2.687.943 0
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd 0 0
Afschrijvingen -1.019.365 0
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar
1.668.578 0

 

Bedrijfsgebouwen 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 14.026.284 14.387.750
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd 0 0
Afschrijvingen -367.126 -361.466
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar 
13.659.158 14.026.284

 

Grond- weg- en waterbouwkundige werken 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 16.220.659 16.158.313
Investeringen 669.488 593.474
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd -128.742 0
Afschrijvingen -573.488 -531.128
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar 
16.187.916 16.220.659

 

Vervoermiddelen 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 44.457 39.837
Investeringen 34.574 17.227
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd 0 0
Afschrijvingen -15.149 -12.608
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar 63.882 44.457

 

Machines, apparatuur en installaties 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 168.099 183.194
Investeringen 94.271 38.272
Desinvesteringen 0 0
Bijdragen van derden, direct gerelateerd 0 0
Afschrijvingen- -46.405 -53.367
Afwaardering wegens duurzame waardevermindering 0 0
Boekwaarde einde boekjaar 
215.965 168.099

 

De in 2023 geïnvesteerde bedragen (> €25.000) worden hieronder nader toegelicht:
Woonruimten (investeringen > €25.000)
 
Aanschaf units Poelweg Wormer (t.b.v. opvang Oekraïne) 2.687.943
Grond-, weg- & waterbouwkundige werken (investeringen > €25.000)
2023
Noorderweg en Veerdijk t.h.v. Bijdam Wegen (waarvoor €128.742 subsidie van de MRA)
64.870
Verkeerslichten Bartelsluisbrug 76.093
Vervanging Zaanbrug 73.180
Aanpassing Voetbalkooi bij WSV '30 31.598
Vrijvervalriool Torensloot-Zuid 285.758

 

Vervoermiddelen (investeringen > €25.000)
2023
Dienstauto BOA 34.575
Machines, apparatuur en installaties (investeringen > €25.000)  2023
Nieuwe website 90.001
Ter aanvulling een toelichting van de in 2023 verminderde investeringen (opbrengsten groter dan €25.000):

In 2023 is er voor de investering op de Noorderweg en Veerdijk t.h.v. Bijdam Wegen een MRA-subsidie ontvangen van €128.742.

 

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen: 2023
2022
Boekwaarde begin dienstjaar 803.327 803.327
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Afschrijvingen/Aflossingen 0 0
Doorgevoerde waardevermindering 0 0
Boekwaarde eind dienstjaar
803.327 803.327

 

Leningen aan Woningbouwcorporaties: 2023
2022
Boekwaarde begin dienstjaar 2.550.001 2.798.941
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Afschrijvingen/Aflossingen -249.923 -248.940
Doorgevoerde waardevermindering 0 0
Boekwaarde eind dienstjaar
2.300.078 2.550.001

 

Overige langlopende leningen: Verenigings-gebouw Startersleningen Duurzaamheids-leningen Blijversleningen Obligatielening Alliander
Totaal
Boekwaarde begin dienstjaar 119.982 176.974 316.509 0 616.466 1.229.931
Investeringen 0  42.137   174.907  0 0 217.044
Desinvesteringen 0 0 0 0 0 0
Afschrijvingen/Aflossingen -15.000 -4.594 -54.189 -0 0 -73.783
Doorgevoerde waardevermindering 0 0 0 0 0 0
Boekwaarde eind dienstjaar
104.982 214.517 437.227 0 616.466 1.373.191

 

 

B. VLOTTENDE ACTIVA

 

 Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Stand
 31-12-2023
Voorziening
oninbaarheid
Boekwaarde
31-12-2023
Boekwaarde
 31-12-2022
Vorderingen op openbare lichamen 3.134.804 0 3.134.804 3.215.143
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar 12.000.000 0 12.000.000 5.350.000
Overige vorderingen 1.624.723 -320.974 1.303.749 1.438.389
Overige uitzettingen 395.316 0 395.316 526.470
Totaal uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar  17.154.843  -320.974 16.833.869 10.530.001

 

Nadere toelichting:
Vorderingen op openbare lichamen
De vordering op openbare lichamen van €3.134.804 betreft hoofdzakelijk een vordering in het kader van het btw-compensatiefonds over 2023. Dit bedrag ontvangen we jaarlijks rond 1 juli van het jaar erna.
 
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met rentetypische looptijd <1 jaar
De uitzetting in 's Rijks schatkist van €12.000.000 betreft de overtollige liquide middelen die we hadden uitstaan bij het ministerie op 31 december 2023. Deze saldi zijn echt momentopnamen, welke dagelijks kunnen wijzigen.
 
Overige vorderingen
De overige vorderingen betreffen belastingvorderingen in beheer bij Cocensus, vorderingen van sociale zaken en overige vorderingen in beheer bij de gemeente.

In het volgende overzicht staan per dienstjaar de debiteurensaldi per eind 2023 weergegeven, uitgesplitst in debiteuren in eigen beheer (exclusief vorderingen openbare lichamen), belastingdebiteuren en debiteuren sociale zaken.

Jaar Debiteuren in eigen beheer
Belastingdeb. beheerd door Cocensus Debiteuren Sociale Zaken
Totaal
t/m 2011 0 0 88.283 88.283
2012 0 1.455 42.535 43.990
2013 0 1.646 2.564 4.210
2014 0 2.928 19.846 22.774
2015 0 2.084 63.630 65.714
2016 0 2.932 4.661 7.593
2017 0 4.652 14.670 19.322
2018 0 6.366 71.611 77.977
2019 0 7.347 10.231 17.578
2020
0 8.663 211.372 220.035
2021 0 15.097 149.232 164.329
2022
400 56.796 62.189 119.385
2023 230.402 446.087 97.047 773.536
Totaal vorderingen
230.802 556.053 837.868 1.624.723
Voorziening dubieus -200 -43.195 -277.579 -320.974
Saldo balans
230.602 512.858 560.289 1.303.749

 

Overige uitzettingen
De overige uitzettingen betreft de gelden in het Revolving Fund. Deze gelden zijn beschikbaar voor het verstrekken van leningen in het kader van Volkshuisvesting, Startersleningen, Duurzaamheidsleningen en Blijversleningen. Het saldo per eind 2023 in het Revolving Fund is ruim €131.000 lager dan eind 2022. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door in 2023 verstrekte leningen minus aflossingen van reeds bestaande leningen. 

Liquide middelen (activa en passiva)
 
2023
Activa
2023
Passiva
 2022
Activa
2022
Passiva
Bankrekeningen:        
1. Rabobank Burgerzaken 0 0 707 0
2. BNG Algemene Dienst 200.928 0 269.331 0
3. BNG Sociale Zaken 0 -29 0 -30
4. BNG Belastingen (Cocensus) 0 -453 0 -455
Totaal bankrekeningen: 200.928 -483 270.039 -486
Gelden in kas 8.601 0 5.498 0
Totaal liquide middelen (activa en passiva)
209.529 -483 275.536 -486
Totaal generaal liquide middelen (activa en passiva gesaldeerd)
209.046   275.051  

In de balans worden de positieve saldi vermeld aan de activazijde en de negatieve saldi aan de passivazijde. Hiertoe zijn de volgende bedragen opgenomen:

Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de wet Verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden hun overtollige middelen (gelden op rekening-courant bij de bank boven een bepaald drempelbedrag) aan moeten houden bij het Ministerie van Financiën (de schatkist). Het doel hiervan is het verlagen van de EMU-schuld van de collectieve sector. Doordat de decentrale overheden hun tijdelijk overtollige gelden aanhouden in de schatkist, wordt de externe financieringsbehoefte van het Rijk verminderd. De gemeenten hebben een rekening-courant bij de schatkist waar gelden op aangehouden kunnen worden.

Drempelbedrag
Het drempelbedrag is het minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijks kasbeheer te vereenvoudigen; niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen in de schatkist te worden aangehouden die boven het drempelbedrag uitgaan. 
Voor de gemeente Wormerland was het drempelbedrag in 2023 €1.000.000. In 2023 hebben we deze bedragen niet overschreden. In onderstaande tabel ziet u de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen van 2023. 


 
Overlopende activa
I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van het Rijk
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Te ontvangen bedragen van het Rijk
Instantie Stand 
31-12-2022
Ontvangen Toevoegingen Vrijgevallen
bedragen
Stand 
31-12-2023
3 regelingen i.v.m. de toeslagenaffaire:            
A. Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden toeslagenproblematiek (SPUK 2) 2022 Ministerie
Financiën
-1.642 19.146 20.788 0 0
A. Regeling specifieke uitkering gemeentelijke hulp aan gedupeerden toeslagenproblematiek (SPUK 2) 2022 Ministerie
Financiën
0 0 538.758 0 538.758
B. Kwijtschelding SZW i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting) Ministerie SZW 0 0 0 0 0
C. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting) 2021 Ministerie Financiën 13.815 13.815 0 0 0
C. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting) 2022 Ministerie Financiën 707 0 0 0 707
C. Kwijtschelding gemeentelijke belastingen i.v.m. de toeslagenproblematiek (geen bevoorschotting) 2022 Ministerie Financiën 0 0 1.862 0 1.862
Subtotaal 3 regelingen toeslagenaffaire   12.880 32.961 561.408 0 541.327
D. Specifieke uitkering Sport*
Ministerie VWS 0
0 72 0 72
Totaal   12.880 32.961 561.480 0 541.399

*Specifieke uitkering Sport: de beginbalans 2023 was een 'nog te betalen', dus is verantwoord op de passivakant van de balans. Het eindsaldo van 2023 is een nog te ontvangen en is daarom verantwoord op activazijde van de balans.

 

I.v.m. voorfinanciering uitkeringen met specifiek doel: nog te ontvangen bedragen van overige Nederlandse overheidslichamen

Te ontvangen bedragen van overige overheidslichamen Instantie Stand 
31-12-2022
Ontvangen Toevoegingen Vrijgevallen
bedragen
Stand 
31-12-2023
Nog te ontvangen subsidie zwerfafval 2021-2022 Nedvang 7.913 0 0 7.913 0
Nog te ontvangen subsidie zwerfafval 2023 Nedvang 0 0 6.772 0 6.772
Nog te ontvangen subsidie Regionaal energieprogramma (REP) Provincie Noord-Holland (via de gem. Purmerend 12.006 5.008 0 6.998 0
Voorschot Energiebesparingsakkoord 2023-2025 Prov. NH 0 12.057 0 0 12.057
Totaal   19.919 17.065 6.772 14.911 18.829

 

Overige nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen die t.l.v. volgende begrotingsjaren komen

Hieronder vallen de transitorische baten (bedragen die we in 2024 nog verwachten te ontvangen voor zaken die betrekking hebben op 2023), de nog te ontvangen inkomsten 2023 en vooruitbetaalde kosten over 2024. Per 31 december 2022 waren de kosten die gemaakt zijn i.v.m. opvang van vluchtelingen uit Oekraïne nog niet ontvangen van het rijk. Hierdoor is deze balanspost ruim 2,3 miljoen lager dan per eind 2022.

Passiva

Terug naar navigatie - Passiva

 

B. VASTE PASSIVA

Eigen Vermogen

Het eigen vermogen is onderverdeeld in de reserves en het resultaat na bestemming.

Het eigen vermogen bestaan uit: 2023 2022
Algemene Reserve 4.108.864 3.513.747
Overige bestemmingsreserves 16.289.752 13.912.909
Gerealiseerd resultaat 2.625.032 1.341.975
Totaal 
23.023.648 18.768.631

 

De mutaties in de reserves zijn opgebouwd uit: 2023 2022
Boekwaarde begin boekjaar 18.768.631 16.787.980
Vermeerderingen (excl. verschuivingen) 8.218.812  4.510.870
Verminderingen (excl. verschuivingen) -3.963.795 -2.530.219
Boekwaarde einde boekjaar 23.023.648 18.768.631

Het verloop in 2023 wordt in het volgende overzicht per reserve weergegeven

Terug naar navigatie - Het verloop in 2023 wordt in het volgende overzicht per reserve weergegeven
RESERVES Saldo 1 januari 2023 Toevoegingen 2023 Resultaatbestemming 2022 Rentetoerekening 2023 Onttrekkingen 2023 Verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa Saldo 31 december 2023
Algemene reserve 3.513.747 1.200.000 595.118 0 -1.200.000 0 4.108.864
Totaal Algemene reserve 3.513.747 1.200.000 595.118 0 -1.200.000 0 4.108.864
Egalisatiereserve Algemene uitkering 339.449 162.883 0 0 0 0 502.332
Reserve Nog uit te voeren werken 728.273 5.876 202.718 0 -163.104 0 773.764
Bestemmingsreserve Brandweerkazerne Wormer 598.423 0 0 0 0 -27.201 571.222
Bestemmingsreserve Verkiezingen 48.916 35.382 0 0 -84.298 0 0
Bestemmingsreserve Opstellen omgevingsplannen 36.954 24.000 0 0 -18.829 0 42.125
Bestemmingsreserve Sociaal Domein 357.849 0 0 0 -357.849 0 0
Bestemmingsreserve Innovatie Sociaal Domein (onderdeel van Reserve Sociaal Domein) 85.130 0 0 0 0 0 85.130
Fonds Volkshuisvesting 921.934 10.321 0 0 0 0 932.255
Ontwikkelingsfonds 477.125 0 -123.824 0 -100.000 0 253.301
Bestemmingsreserve Monumentenzorg 46.201 7.820 0 0 -4.235 0 49.786
Bestemmingsreserve Onderhoud vaarwegen 214.636 90.000 0 0 -40.756 0 263.880
Fonds Duurzaamheidsleningen 831.550 3.714 0 0 0 0 835.264
Bestemmingsreserve Speelplaatsen 30.076 60.000 0 0 -75.885 0 14.191
Bestemmingsreserve Duurzame vervanging openbare verlichting 382.665 0 0 0 0 0 382.665
Reserve Zaanbrug 7.270.632 1.200.000 0 0 0 0 8.470.632
Bestemmingsreserve Duurzaamheid 1.192.463 0 0 0 -50.640 0 1.141.823
Bestemmingsreserve Blijversleningen 150.631 1.534 0 0 0 0 152.165
Egalisatiereserve leges omgevingsvergunningen 0 331.019 0 0 0 0 331.019
Bestemmingsreserve Bestuurlijke toekomst 0 65.315 0 0 -195 0 65.120
Bestemmingsreserve Inflatiearmoede 200.000 592.370 318.372 0 -652.559 0 776.555
Egalisatiereserve voorziening pensioenen wethouders 0 498.827 349.591 0 -349.591 0 498.827
Bestemmingsreserve Veilig wonen (politieke ambtsdragers) 0 7.062 0 0 0 0 7.062
Bestemmingsreserve Collegewissel 0 133.918 0 0 -40.816 0 93.102
Bestemmingsreserve onderh. beeldende kunst in de openbare ruimte 0 47.532 0 0 0 0 47.532
Bestemmingsreserve Bruggen en Kunstwerken 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Bestemmmingsreserves 13.912.909 3.277.573 746.857 0 -1.938.758 -27.201 16.289.752
Totaal reserves 17.426.656 4.477.573 1.341.975 0 -3.138.758 -27.201 20.398.617
16-jul-2024

Hieronder volgt een toelichting op de aard en reden van iedere reserve:

Terug naar navigatie - Hieronder volgt een toelichting op de aard en reden van iedere reserve:

Algemene reserve
De voornaamste functie van de algemene reserve is de bufferfunctie. Deze functie heeft als rol om fluctuaties in de exploitatiesfeer in de toekomst te kunnen opvangen; de voordelige resultaten van jaarrekeningen worden toegevoegd, terwijl nadelige saldi eraan onttrokken kunnen worden. Daarnaast dient de Algemene reserve ter afdekking van de risico's. In het beleidskader 'Risicomanagement en weerstandsvermogen Wormerland' is vastgelegd dat het weerstandsratio minimaal 1,0 moet zijn (voldoende) maar dat we streven naar een ratio van 1,5 (ruim voldoende). Deze ratio geeft de verhouding weer tussen de risico's en de beschikbare middelen om die risico's af te dragen indien ze zich voordoen. Belangrijk uitgangspunt is dat de Algemene Reserve niet als algemeen (incidenteel) dekkingsmiddel ingezet kan worden zolang de hoogte van de Algemene Reserve onvoldoende is (< ratio 1). Zie voor de uitgebreide toelichting in de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' in deze Jaarrekening.

Overige bestemmingsreserves

Egalisatiereserve Algemene uitkering
Deze reserve is bedoeld om grilligheden in de hoogte van de algemene uitkering te ondervangen. Begrotingseffecten van wijzigingen van de hoogte van de algemene uitkering worden opgeheven door inzet van deze reserve (het zogenaamde 'Schommelfonds'). Door de schommelingen in de Algemene Uitkering te kunnen opvangen wordt gezorgd dat negatieve bijstellingen in circulaires niet direct van invloed zijn op de begroting van de beleidsprogramma's. 

Nog uit te voeren werken
Deze reserve is ingesteld om beschikbaar gestelde gelden voor projecten die aan het eind van enig boekjaar nog niet zijn afgerond te reserveren voor de afronding in het jaar daarna.

Brandweerkazerne Wormer
Deze reserve is ingesteld om de jaarlijkse kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer te kunnen dekken, zodat deze niet op de jaarlijkse exploitatie drukken.

Verkiezingen
Middels deze reserve worden onregelmatige uitgaven in de diverse jaren gelijk verdeeld over de jaren. Het ene jaar zijn er immers geen verkiezingen, het volgende jaar zijn het er één of twee. Door deze reserve blijven de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk, namelijk het gemiddelde benodigde bedrag.

Opstellen omgevingsplannen
Het doel van deze reserve is de pieken in de uitgaven met betrekking tot het opstellen van omgevingsplannen te voorkomen zodat de jaarlijkse lasten voor de exploitatie gelijk blijven.

Sociaal Domein
Het doel van deze reserve is de tekorten binnen het sociaal domein op te kunnen vangen. Zodoende loopt de gemeente minder risico als de uitgaven op het Sociaal Domein hoger uitvallen dan begroot.

Innovatie Sociaal Domein
Deze reserve is een sub-reserve van de reserve 'Sociaal Domein'. Er is besloten een gedeelte (oorspronkelijk €150.000) hieruit af te zonderen en speciaal te bestemmen voor innovatie.

Fonds Volkshuisvesting
Uit deze reserve zijn leningen verstrekt aan de woningstichting in het kader van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en aan particulieren in de vorm van Startersleningen.

Ontwikkelingsfonds
Het ontwikkelingsfonds is ingesteld om financieel negatieve bouwplannen mogelijk te maken. De reserve is gevormd door financieel positieve bouwplannen te reserveren.

Monumentenzorg
Deze reserve is gecreëerd als buffer om externe adviezen etc. uit te kunnen betalen. In de toekomst zullen wellicht nieuwe objecten onderzocht worden alsook bouwhistorische onderzoeken van bestaande rijks- en provinciale monumenten. Indien er meer subsidie vertrekt wordt dan begroot is, dan zal dit gedekt worden uit deze reserve.

Onderhoud vaarwegen
Deze reserve is bedoeld voor het baggeren van het binnenstedelijk gebied. Omdat dit meestal in de winter gebeurt, en daarom het ene jaar de uitgaven voornamelijk in het 'oude' boekjaar komen, en de volgende keer in het 'nieuwe' boekjaar, is er een aantal jaren geleden voor gekozen het beschikbare budget uit de jaarlijkse exploitatie naar een reserve door te sluizen, zodat er geen pieken en dalen in de werkelijke uitgaven komen.

Fonds duurzaamheidsleningen
Deze reserve is ingesteld voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen.

Speelplaatsen
Jaarlijks wordt een regulier bedrag aan deze reserve toegevoegd en de uitgaven van het desbetreffende jaar worden er aan onttrokken. Hierdoor worden schommelingen in de exploitatie voorkomen.

Duurzame vervanging openbare verlichting
In 2015 is door de Raad tot deze reserve besloten om over een periode van 15 jaar de openbare verlichting in zijn geheel te kunnen vervangen door duurzamere verlichting.

Zaanbrug
Deze reserve is bedoeld als dekkingsmiddel voor de afschrijvingslasten van de Zaanbrug. De hoogte van deze reserve moet daarom gelijk zijn aan de werkelijke kosten van de Zaanbrug. Vanaf het jaar volgend op het jaar dat de Zaanbrug gereed is zal elk jaar het gedeelte vrijvallen uit deze reserve wat gelijk is aan de afschrijvingslast van de burg.

Duurzaamheid
De reserve is ingesteld om een bijdrage te leveren aan de ambities gesteld in het Nationale Energieakkoord uit 2013 (16% duurzame opwekking in 2023 en/of 1,5% energiebesparing per jaar). Het Klimaatakkoord uit 2019 is een initiatief van het kabinet en bouwt voort op het Energieakkoord uit 2013. Het doel van het Klimaatakkoord is vermindering van de uitstoot van broeikassen. Concreet ligt er een claim op de gelden in de reserve Duurzaamheid voor de jaarlijkse duurzaamheidsinitiatieven en in het collegeprogramma 2022-2026 is vanaf 2023 een structurele invulling gegeven aan een 2e duurzaamheidsmanager waarvan het jaar 2023 gedekt wordt uit de Duurzaamheidsreserve (€25.000). Ook uit het collegeprogramma 2022-2026 ligt er een claim op deze reserve in verband met het 2e Wijkuitvoeringsplan (€50.000) en de uitbreiding van de energie-infrastructuur (€30.000).

Blijversleningen
Op 14 maart 2017 heeft de raad van de gemeente Wormerland de ‘Verordening Blijverslening Wormerland 2017’ vastgesteld. De Blijverslening is een lening met lage rente aan inwoners van Wormerland om aanpassingen te financieren die de inwoner in staat stelt om langer thuis te blijven wonen.  In ruim zes jaar is er slechts één keer gebruik gemaakt van deze regeling. Wegens dit gebrek aan belangstelling heeft de raad november 2023 (1e begrotingswijziging 2024) deze regeling ingetrokken. Deze reserve bevat €150.631 per eind 2023. Dit was het maximum te verstrekken bedrag dat beschikbaar was voor het verstrekken van blijversleningen. Deze reserve valt vrij in 2024.

Bestemmingsreserve Bestuurlijke toekomst
Voor het traject 'Bestuurlijke toekomst Wormerland' zijn in het collegeprogramma 2022-2026 gelden gereserveerd voor dit proces. 

Inflatiearmoede
Vooruitlopend op de inhoudelijke uitwerking van regelingen tot bestrijding van inflatiearmoede is in de raad van december 2022 een eerste reservering gedaan door storting van €200.000 in deze reserve 'Inflatiearmoede'. Tot de vaststelling door de raad van de inhoudelijke uitwerking van regelingen om de inflatiearmoede te bestrijden heeft de raad het college de ruimte geboden om uit deze gelden een maatwerkbudget van €50.000 (volgens de regels van de bijzondere bijstand) aan te houden voor om in acute, schrijnende of noodsituaties incidentele inwonersondersteuning te kunnen bieden. Daarnaast zijn ook de ontvangen rijksgelden energietoeslag aan deze reserve toegevoegd en worden de werkelijke energietoeslagen onttrokken uit deze reserve.

Egalisatiereserve voorziening pensioenen wethouders
De verplichte hoogte van de voorziening Pensioenen wethouders fluctueert (door actuariële berekeningen, wijzigingen in rekenrente, wijzigingen in wetgeving rond pensioenleeftijd, toetreden nieuwe wethouders e.d.). Dit zorgt voor schommelingen op de exploitatie. Om begrotingsrust te creëren heeft de raad (juli 2023) een Egalisatiereserve ingesteld en het vrijgevallen bedrag uit de voorziening van 2022 toegevoegd aan deze nieuwe reserve. Het doel van deze reserve is om toekomstige mutaties op de (verplichte) voorziening te egaliseren. 

Bestemmingsreserve Veilig wonen (politieke ambtsdragers)
De veiligheid van decentrale bestuurders is een vereiste voor het goed functioneren van het openbaar bestuur. Per 1 oktober 2023 is de werkgeversverantwoordelijkheid voor hun veiligheid daarom verscherpt in een wijziging van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers. Ten behoeve van een veilige woonplek krijgen decentrale bestuurders een beveiligingsadvies op maat aangeboden. Gemeenten dienen op basis van de nieuwe regeling het beveiligingsadvies altijd over te nemen en de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen te bekostigen. Voor de uitvoering van deze regeling ontvangt de gemeente €7.062 per jaar voor de periode 2023 tot en met 2026 (septembercirculaire 2023). We reserveren deze gelden door ze toe te voegen aan de nieuw in te stellen Reserve ‘Veilig wonen (politieke ambtsdragers)’ (besluit Najaarsbericht 2023, raad dec 2023). De werkelijk gemaakte kosten onttrekken we aan deze reserve.

Reserve Collegewissel
Deze reserve is nieuw gevormd in 2023 (raad dec 2023). Het doel van deze reserve is (gedeeltelijke) dekking van kosten bij vertrek/vervanging van collegeleden. De kosten die gepaard gaan met collegewisselingen fluctueren enorm. Per wisseling van collegelid zijn de kosten ook zeer verschillend (afhankelijk van leeftijd vertrekkende leden, ervaring van nieuwe leden en eventuele verhuiskosten). Door het jaarlijks €5.000 toevoegen (vanaf 2024) aan deze reserve worden de kosten van deze wisselingen verspreid over de jaren (begrotingsrust). De kosten die te maken hebben met collegewisselingen worden verantwoord op het product 'College' in Programma 6. Deze kosten mogen volgens raadsbesluit (Najaarsbericht 2023, raad dec 2023) zonder nieuw raadsbesluit gedekt worden uit deze reserve. Daarnaast is er in het Najaarsbericht 2023 een extra reservering gedaan van €100.000 voor personele aangelegenheden en het gebruik van bestaande personele regelingen (vervroegd pensioen). 

Bestemmingsreserve onderh. beeldende kunst in de openbare ruimte
In november 2019 is het amendement ‘Beeldende kunst’ aangenomen. In dit amendement is aangenomen dat niet bestede onderhoudsgelden gereserveerd blijven en niet zullen vrijvallen in het rekeningresultaat. Tot 2023 reserveerden we deze gelden in de reserve Nog uit te voeren werken. In november 2023 (begrotingsraad) is hiervoor een aparte reserve 'Onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte' voor ingesteld zodat deze reservering beter zichtbaar is.

 

De reserves waarvan de totale toevoeging of onttrekking groter is dan €25.000 worden hieronder toegelicht:

Algemene Reserve
 
Algemene Reserve  
Toevoeging: Conform begroting is er €900.000 toegevoegd aan de algemene reserve i.v.m. het verhogen van het weerstandsvermogen 900.000
Toevoeging: Als gevolg van de bestemming van het rekeningresultaat van 2022 is er €595.118 toegevoegd aan de Algemene reserve 595.118
Toevoeging: Vrijval reservering transitiebudget Oekraïne €300.000 300.000
 Totaal toevoegingen: 1.795.118
Onttrekking: I.v.m. de verhoging van het krediet voor de Zaanbrug (inflatie 2021+2022) is er €1.200.000 onttrokken aan de Algemene reserve -1.200.000
Totaal onttrekkingen: -1.200.000
   

 

De raad heeft in september 2019 €285.000 beschikbaar gesteld om ten laste van de reserve Duurzaamheid voor 3,5 jaar een programmamanager Duurzaamheid en Klimaat aan te trekken. De kosten hiervoor voor 2023 zijn €30.357, welke aan de reserve zijn onttrokken. Het jaar 2023 is het laatste (halve) jaar dat deze kosten voor de duurzaamheidsmanager uit deze reserve gedekt worden. Daarnaast zijn er in 2023 kosten gemaakt voor de Wijkuitvoeringsplannen Plaszoom & Molenbuurt (€13.000) en een zonne-energiesysteem voor het zwembad (€1.750). Deze kosten zijn ten laste van de reserve Duurzaamheid zijn gebracht. Tot slot wordt er vanuit deze reserve jaarlijks €25.000 beschikbaar gesteld voor duurzaamheidsinitiatieven, in 2023 is hiervan voor €5.533 gebruik gemaakt.

 

Bestemmingsreserves  
Egalisatiereserve Algemene uitkering
 
Toevoeging: toevoeging aan egalisatiereserve Algemene uitkering conform begroting 250.000
Toevoeging: netto effect van de decembercirculaire 2023 83.726
Toevoeging: mutaties egalisatieres alg.uitkering/dec circ 2022 -170.843
Totaal toevoegingen: 162.883
   
Reserve Nog uit te voeren werken  
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van het restbudget Robuust rechtsbeschermingssysteem ad €19.274 19.274
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van het restbudget BOA ad €31.381 31.381
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van het restbudget Wet Kwaliteitsborging bouw ad €31.684 31.684
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van het restbudget Inburgering ad € 30.018 30.018
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van het restbudget Oekraïne ad €40.361 40.361
Toevoeging vanuit de resultaatbestemming van de jaarrekening 2022: Meenemen naar 2023 van €50.000 van het restbudget onderhoud openbaar groen; 50.000
Totaal toevoegingen: 202.718
Onttrekking: Zowel de opbrengst in 2019 als de verkoop in 2023 van de woningen op de Zandweg zijn op de reserve Nog uit te voeren werken geboekt. 820.564,65 
Onttrekking t.b.v. Algemene reserve: Het budget voor het woonrijp maken voor units aan de Poelweg is 100% declarabel. Het budget dat daarvoor vrijgemaakt was was vloeit nu weer terug naar de Algemene reserve. -300.000
Onttrekking t.b.v. nieuwe reserve: Onderhoud kunstwerken waren gereserveerd op de Reserve nog uit te voeren werken. Vanaf 2023 is daar een aparte reserve voor. De gereserveerde gelden naar die reserve overgeboekt. -31.118
Onttrekking t.b.v. nieuwe reserve: het restbudget voor de bestuurlijke toekomst wat nog beschikbaar was in de reserve Nog uit te voeren werken overgeboekt naar de nieuwe reserve Bestuurlijke toekomst. -15.315
Onttrekking t.b.v nieuwe reserve: het budget voor 'Collegewissel' was gereserveerd op de Reserve nog uit te voeren werken. Vanaf 2023 is daar een aparte reserve voor. De gereserveerde gelden zijn naar die reserve overgeboekt. -33.918
Onttrekking: vanuit deze reserve zijn uitgaven gedaan uit eerder gereserveerde budgetten, zoals onder andere kosten m.b.t. de omgevingswet, menstruatiearmoede, omgevingsvisie.
-131.697
Onttrekking: Een deel van de eerder gereserveerde budgetten valt vrij uit deze reserve omdat er niet direct een concreet bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. Ik noem de voornaamste gelden die vrijvallen restbudget corona, incidentele boa-gelden, inburgeringsgelden, toerismegelden -471.620
Totaal onttrekkingen: -163.104
   
Reserve Brandweerkazerne Wormer
 
Jaarlijkse onttrekking van de kapitaallasten van de opstallen van de brandweerkazerne in Wormer, conform begroting -27.201
Totaal onttrekkingen:  -27.201
   
Reserve Verkiezingen  
Jaarlijkse toevoeging conform begroting 35.382
Totaal toevoegingen:  35.382
Onttrekking: In 2023 zijn er 3 verkiezingen geweest: op 15 maart 2023 Provinciale staten en Waterschapsverkiezingen en door de val van het kabinet zijn er op 22 november 2023 vervroegde Tweede Kamerverkiezing geweest. De totaal gemaakte kosten in 2023 bedragen bijna €150.000 (Programma 1: product 033 Verkiezingen). Als er voldoende in de reserve zat dan zou deze €150.000 uit de reserve gehaald zijn. Per 1 januari 2023 zat er €48.916 in de reserve, daar is in 2023 nog €35.382 aan toegevoegd (de normale jaarlijkse toevoeging). In totaal zat er dus €84.298 in de reserve. Een reserve mag nooit negatief zijn. Er is dus €84.298 uit de reserve gehaald. De reserve is daarmee per 31 december 2023 leeg.  -84.298
Totaal onttrekkingen: -84.298
   
Reserve Sociaal domein  
Onttrekking: conform bestaand beleid is het saldo (werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten) van het Sociaal domein vereffend met deze reserve. Het beschikbare saldo in de reserve was niet voldoende om het negatieve saldo van 2023 te dekken. Per eind 2023 is de reserve dan ook leeg. -357.849
Totaal onttrekkingen: -357.849
   
Reserve Ontwikkelingsfonds  
Onttrekking: bij de bestemming van het rekeningresultaat is het verlies van het project Sanering Sluisstraat onttrokken uit de reserve Ontwikkelingsfonds
-123.824
Onttrekking: er is een aanvullend budget beschikbaar gesteld van €100. 000 als voorbereidingskrediet voor de uitvoering van het procesvoorstel haalbaarheidsonderzoek locatie IJsbaanterrein i.v.m. het project verduurzaming sportaccommodaties (raadsbesluit mei 2023).
-100.000
Totaal onttrekkingen: -223.824
   
Reserve Onderhoud vaarwegen  
Conform de begroting is aan deze reserve het jaarlijkse bedrag van € 90.000 toegevoegd 90.000
Totaal toevoegingen:  90.000
Conform het bestaand beleid zijn de werkelijke gemaakte kosten in 2023 voor het baggeren aan deze reserve onttrokken -40.756
Totaal onttrekkingen: -40.756
   
Reserve Speelplaatsen  
Het reguliere begrote bedrag is aan de reserve toegevoegd 60.000
Totaal toevoegingen: 60.000
De werkelijk gemaakte kosten zijn onttrokken volgens bestaand beleid -75.885
Totaal onttrekkingen: -75.885
   
Reserve Zaanbrug  
Toevoeging: Deze reserve is bedoeld om afschrijvingslasten van de Zaanbrug te dekken zodat deze lasten niet op het begrotingssaldo drukken. Om dit te waarborgen moet de hoogte van deze reserve gelijk te zijn aan de verwachte kosten voor de bouw van de Zaanbrug. In 2023 is het beschikbaar gestelde krediet voor de Zaanbrug verhoogd met €1,2 miljoen (inflatie), dus is deze reserve met hetzelfde bedrag verhoogd. In 2024 starten we met de jaarlijkse afschrijving van de Zaanbrug (in 25 jaar).  1.200.000
Totaal toevoegingen: 1.200.000
   
Reserve Duurzaamheid  
Onttrekking: De raad heeft in september 2019 €285.000 beschikbaar gesteld om ten laste van de reserve Duurzaamheid voor 3,5 jaar een programmamanager Duurzaamheid en Klimaat aan te trekken. De kosten hiervoor voor 2023 zijn €30.357, welke aan de reserve zijn onttrokken. Het jaar 2023 is het laatste (halve) jaar dat deze kosten voor de duurzaamheidsmanager uit deze reserve gedekt worden.  -30.357
Onttrekking: er wordt vanuit deze reserve jaarlijks €25.000 beschikbaar gesteld voor duurzaamheidsinitiatieven, in 2023 is hiervan voor €5.533 gebruik gemaakt. -5.533
Onttrekking: wijkuitvoeringsplannen Plaszoom & Molenbuurt. -13.000
Onttrekking: een zonne-energiesysteem voor het zwembad. -1.750
 Totaal onttrekkingen: -50.640
   
Egalisatiereserve leges omgevingsvergunningen  
Toevoeging: in het Najaarsbericht 2023 is de Egalisatievoorziening leges omgevingsvergunningen omgezet in een Egalisatiereserve. De reden is dat we niet voldeden aan de eisen die gesteld worden aan het hebben van een voorziening. Per 1 januari 2023 zat er nog €172.720 in de voorziening. Deze is in 2023 uit de voorziening gehaald en aan deze reserve toegevoegd.  172.720
Toevoeging: deze reserve heeft ook als doel het begrotingsrisico te beperken van uitgestelde legesopbrengsten van grote projecten. De begrote toevoeging aan de reserve kan ingezet ter dekking van deze vertraagde legesopbrengst. We verwachtte in 2023 een grote piek aan leges omgevingsopbrengsten. In de primaire begroting 2023 waren er 5 grote projecten geraamd om in 2023 tot legesvergunning te komen: de projecten Gele Lisstraat, Wormervelden, Braak/Rietlanden, Veerdijk 44 en de Zaandriehoek. In het Najaarsbericht 2023 zijn de legesopbrengsten van 4 van deze 5 grote projecten al uitgesteld naar 2024 en is de begrote legesopbrengst daarop bijgesteld. Nu het jaar 2023 voorbij is blijkt ook de bouwaanvraag van het 5e grote project (Zaandriehoek) niet in 2023 te zijn geweest maar eveneens uitgesteld naar 2024. Voor grote projecten blijft het moment van legesopbrengst lastig in te schatten. We zijn daarin afhankelijk van de planning van de partij die de aanvraag indient. Daarnaast hebben we te maken met (steeds veranderende) milieuwetgeving. We hebben €274.200 minder leges opgehaald dan begroot. Dit nadeel (Programma 1) is verrekend met de begrote toevoeging aan de reserve (Programma 40), dus het effect op de exploitatie is nul. Er was begroot €432.500 toe te voegen. Maar omdat er minder legesinkomsten zijn is er €158.300 toegevoegd (€274.200 minder dan begroot) 158.300
Totaal toevoegingen: 331.019
   
Reserve Bestuurlijke toekomst
 
Deze reserve is nieuw gevormd naar aanleiding van het collegeprogramma 2022-2026. De financiële mutaties die uit dit collegeprogramma volgden zijn verwerkt in de 1e begrotingswijziging van 2023 (raad nov 2022). Hierin staat dat er in 2023 €50.000 wordt toegevoegd aan deze reserve (en in 2024 nogmaals €50.000). 50.000
De raad heeft al eerder (Najaarsbericht 2021) €25.000 beschikbaar gesteld voor de kosten die gemaakt worden in het kader van de bestuurlijke toekomst. Het restant van dat budget is via de reserve 'Nog uit te voeren werken' gereserveerd. Eind 2022 was er nog €15.315 over van dit budget. Dit bedrag is in 2023 vanuit de reserve 'Nog uit te voeren werken' overgeheveld naar de nieuwe reserve 'Bestuurlijke toekomst'. 15.315
Totaal toevoegingen:
65.315
   
Reserve Inflatiearmoede
 
Toevoeging: de in de decembercirculaire 2022 ontvangen rijksgelden voor deel 1 van de Energietoeslag 2023 is toegevoegd aan deze reserve (via de resultaatbestemming 2022, raad juli 2023). 282.848
Toevoeging: het restbudget Energietoeslag 2022 (€35.524) is aan deze reserve toegevoegd (via de resultaatbestemming 2022, raad juli 2023). 35.524
Toevoeging: in de decembercirculaire 2023 ontvingen we deel 2 van de Energietoeslag 2023. Ook deze gelden zijn toegevoegd aan de reserve. 592.370
Totaal toevoegingen:
910.742
Onttrekking: nagekomen energietoeslagen 2022 -15.600
Onttrekking: energietoeslagen 2023 -296.200
Onttrekking: buurtcamping (deze zijn betaald uit de €50.000 die de raad middels amendementen beschikbaar gesteld heeft om vooruitlopend op besluitvorming rond het nieuw te ontwikkelen armoedebeleid maatwerk te kunnen bieden).  -5.640
Onttrekking: maatwerkkosten (deze zijn betaald uit de €50.000 die de raad middels amendementen beschikbaar gesteld heeft om vooruitlopend op besluitvorming rond het nieuw te ontwikkelen armoedebeleid maatwerk te kunnen bieden). -16.746
Totaal onttrekkingen: -334.187
   

 

Voorzieningen

  2023 2022
Onderhoudsegalisatievoorzieningen 1.811.103 1.734.628
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 2.405.753 2.763.671
Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting  2.579.125 2.467.966
Totaal  6.795.981 6.966.265

 

Het verloop van de voorzieningen in 2023 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

Voorzieningen Saldo
01-01-2023
Toevoegingen 2023 Vrijgevallen bedragen 2023 Aanwendingen  2023 Saldo
31-12-2023
Voorzieningen ter egalisering van de kosten          
Meerjaren onderhoudsplan (MOP) gebouwen 1.509.063 334.180   234.210 1.609.033
Onderhoud gymnastiekinrichting 32.888 12.533 34.521 10.901 0
Bruggen en kunstwerken 192.676 180.704   171.310 202.070
 Totaal 1.734.628 527.417 34.521 416.421 1.811.103
           
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's          
Pensioenen wethouders 2.416.809 133.015 149.236 138.998 2.261.590
Wachtgelden (voormalig) wethouders 168.142   33.615 30.454 104.073
Personele maatregelen 0       0
Verlofsparen 6.000 2.694     8.694
Vervroegd pensioen (RVU) 0 31.397     31.397
Egalisatie leges omgevingsvergunningen 172.720   172.270   0
Totaal 2.763.671 167.106 355.121 169.452 2.405.753
           
Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven          
Egalisatie riolering 2.467.966 111.159     2.579.125
Egalisatie afval 0       0
Totaal 2.467.966 111.159 0 0 2.579.125
           
Totaal voorzieningen 6.966.265 805.682 389.642 585.873 6.795.981

Hieronder volgt een toelichting op de aard en reden van iedere voorziening:

Meerjarenonderhoudsplan (MOP) gebouwen
Voor de gemeentelijke panden zijn allemaal afzonderlijke onderhoudsplannen opgesteld. In 2019 zijn deze MOP's geactualiseerd, en hebben op dit moment een looptijd tot en met 2040. Iedere 4 jaar zullen deze MOP's weer opnieuw tegen het licht worden gehouden, en waar nodig budgetten worden bijgesteld.

Onderhoud gymnastiekinrichting
Deze voorziening is in 2012 ingesteld voor de gymnastiekinrichting in de gymzalen die de gemeente beheert. Dit onderhoudsplan had een looptijd tot en met 2020. In 2021 zou er een nieuw onderhoudsplan worden opgesteld, dit is echter niet gebeurd door de extra werkzaamheden die op ons afkwamen in verband met de Oekraïnecrisis en personeelsverloop. Het nieuwe onderhoudsplan is ook niet in 2023 opgesteld. Een voorziening moet een onderbouwing hebben (onderhoudsplan/beheerplan). Omdat deze onderbouwing ontbreekt hebben de voorziening in 2023 laten vrijvallen.

Bruggen en kunstwerken
Deze voorziening is ingesteld bij de begroting 2018 naar aanleiding van het nieuwe beheerplan Civieltechnische kunstwerken en dient om schommelingen in onderhoudswerkzaamheden te egaliseren. De bruggen en duikers zijn opnieuw geïnspecteerd in 2021. Dit geeft een gewijzigd onderhoudsprogramma 2021-2024 met als resultaat een kostenverhoging vanaf 2021. De gemiddelde onderhoudskosten zijn gestegen met €72.333, van €108.371 naar €180.704 (Kadernota 2021).

Pensioenen wethouders
De omvang van deze voorziening dient gelijk te zijn aan de toekomstige pensioenverplichtingen van de huidige en de gewezen wethouders. Dit geldt voor zowel de reeds pensioengerechtigde wethouders als de nog niet pensioengerechtigde wethouders. Hiervoor wordt per persoon door een extern bureau een actuariële waardeberekening opgesteld waarin rekening wordt gehouden met verwachte levensduur, de eventuele partner, de (variabele) pensioengerechtigde leeftijd en de te hanteren rekenrente. Daarmee is zichtbaar voor welk bedrag oud- en zittende wethouders pensioen hebben opgebouwd. Een vertrokken wethouder kan op elk moment verzoeken om de waarde van zijn pensioen over te dragen aan een ander pensioenfonds. Dit maakt de pensioenverplichtingen direct opeisbaar en dienen daarom in een voorziening aanwezig te zijn op grond van het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Er zijn ook organisaties die gemeenten de mogelijkheid bieden zich hiervoor te verzekeren. Deze optie zou weliswaar incidentele toevoegingen en onttrekkingen in de voorziening voorkomen, maar zorgt voor een structurele last in de exploitatie en dient dan ook gedekt te worden met structurele baten. Dit laatste is de motivatie om de pensioenverplichting in een voorziening te reserveren en de grote, niet beïnvloedbare, fluctuaties te accepteren. Vanaf 2023 is er een reserve ingesteld om fluctuaties in deze voorziening te egaliseren.

Wachtgelden (voormalig) wethouders
Begin 2022 waren er geen betalingsverplichtingen, daarom was de voorziening leeg. Als gevolg van de verkiezingen in maart 2022 is er een nieuw college gevormd met als gevolg wachtgeldverplichtingen in verband met de vertrekkende collegeleden. Deze voorziening wordt (verplicht) gevormd met de maximale wachtgeldverplichtingen. Wachtgeldverplichtingen zijn afhankelijk van het inkomens van de voormalige wethouders. Periodiek beoordelen we de hoogte van de voorziening en laten we vrijvallen wat de maximale verplichting overschrijdt.

Verlofsparen
In de cao hebben medewerkers vanaf 2022 de mogelijkheid om opgebouwde bovenwettelijke verlofuren om te zetten naar verlofsparen. Deze verlofspaaruren kunnen op een later moment worden gebruikt om bijvoorbeeld een sabbatical te nemen. Het hebben van deze voorziening is een verplichting.

Vervroegd pensioen (RVU)
Het doel van deze voorziening is te voldoen aan de verplichting om voor personeel die met vervroegd pensioen gaat geld te reserveren. Het besluit om met vervroegd pensioen te gaan moet voor het eind van het jaar liggen. De werkelijke datum van het vervroegd pensioen is niet van belang. We zijn verplicht direct een voorziening te maken voor de gehele looptijd van het vervroegd pensioen (dus tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd). 

Egalisatie leges omgevingsvergunningen
Het primaire doel van deze voorziening was de legesopbrengsten te spreiden over latere begrotingsjaren omdat de baten vooruitgaan aan de lasten (ambtelijke uren en/of inhuur na aanvraag omgevingsvergunning). Daarnaast heeft deze voorziening nog een ander nut, namelijk het begrotingsrisico beperken van uitgestelde legesopbrengsten van grote projecten.  De begrote toevoeging aan de voorziening kan ingezet ter dekking van deze vertraagde legesopbrengst. Bij een voorziening moeten we toekomstige lasten die hier betrekking op hebben goed kunnen onderbouwen. Dat was bij deze voorziening niet mogelijk, daarom zijn wij genoodzaakt deze voorziening om te zetten in een reserve. We hebben de raad hierover ingelicht in het Najaarsbericht 2023.

Egalisatie riolering
Deze voorziening is in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen rioolheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor riolering te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

Egalisatie afval
Deze voorziening is eveneens in 2014 nieuw gevormd, en is ontstaan uit een verplichting van het BBV om deze gelden voortaan in een voorziening beschikbaar te houden in plaats van in een egalisatiereserve. Deze voorziening heeft als doel om de ontvangen afvalstoffenheffingen en de daarbij behorende uitgaven voor afval te egaliseren. Deze gelden mogen niet voor andere zaken worden gebruikt.

 

De toevoegingen en onttrekkingen groter dan € 25.000 worden hieronder toegelicht:

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's  
Pensioenen wethouders  
Toevoeging: conform begroting 105.317
Toevoeging: ingehouden pensioenpremies 2023 27.698
Onttrekking: De voorziening valt deels vrij naar aanleiding van de actuele actuariële waardeberekeningen van de wethouders en oud-wethouders. Omdat de pensioenen per direct opeisbare verplichtingen zijn moet de hoogte van de voorziening volgens de financiële richtlijnen verplicht gelijk zijn aan deze waardeberekeningen. De oorzaak van deze vrijgevallen gelden is voornamelijk het gevolg van de hogere (verplichte) rekenrente. Deze vrijval is in de egalisatiereserve gestort. -149.236
Er is aan pensioenen oud-wethouders een bedrag uitbetaald van: -138.474
   
Wachtgelden (voormalig) wethouders  
Onttrekking: vrijval (de voorziening wordt jaarlijks bijgesteld tot de maximaal te verstrekken wachtgelden) -33.615
De werkelijk betaalde wachtgelden in 2023: -30.454
   
Vervroegd pensioen (RVU)  
Toevoeging: In het Najaarsbericht 2023 zijn gelden gereserveerd in verband met personele aangelegenheden. Deze gelden waren (onder andere) bedoeld voor de vorming van deze (verplichte) voorziening Vervroegd pensioen. We zijn verplicht een voorziening te maken voor de gehele looptijd van het vervroegd pensioen (dus tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd). 31.397
   
Egalisatie omgevingsvergunningen (opgeheven)
 
Onttrekking: de voorziening is opgeheven in 2023 omdat deze niet voldoet aan de gestelde richtlijnen (BBV). De voorziening is omgezet in een reserve (de reserve heeft hetzelfde doel: begrotingsrust, spreiding van opbrengsten grote projecten over meerdere jaren en risicoverlaging bij uitstel van legesopbrengst grote projecten). -172.720
   

 

Onderhoudsegalisatievoorzieningen  
Meerjaren Onderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen  
In totaal is in 2023 aan deze voorziening MOP's toegevoegd (conform begroting): 334.180
In 2023 bedroegen de uitgaven aan onderhoud van de diverse gebouwen: -234.210
   
Onderhoud gymnastiekinrichting (opgeheven)
 
Toegevoegd conform begroting 12.533
In 2023 bedroegen de uitgaven aan onderhoud gymnastiekinrichting -10.901
Onttrekking: de voorziening is opgeheven in 2023 omdat deze niet voldoet aan de gestelde richtlijnen (BBV): het ontbreken van een onderhoudsplan/beheerplan. De voorziening is eind 2023 nul. -34.521
   
Bruggen en kunstwerken  
Conform begroting wordt jaarlijks aan deze voorziening toegevoegd: 180.704
De werkelijke kosten in 2023 m.b.t. bruggen en kunstwerken: -171.310
   

 

Voorzieningen voor bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt geheven  
Egalisatie riolering  
Toevoeging egalisatievoorziening riolering 111.159
   

 

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

 

De vaste schulden bestaan uit langlopende geldleningen en waarborgsommen. In de tabel hieronder staan de totale mutaties per onderdeel.

Langlopende leningen 2023 2022
Saldo begin boekjaar 17.285.994 15.340.225
Reguliere aflossingen  -1.155.047 -1.054.231
Vervroegde aflossing  0 0
Opgenomen leningen  0 3.000.000
Saldo einde boekjaar  16.130.947 17.285.994

Alle langlopende leningen zijn bij de Bank Nederlandse Gemeenten afgesloten.

De totale rentelast voor het jaar 202 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt: €221.717.

Van de verplichtingen met een looptijd langer dan één jaar moet in 2024 een bedrag van €955.868 worden afgelost aan de leningverstrekker.

 

Waarborgsommen 2023 2022
Saldo begin boekjaar  5.842 6.295
Terugbetaalde / afgewikkelde waarborgsommen 0 454
Ontvangen waarborgsommen 0 0
Saldo einde boekjaar 5.842 5.842

 

 

 

B. VLOTTENDE PASSIVA

 

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De vlottende schulden bestaan uit kasgeldleningen, bank- en girosaldi en overige schulden.

Kasgeldleningen
Per eind 2023 hadden we geen kasgeldlening lopen.

Liquide middelen
De post liquide middelen (negatieve banksaldi) is samen met de saldi aan de debetzijde (positieve banksaldi) van de balans uiteengezet in de Liquide middelen onder de Vlottende Activa. Totale negatieve banksaldi per ultimo 2023 bedroeg €483.

Overige schulden
De post overige schulden betreft facturen die betrekking hebben op 2023 maar begin 2024 zijn betaald. Hieronder volgt een uitsplitsing van de overige schulden in crediteuren, schulden aan openbare lichamen, te betalen pensioenpremies, te betalen belastingen en sociale premies.

Overige schulden 31-12-2023
Crediteuren 2.663.072
Schulden aan openbare lichamen 2.142.307
Te betalen pensioenpremies 11.906
Te betalen belastingen 43.111
Te betalen sociale premies 1.042
Totaal 4.861.439

 

 

Overlopende passiva

 

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen
Hieronder vallen de transitorische lasten (zaken waarvoor we in 2024 nog facturen verwachten, van zaken die in 2023 zijn uitgevoerd), de transitorische rente (rente over het jaar 2023, welke we in 2024 moeten betalen) en de overige nog te betalen kosten. Hieronder volgt een uitsplitsing van deze balanspost.

Verplichtingen die een volgend jaar tot betaling komen 31-12-2023
31-12-2022
Transitorische lasten 546.875 422.307
Transitorische rente 96.067 105.036
Project Neck Zuid 389.151 389.151
Overige nog te betalen kosten 67.196 124.073
Totaal 1.099.288 1.040.657

 

Voorschotbedragen ontvangen van Europese en Nederlandse overheidslichamen
De in de balans opgenomen van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Voorschotbedragen overheid Instantie Stand
31-12-2022
Toevoegingen
2023
Vrijgevallen bedragen
2023
Stand
31-12-2023
Vooruitontvangen van Rijksoverheid          
Vooruitontvangen OAB-gelden (onderwijsachterstandenbeleid) Ministerie OCW 703.209 405.098 -166.627 941.680
Spuk-gelden btw Sport* Ministerie VWS 1.175   -1.175 0
Voorschot Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers 2021 (TOZO) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 126.366 79.715 -126.366 79.715
Regeling reductie energiegebruik (RRE) (gezamenlijke subsidieaanvraag gemeente Wormerland, Oostzaan, Beemster en Waterland) Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties
0 0 0 0
Specifieke uitkering onderwijsroute Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 14.019 14.792 -14.019 14.792
Specifieke uitkering Wet inburgering 2021 (jaar 2022) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 53.183 176.781 -126.614 103.350

Specifieke uitkering Lokale Energieaanpak (LAI)

Ministerie van Ondernemend Nederland 0 232.854 0 232.854
Totaal   897.952 909.240 -434.801,00 1.372.391
Vooruitontvangen van overige Nederlandse overheden
         
Vooruitontvangen subsidie voor het project 'Recreatieve voorzieningen - waterrecreatie Wormer- en Jisperveld' (80% ontvangen in 2021) Provincie Noord-Holland 14.792 0 0 14.792
Spuk coronatoegangsbewijscontrole (CTB) 2022 Ministerie Justitie en Veiligheid 46.838 0 -1.260 45.578
Regievoering uitbreiding station Wijdewormer en aanleg tracé Wijdewormer-Baanstee Provincie Noord-Holland 0 30.000
0 30.000
Totaal   61.630 30.000 -1.260 90.370
Totaal   959.582 939.240 -436.061
1.462.761

*Specifieke uitkering Sport: de beginbalans 2023 was een 'nog te betalen', dus is verantwoord op de passivakant van de balans. Het eindsaldo van 2023 is een nog te ontvangen en is daarom verantwoord op activazijde van de balans.

Overige Vooruitontvangen bedragen die t.b.v. de volgende begrotingsjaren komen
Hieronder vallen alle overige overlopende passiva die ten laste komen van volgende begrotingsjaren. Van het totaal op deze balanspost nog te betalen bedrag (€2.853.863) is €1.699.487 terug te betalen aan het rijk i.v.m teveel ontvangen Oekraïnegelden. Dit betreft voornamelijk het teveel ontvangen voorschot transitiegeld (100% declarabel).

 

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen

Aan de passivazijde van de balans is buiten de balanstelling het bedrag vermeld waarvoor aan diverse rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verleend, als ook de langlopende contracten van materiële omvang.

De gewaarborgde geldleningen zijn als volgt samengesteld:

Waarborgen en garanties Hoofdsom leningen Bedrag restschuld 31-12-2023 voor 100% Percentage borgstelling Gegarandeerd door gemeente  31-12-2023 (risico) Gegarandeerd door gemeente  31-12-2022 (risico)
Voor 100% gegarandeerde geldleningen, volledig geborgd door WSW (geen risico) 10.000.000 10.000.000 100% 0 0
Voor 50% gegarandeerde leningen, volledig geborgde geldleningen door WSW (geen risico) 42.587.747 41.031.468 50% 0 0
Voor 100% gewaarborgde geldleningen overig 4.941.246 3.305.907 100% 3.305.907 3.451.924
Voor 50% gewaarborgde geldleningen overig 0 0 50% 0 0
Gewaarborgde geldleningen overig (diverse borgingspercentages) 619.000.000 566.152.000 div.% 3.906.422 4.624.958
Totaal 676.528.993 620.489.375   7.212.329 8.076.882

Er zijn in 2023 geen betalingen door de gemeente Wormerland verricht in verband met deze garantstellingen.

 

Langlopende contracten van materiële omgang

Hieronder volgt een overzicht van langlopende contracten van substantiële aard. Dit overzicht is niet uitputtelijk.

Overzicht stand van zaken investeringskredieten

Programmarekening 2023

Waar gaat het over?

Terug naar navigatie - Waar gaat het over?

Onderstaand treft u een overzicht aan van de baten en lasten, samengevat per programma. De verschillen tussen realisatie en begroting zijn verklaard bij de programmaverantwoording.