Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Wormerland ziet het belang van risicomanagement. Zo beheersen we de risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de risico’s en de financiële weerstand.

Deze paragraaf is een onderdeel van het risicomanagementproces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de Gemeente. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht als zich tegenvallers voordoen.

De paragraaf geeft in het kort weer waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid) en uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat. Verder geven we inzicht in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de beschikbare weerstandscapaciteit (vrije middelen om de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen), het ratio weerstandsvermogen en de kengetallen.

Risicomanagementbeleid

Terug naar navigatie - Risicomanagementbeleid

Het beleid (uitgangspunten en werkwijze) dat wij voeren ten aanzien van risicomanagement staat in het beleidskader risicomanagement en weerstandsvermogen Wormerland. Goedgekeurd door de raad van Wormerland d.d. 29 juni 2021 (RV-nummer: 2021/24). 
Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college van B&W en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en control cyclus. Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen/managen van de gemeente. Dit betekent dat we het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van beheersmaatregelen voortdurend in de praktijk toepassen. Het risicoprofiel van de gemeente is namelijk dynamisch. Er doen zich nieuwe risico’s voor en risico’s verdwijnen of verminderen in omvang (gevolg en/of kans van optreden).

Wat is weerstandsvermogen?

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen?

Risicomanagement en het weerstandsvermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Het doel van het hebben van weerstandsvermogen is dat er een buffer aanwezig is om de financiële tegenvallers op te vangen zodra risico’s werkelijkheid worden. Kortom: weerstandsvermogen is het vermogen om risico’s te kunnen dekken. 

Het weerstandsvermogen kan afgebeeld worden als onderstaande weegschaal: 

 

Risico inventarisatie 
We hebben de risico’s systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Er zijn 24 risico’s in beeld gebracht. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore is. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken zijn alle risico’s gewogen op kans van voorkomen en financieel gevolg (impact). Voor de kans en het gevolg zijn scoreklassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal). 

 

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Een risico dat zich in het rode gebied bevindt, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie in gevaar komt.

De risicokaart
Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kansen impact, gebruiken we de risicokaart (zie hieronder). De nummers geven de aantallen risico’s weer die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Dit maakt inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

 

tabel 2 'Risicokaart Wormerland'

 

Risico's 2024

Terug naar navigatie - Risico's 2024

Tabel 3 'Risico's per programma'

In totaal zijn er voor de gemeente 24 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd met een risicobedrag van €3.625.000. Van de risico’s zijn er nul als niet-financieel beoordeeld.

Risico's per programma

Terug naar navigatie - Risico's per programma

In de hiernavolgende tabellen geven we de risico’s van de gemeente Wormerland weer per programma.

Tabel 4 'Risico's Wormerland'

Hoe wordt een risicoscore per risico bepaald?
Hoe hoog een score per risico is hangt af van de kans dat een risico zich voordoet (zeer klein tot zeer groot) en de impact als het risico zich voordoet (€ uitgedrukt in klein tot rampzalig). Deze scores zijn af te lezen in de tabel 1 'Systematische risicokaart'. Ik noem een voorbeeld ter verduidelijking: een risico van €25.000 valt in de categorie matig (af te lezen in tabel 1). Is de kans dat dit risico zich voordoet 'zeer klein' dan is de score voor de risico een 2 (af te lezen in tabel 1).

De tabel 2 'Risicokaart Wormerland' is een samenvatting van de gedetailleerde tabel 4 'Risico's Wormerland'.

 

Wat is de gemiddelde risicoscore voor Wormerland?
Zoals onderaan in de tabel hierboven is af te lezen is de gemiddelde risicoscore voor de gemeente Wormerland is 7,7 (begroting 2023: 7,3). De risicoscore wordt bepaald door de het gemiddelde van de risicoscores per risico. Dit is het gevolg van nieuwe risico's (zoals inflatie 2023 Zaanbrug; MFA Neck), vervallen risico's (Zaanbrug inflatie 2022) en herziene inschatting op impact (€) (zoals een stijging van het risico jeugdzorg).

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Wormerland kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren.

Berekening van de benodigde weerstandscapaciteit verslagjaar 2024
Het totaalbedrag van eventueel zich voor doende risico’s bedraagt €3.625.000, waarvan €1.250.000 met een structurele consequentie. De structurele risico's tellen zwaarder mee in de berekeningsmethodiek zoals die is vastgelegd in het beleid. De benodigde (berekende) weerstandscapaciteit voor 2024 bedraagt €6.142.500.

Berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit verslagjaar 2024
De verwachte omvang van de algemene reserve bepaald de beschikbare weerstandscapaciteit. 

  2023 2024
Omvang Algemene Reserve per 1 januari €3.513.747 €3.908.347
Toevoeging:      Resultaatbestemming jaarrekening 2022 (besluit juli 2023) €595.118  
Onttrekking:    Verhoging krediet Zaanbrug (besluit mei 2023) -€1.200.000  
Toevoeging:      Raadsbesluit septembercirculaire 2021  (besluit dec 2021) (jaar 2023) €250.000  
Toevoeging:      Versterken Weerstandsvermogen (primaire begr. 2023+begr.wijz. collegeprogr.) €1.750.000 €1.050.000
Onttrekking:    Nadelig saldo Voorjaarsbericht 2023 (prognose rekeningresultaat 2023) -€1.000.518  
Omvang Algemene Reserve per 31 dec (prognose) €3.908.347 €4.958.347
Beschikbaar budget onvoorzien €26.117 €26.117
Verwachte weerstandscapaciteit per 31 dec €3.934.463 €4.984.464

 

Ratio weerstandsvermogen
In deze paragraaf leggen we een relatie tussen de twee componenten om het ratio weerstandsvermogen van Wormerland te bepalen. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risico-inventarisatie voortvloeit, kunnen we afzetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

    Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio Weerstandsvermogen  = ______________________________________
      Benodigde weerstandscapaciteit

 

Beoordeling ratio weerstandsvermogen
De ratio kan aan de hand van onderstaande tabel (weerstandsnorm) worden beoordeeld. 

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,5. 
De beschikbare weerstandscapaciteit (prognose) bedraagt per eind 2024 €4.984.464. 
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit van €6.142.500 dan is de ratio voor Wormerland 0,8 (begroting 2023: 0,6): wat betekent dat de weerstandscapaciteit onvoldoende is.


Versterken weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit)
De hoogte van de Algemene Reserve is gerelateerd aan het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiermee wordt bedoeld de relatie tussen de gekwantificeerde risico’s en het eigen vermogen en de mate waarin de gemeente in staat is om de geprognosticeerde risico’s op te vangen. Hoe hoger de omvang van de Algemene reserve, hoe beter de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen. De Algemene reserve kan worden verhoogd door toevoegingen aan deze reserve.

In de begrotingsraad van november 2023 is de algemene reserve toentertijd aangevuld tot ratio 1,0 in jaar 2024, ratio 1,25 in jaar 2025 en 1,5 in jaar 2026. Bij het herzien van de risico's bij de Begroting 2024-2027 is de ratio in 2024 gedaald tot 0,8

In het 4e kwartaal van 2023 wordt de raad een herzien risicobeleid aangeboden omdat het huidige beleid zeer conservatief is. De provincie deelt deze mening. De weging van de benodigde risico's is te zwaar. De verwachting is dat bij het herzien van dit beleid de ratio zonder extra toevoeging aan de Algemene reserve zal stijgen tot minimaal 1,0 in 2024. Met deze wetenschap hebben we de ratio in de primaire begroting niet verder omhoog gebracht dan de al begrote toevoegingen aan de algemene reserve (van uit het raadsbesluit n.a.v. het collegeprogramma, raad nov 2022). De fasering van de verhoging van het weerstandsratio is ook onderdeel van de begrotingswijziging 1 van 2024 welke de raad wordt aangeboden in de begrotingsraad in november 2023.

Tabel: Bovenstaand verloop wordt in de tabel hieronder schematisch weergegeven

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Begroting
2024Begroting
2024
Uitbreiding BBV (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten)

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) worden deze onderstaande financiële getallen opgenomen. Deze moeten meer zicht geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Vaste schulden € 17.292 € 28.131 € 26.175 € 24.952   € 23.763   € 24.574
B Netto vlottende schulden € 3.802 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300
C Overlopende passiva € 3.717 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
D Financiële activa (incl. verstr. len.) € 4.583 € 4.251 € 4.226 € 3.970 € 3.750 € 3.529
E Uitzettingen < 1 jaar € 10.530 € 2.700 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500
F Liquide middelen € 276 € 336 € 300 € 300 € 300 € 300
G Overlopende activa € 3.885 € 3.000 € 1.881 € 979 € 771 € 2.730
H Totale baten (excl. mut. reserves) € 46.976 € 45.132 € 48.707 € 48.854 € 48.689 € 47.815
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/Hx100%  12% 42% 40% 40% 38% 37%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Vaste schulden € 17.292 € 28.131 € 26.175    € 24.952  € 23.763   € 24.574
B Netto vlottende schulden € 3.802 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300
C Overlopende passiva € 3.717 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000 € 1.000
D Financiële activa (excl. verstr. len.) € 803 € 803 € 803 € 803 € 803 € 803
E Uitzettingen < 1 jaar € 10.530 € 2.700 € 1.500 € 1.500 € 1.500 € 1.500
F Liquide middelen € 276 € 336 € 300 € 300 € 300 € 300
G Overlopende activa € 3.885 € 3.000 € 1.881 € 979 € 771 € 2.730
H Totale baten (excl. mut. reserves) € 46.976 € 45.132 € 48.707 € 48.854 € 48.689 € 47.815
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/Hx100%  20% 50% 47% 46% 45% 43%

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.
Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio  (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Eigen vermogen € 17.427 € 19.064 € 19.931 € 21.069 € 20.339 € 19.721
B Balanstotaal € 50.547 € 57.163 € 56.438 € 56.110 € 55.797 € 55.700
Solvabiliteit (A/B) x100%  34% 33% 35% 38% 36% 35%

Kengetal grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.
Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Wormerland geen sprake meer van boekwaarden van grondexploitaties. De kengetallen zijn vanaf 2016 dan ook 0%.

Kengetallen grondexploitatie (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Niet in exploitatie genomen bouwgronden  € 0  € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
B Bouwgronden in exploitatie  € 0    € 0 € 0 € 0 € 0 € 0
C Totale baten (exclusief mutaties reserves)  € 46.976 € 45.132 € 48.707 € 48.854 € 48.689 € 47.815
Grondexploitatie (A+B)/C x 100%  0%  0%  0%
0% 0% 0%

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
A Totale structurele lasten € 40.313 € 43.817 € 47.507 € 47.254  € 49.454  € 48.968
B Totale structurele baten € 42.086 € 45.132 € 48.707 € 48.854 € 48.689 € 47.815
C Totale structurele toevoegingen aan reserves € 685 - - - - -
D Totale structurele onttrekkingen aan reserves € 455 € 27 € 366 € 366 € 366 € 366
E Totale baten (exclusief mutaties reserves) € 46.976 € 45.132 € 48.707 € 48.854 € 48.689 € 48.689
Structurele expl.ruimte  ((B-A)+(D-C))/Ex100%  3% 3% 3% 4% -1% -2%

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde van het jaar daarvoor en dit uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden  (bedragen x € 1.000)  Rekening
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
 Begroting
2026
Begroting
2027
A OZB-lasten gezin bij gem. WOZ-waarde *)  € 386 € 381 € 491 € 507 € 523 € 540
B Rioolheffing gezin  € 251 € 262 € 276 € 388 € 409 € 430
C Afvalstoffenheffing voor een gezin **  € 341 € 285 € 369 € 285 € 294 € 303
D Evt. heffingskorting  - -        
E Totale woonlasten gezin bij gem. WOZ-waarde € 978 € 928 €1.136 € 1.180 € 1.226
€ 1.273
F Woonlasten landelijk gem. gezin t-1 € 810 € 904 € 944 € 974 € 1.005 € 1.038
Woonlasten t.o.v. landelijk gem. jaar ervoor (E/F) x 100%  121% 103% 120% 121%  122%  123% 

*) Bij de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde, tegen het eigenaarstarief. Hierin is dus niet meegenomen dat een deel van de gezinnen geen eigen woning heeft. Niet bekend is hoe dit bij de landelijk gemiddelde woonlasten is verwerkt.  

**) Vanaf 2022 geldt het variabele afvalstoffenheffingstarief. Het tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de (ondergrondse) container voor restafval (hoogbouw). Daarmee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. In de begroting wordt de benodigde opbrengst bepaald naar aanleiding van de prognose van de werkelijke kosten. Het streven is een kostendekkend tarief. In de Tarievennota welke jaarlijks op de raadsagenda staat in december, volgt besluitvorming over de geldende tarieven voor het komende jaar. Voor het begrotingsjaar 2024 zijn de tarieven dus nog niet definitief.

bron: https://www.coelo.nl/index.php/atlas-lokale-lasten/bijlagen

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Alle kapitaalgoederen moeten worden onderhouden. De onderhoudsstatus bepaalt de kwaliteit van het voorzieningenniveau. Deze paragraaf beschrijft welke werkzaamheden in 2024 worden uitgevoerd en vormt daarmee een dwarsdoorsnede van de begroting.

Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen

In onderstaande tabel zijn de van belang zijnde gegevens per kapitaalgoed weergegeven:

Categorie Beleidskaders Niveau1 Looptijd2 Cons?3 Raming 2024 t.l.v. exploitatie/voorziening Raming volledig4  AOH?5 Vold. Res?6
Wegen Planmatig integraal onderhoud Voldoende 2020-2030   €4.111.000  t.l.v. exploitatie over 20 jaar  ja  nee  n.v.t.
Openbare verlichting Invoeren ledverlichting/vervanging masten Voldoende 2015-2030   €96.751  t.l.v. exploitatie (deels gedekt uit reserve)  ja  nee  n.v.t.
Riolering Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Voldoende 2018-2023   €2.200.000 (MIP 23)  t.l.v. exploitatie over 60 jaar en €530.887 t.l.v. exploitatie  ja  nee  n.v.t.
Water Waterbeheerplan (walkanten/onderhoud beschoeiingen en baggeren) Voldoende 2022   €59.000 t.l.v. exploitatie (krediet beschoeiing)
€143.000 exploitatiebudget walkanten
€90.000 t.l.v. reserve Onderhoud vaarwegen
ja nee n.v.t
Groen Groenbeheerplan Voldoende 2010-2030   € 517.652 t.l.v. exploitatie ja nee n.v.t.
Bruggen en kunstwerken  Civieltechnische kunstwerken
Instandhoudingsinspectie en risicoscan uit 2020 (+vervolgonderzoeken 9 bruggen) + aanvullend MJP voor de mechanische en elektrische installaties van de twee bediende ophaalbruggen
Voldoende  2019-2040   €390.000 t.l.v. voorziening
ja nee n.v.t.
Gebouwen
Meerjarenonderhoudsplannen (MOP's) Goed 2019-2040    €300.000 t.l.v. voorziening   ja  nee  n.v.t.

1. Gewenst kwaliteitsniveau
2. Beheers- en onderhoudsplannen / looptijd
3. Financiële consequenties conform plannen
4.Raming volledig en reëel in begroting
5.Is er sprake van achterstallig onderhoud (AOH)?
6. Zo ja, zijn er voldoende reserves/voorzieningen voor het achterstallig onderhoud (AOH)?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Integrale projecten
Het Wezenland gaat in 2024 in uitvoering. Dit betreft integraal groot onderhoud van de openbare ruimte in deze wijk. Dit project is vertraagd vanwege de procedure kapvergunning. Er was toestemming nodig van de omgevingsdienst Noordholland-Noord en er zijn bezwaren ingediend.

Het groot onderhoud van de Kalanderwijk wordt eind 2024 aanbesteed.

Water
De gemeente Wormerland heeft een intentieovereenkomst 'Overname Stedelijk Water' afgesloten met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) waarin partijen de intentie hebben uitgesproken om het onderhoud van het stedelijke water, dit bestaat onder andere uit het maaien van waterplanten en baggeren, over te dragen van de gemeente naar het HHNK. Naar verwachting is de overname per 2025 een feit.

Wegen
De gemeente Wormerland heeft een uitgangsnotitie ‘Overdracht wegen buitengebied’.  Hierin staan uitgangspunten beschreven in verband met de voorgenomen eigendomsoverdracht van 53 km wegen op de dijken en in de polders van het Hoogheemraadschap naar de gemeente Wormerland. De insteek is om deze wegen in 2025 over te nemen in eigendom en beheer, inclusief de bermen, bomen, verlichting en kunstwerken.

Gebouwen
Voor het onderhoud aan de gebouwen is een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) opgesteld. Het onderhoud zal conform deze MOP plaatsvinden. Voor elk gebouw wordt een MJOP (meerjaren onderhoudsplanning) vastgesteld. Uitgangspunt is een onderhoudsniveau van voldoende tot goed.

Bruggen
Voor De Raadhuisbrug in Jisp is groot onderhoud gepland in 2024. De fiets-/voetgangersbrug (Weiver03) in Jisp dient geheel vervangen te worden.

Paragraaf Grondbeleid

Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie grondbeleid

De visie voor het in deze gemeente te voeren grondbeleid is door de gemeenteraad vastgesteld in de Nota Grondbeleid Wormerland. In deze nota is uitgesproken dat het grondbeleid moet worden beschouwd als een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. De gemeente voert geen actieve grondpolitiek en zet het huidige facilitaire beleid voort.

Uitgangspunt blijft dat de gemeente allereerst probeert de kosten te verhalen door van het sluiten van een anterieure exploitatieovereenkomst. Afdwingbaar kostenverhaal zal worden toegepast indien geen of onvoldoende resultaat kan worden bereikt. Het vaststellen van een exploitatieplan op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) is daarvoor het geëigende instrument. Bij de uitgifte van gronden en panden wordt een marktconforme prijs gehanteerd. Uitsluitend indien sprake is van uitgifte van grond ten behoeve van een maatschappelijke, niet commerciële functie kan een lagere prijs worden gehanteerd in bijzondere door het college te bepalen gevallen.
 
Bouwgrondexploitaties 
Er zijn geen gronden meer in eigendom die vallen onder de bouwgrondexploitatie.

Prognose nieuwe woningen

Terug naar navigatie - Prognose nieuwe woningen

Voor de periode 2024 t/m 2027 staan de volgende locaties gepland tot oplevering.

Locaties:

Rekening 2022

Begroting 2024

Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027
Watermuntstraat 14        
Gele Lisstraat 0     151  
Portiekblokken Spatterstraat 6        
Wormervelden 0     220  
Zaandriehoek 0   285    
Sluisstraat voormalige school Oostknollendam 0        
Veerdijk 56 6        
Veerdijk 57 15        
Veerdijk 58 39        
Veerdijk 59 9        
Lepelbladstraat 0        
Braak/Rietlanden 0     6  
Veerdijk 44 0     100  
Sportaccommodaties 0     160  
Hotel Kalverschans 0       1
Totaal 69 0 285 637 1

We maken wel de kanttekening dat woningbouwprojecten regelmatig in de tijd verschuiven door allerlei externe factoren (zoals lange procedures; wettelijke bepalingen zoals de stikstoflimieten en natura 2000).

De nieuwbouw van woningen vindt voornamelijk plaats op locaties binnen de bestaande kernen. Bouwen binnen bestaand stedelijk gebied blijft daarbij het uitgangspunt, immers het behoud van het groene en landelijke karakter is een belangrijke peiler. De komende jaren vindt (vervolg)nieuwbouw plaats op diverse (grotere) locaties. De woningprogramma’s van nieuwbouw- en herstructurering opgaven worden getoetst aan de hand van de streefpercentages voor de inrichting van woningbouwprogramma’s zoals opgenomen in de omgevingsvisie.

We koersen in de nieuwbouw op de volgende streefpercentages:
• 30% sociale huur 
• 10% middel dure huur 

Paragraaf Verbonden partijen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?
In deze paragraaf geven wij u het totaaloverzicht van onze samenwerkingsverbanden. Deze zijn uitgesplitst per programma.
 
Waarom samenwerking?
De gemeenschappelijke regelingen voeren het beleid en het beheer op de betreffende terreinen uit voor de gemeente. In het algemeen geldt dat voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen als de gemeente dit beleid niet alleen, of niet doeltreffend en doelmatig kan uitvoeren. Via deze 'verbonden partijen' (samenwerkingsverbanden) werken wij met andere partijen samen om onze lokale ambities en doelen te bereiken. Samenwerkingsverbanden dienen dus een publiek belang.
 
De organisaties waarin wij deelnemen, dus onze verbonden partijen, maken voor ons beleid of voeren voor ons beleid uit. In principe zouden wij dat ook zelf kunnen doen. Er zijn vier redenen waarom wij een aantal van onze taken toch door een verbonden partij laten oppakken:
  1. Via samenwerkingsverbanden kan worden samengewerkt aan beleidsuitdagingen die gemeentegrensoverschrijdend zijn of die voor meerdere gemeenten van groot belang zijn;
  2. Sommige taken vragen specialistische kennis die onze eigen organisatie niet kan bieden;
  3. Het beleggen van taken bij een samenwerkingsverband kan efficiënter/goedkoper zijn dan de taken in de eigen organisatie te beleggen, waardoor voor minder geld minstens dezelfde (maar vaak een hogere) kwaliteit geleverd kan worden;
  4. Voor sommige beleidsterreinen is het wettelijk verplicht om een samenwerkingsverband op te richten.
De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de afstemming tussen gemeente en regionale samenwerkingsverbanden goed verloopt.
 
Wat is een verbonden partij precies?
Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een financieel én bestuurlijk belang heeft:
•    de gemeente financiert (samen met de andere deelnemers) de verbonden partij. Mocht de verbonden partij onverhoopt failliet gaan of zijn financiële verplichtingen niet na kunnen komen, dan is de gemeente aansprakelijk;
•    de gemeente heeft zeggenschap door vertegenwoordiging (via bijvoorbeeld de burgemeester, een collegelid of een raadslid), dan wel via hoofde van stemrecht in het bestuur van de verbonden partij.
 
Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Daarnaast bestaat er nog een mengvorm, de zogenaamde publiek-private samenwerkingsverbanden (PPS-constructies).

Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Terug naar navigatie - Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

Overzicht verbonden partijen 

 

 GR Recreatieschap Twiske Waterland
Site  http://www.hettwiske.nl
Kerngegevens Recreatieschap Twiske-Waterland, gevestigd in Oostzaan.

31.000 hectare werkgebied, waarvan 718 hectare beheergebied met 200 hectare water.

Het recreatieschap Twiske-Waterland is een samenwerkingsverband van de provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad.

Missie Recreatie in het gebied Twiske-Waterland versterken. Het doel van de Gemeenschappelijke Regeling is:
A. het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling in de openluchtrecreatie;
B. in samenhang met het vorenstaande tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu;
C. het tot stand brengen en duurzaam in stand houden van het specifiek en gedifferentieerde karakter van het landschap door bescherming, ontwikkeling en consolidatie van de waarden die het in zich draagt;
D. het verwerven van inkomsten uit het recreatiegebied ter verwezenlijking en instandhouding van de direct hiervoor genoemde doelstellingen.
Visie Twiske-Waterland is ingericht als recreatiegebied om gemeenten en natuurgebieden te ontlasten en aantrekkelijke recreatiemogelijkheid te bieden aan recreanten uit omliggende gemeenten en de regio. Het recreatieschap heeft drie hoofdactiviteiten:
- Beheren en in stand houden van de ingerichte gebieden en voorzieningen;
- Beheren en in stand houden routenetwerken en boerenlandpaden;
- Actueel houden en vernieuwen van het aanbod om aan te sluiten bij wensen en behoeften van de recreant.
Doel / openbaar belang Het besturen en beheren van recreatiegebieden. Gezien de ligging en het gebruik van het gebied door de inwoners heeft de provincie/gemeente een direct maatschappelijk belang bij het realiseren van de doelen en neemt daarom deel aan de gemeenschappelijke regeling.
Ontwikkelingen  Uitvoeringsprogramma
Het uitvoeringsprogramma werd in 2022 aangevuld met recreatieve ambities uit de omgevingsvisies van gebiedspartners. Voor de realisatie daarvan geldt, meer dan voor de ‘eigen’ projecten, dat ze worden beschouwd als meekoppelkansen. Er is vaak grote afhankelijkheid van prioritering door de partners, doorlopen van participatieprocessen, procedureverloop, beschikbare externe financiering en regeling van beheer en onderhoud. Onder taakveld 3.1 worden de projecten benoemd die in 2023 worden uitgevoerd. Daarnaast worden ook in 2024 voorbereidingen gestart voor besluiten over en vormgeven van de projecten die in de jaren erna aan de orde komen. Bij de jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma in het najaar is meer bekend over de stand van zaken van alle projecten. Om deze reden wordt samen met het uitvoeringsprogramma ook de financiële meerjarenplanning jaarlijks herijkt.
Externe invloeden in 2024
De uitvoering van beleid, beheer en onderhoud wordt in 2024 en de jaren erna beïnvloed en soms gestuurd door ontwikkelingen buiten het recreatieschap.
Ten tijde van het vaststellen van de begroting is een discussie gaande over het voortzetten van evenementen in het Twiske. Het gaat daarbij vooral over de acceptatie van evenementen in het natura2000-gebied en gepercipieerd overlast in de omgeving. Daarnaast zijn toenemende recreatiedruk, verdroging en waterkwaliteit
(klimaatadaptatie) onderdeel van bovenregionale aanpak waarin het recreatieschap samenwerkt met lokale stakeholders, collega terrein beherende organisaties en het hoogheemraadschap.
Eigen Vermogen 1-1-2022  €5.091.543
Eigen Vermogen 31-12-2022  €5.232.582
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €468.982
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €615.680
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €17.726
Resultaat van de GR 2022 €141.093
Mogelijke risico’s voor de gemeente

Risico's waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen: stormschade, natuurbrand en vandalisme. Daarnaast heeft de coronapandemie geleerd dat er (onvoorziene) risico's met betrekking tot inkomsten uit evenementen kunnen ontstaan en toenemende kosten voor handhaving. De kwantificering van de risico’s leidt tot een gewenst weerstandsvermogen van € 427.400. De huidige weerstandscapaciteit liggen boven het niveau van de berekende risico's.

Programma 3 Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Programma 3 Sociaal Domein

Overzicht verbonden partijen

  Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst  (GGD)
Site ggdzw.nl
Kerngegevens Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Missie GGD Zaanstreek-Waterland beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid en de sociale veiligheid van alle mensen in de regio. Daarbij staat een preventieve en collectieve aanpak voorop. Uiteraard met specifieke aandacht voor bevordering van participatie en ondersteuning van de eigen regie van mensen. Als uitvoeringsorganisatie van de gemeenten sluit de GGD aan bij de gemeentelijke verantwoordelijkheden in het sociaal domein. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt, zoals (gezondheids)zorg en welzijn.
Visie De GGD werkt vanuit de bedoeling dat mensen in Zaanstreek-Waterland gezond en veilig kunnen leven. Daarbij zetten in op de volgende speerpunten:
• Preventie
• Kennis, kunde en ervaring
• Verbinding
De GGD gaat voor doorontwikkeling van de eigen kwaliteiten, aansluiten bij en inspelen op nieuwe ontwikkelingen, hantering van een helder afwegingskader voor de uitvoering van contracttaken, investeren in verbinding.
Doel / openbaar belang Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg.
Ontwikkelingen De structurele wijzigingen a.g.v. GGD 3.0* zijn nog niet bekend. De nieuwe gemeenschappelijke regeling (GR) wordt waarschijnlijk in het late najaar of in het begin van 2024 vastgesteld. Het is nu nog onzeker welke dienstverleningsactiviteiten in de inhoudelijke, nieuwe GR zullen vallen. Ook komt er nog een begrotingswijziging rondom het businessplan voor de nieuwe huisvesting. De verwachting is dat de kosten zullen stijgen. 

*Ter herinnering: GGD 3.0 is een programma voor het herijken van de GGD waarbij in regionaal verband werd en wordt onderzocht welke GR-taken en contracttaken GGD Zaanstreek-Waterland voor de gemeenten uitvoert en welke financieringsstromen er zijn. Aan de hand van dit onderzoek wordt bekeken welke taken er onder de GR gebracht worden en tegen welke prijs. Onderwerpen van onderzoek zijn o.a. ICT, archivering, huisvesting en de doorbelasting van de kosten voor bedrijfsvoering / overhead. Er was en is sprake van achterstanden vanuit het verleden. Tot het onderzoek is afgerond kunnen wij nog geen uitspraak doen over de hoogte van het bedrag, maar we verwachten een aanzienlijke stijging van de kosten. Deze stijging van de kosten wordt waarschijnlijk doorberekend in de begroting 2024 of kenbaar gemaakt m.b.v. een begrotingswijziging.

Eigen Vermogen 1-1-2022 €1.129.650
Eigen Vermogen 31-12-2022 €1.044.244
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €13.628.182
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €11.413.297
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €803.835
Resultaat van de GR 2022 -/- €74.125

 Mogelijke risico’s voor de gemeente

Als zich in de regio calamiteiten voordoen die een bedreiging vormen voor de volksgezondheid (bijvoorbeeld uitbraak infectieziekte), of in het kader van de rampenbestrijding inzet vragen van de GGD, zullen hieruit kosten voortvloeien. Met deze kosten is in de begroting geen rekening gehouden.
In dit kader kan de coronacrisis worden aangehaald. Deze crisis heeft echter niet geleid tot financiële risico’s. Vanaf het allereerste begin van de crisis was duidelijk dat de GGD de uit deze crisis voortkomende extra kosten niet zelf zou kunnen dragen. Hiervoor is financiële ondersteuning van het Rijk ontvangen.
Vanuit de strategische risicoinventarisatie worden drie risico’s benoemd door de GGD:
- beleidsveranderingen van de gemeenten;
- veranderde werkwijze politie;
- veranderende werkwijze GGZ.

Daarnaast betekent de hierboven genoemde ontwikkeling rond het project GGD 3.0 een financieel risico voor de deelnemende gemeenten. De uitkomst van dit project zou namelijk kunnen betekenen dat de gemeentelijke bijdrage omhoog gaat.

 

Programma 5 Leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 5 Leefomgeving

Overzicht verbonden partijen

   Omgevingsdienst IJmond (ODIJmond)
Site www.odijmond.nl
Kerngegevens Omgevingsdienst IJmond voert namens en vóór veertien gemeenten en de provincie Noord-Holland taken uit op het gebied van milieutoezicht en handhaving. Zij ondersteunen en adviseren inwoners en bedrijven op het gebied van milieuvergunningen.

Missie

ODIJmond draagt bij aan het bereiken en in stand houden van een veilige en duurzame fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit binnen ons werkgebied. Daarbinnen inspireert OD IJmond burgers en bedrijven tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Het resultaat is een landelijk vooruitstrevende en toekomstbestendige voorbeeldorganisatie waar partners met vertrouwen mee samenwerken.

Visie ODIJmond werkt, als onderdeel van het openbaar bestuur, samen met burgers, bedrijven en overheden aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven, adviseert ODIJmond over de verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving en duurzaamheid binnen het ruimtelijke domein.

In de uitvoering van onze taken vervult ODIJmond een proactieve, regisserende en vooral verbindende rol. Als procesregisseur met kennis van zowel Inhoud als uitvoering bevordert OD IJmond een integrale aanpak binnen het ruimtelijk domein en koppelt ODIJmond de juiste partijen aan elkaar. Daarbij is kwalitatieve en adequate dienstverlening leidend. Initiatieven van burgers en bedrijven vragen van ODIJmond een open houding, gericht op wederzijds vertrouwen. Als kennisorgaan anticipeert ODIJmond hierop en faciliteert met een helder inzicht in het speelveld, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.

Doel / openbaar belang De beleidslijnen die door de deelnemende gemeenten en de Provincie Noord-Holland in hun milieubeleidsplannen en overeenkomsten zijn neergelegd, bepalen welke werkzaamheden uitgevoerd worden en worden vastgelegd In het uitvoeringsprogramma van ODIJmond. ODIJmond heeft namelijk zelf geen milieubeleidsdoelstellingen en is een uitvoerende dienst.
Ontwikkelingen Met de Begroting 2024 geeft het dagelijks bestuur van ODIJ een indicatie over de hoogte van de bijdrage van de deelnemers, de beleidsvoornemens en prijscompensatie. De begroting maakt inzichtelijk welke ontwikkelingen op zowel korte als langere termijn invloed hebben op het beleid en de organisatie, welke strategische keuzes worden gemaakt en welke financiële kaders hiervoor worden vastgesteld. 
Met de komst van de Omgevingswet staat de grootste verandering in de geschiedenis van omgevingsdiensten voor de deur. Daarnaast vragen onderwerpen als stikstof, groen staal en de transitie naar een waterstofeconomie, steeds meer aandacht en expertise. Op dit moment is niet te voorzien wat deze dossiers in 2024 specifiek aan inzet van de ODIJ gaan vragen. De ODIJ is echter flexibel en vakinhoudelijk goed voorbereid en beschikt over kennis en kunde om de deelnemers van dienst te zijn. Ook het pas verschenen rapport van de commissie Van Aartsen en de aanbevelingen en reactie daarop van staatsecretaris Van Weyenberg (IenW) hebben grote impact op deze dienst.
Door de aanhoudende onduidelijkheid over de details van de Omgevingswet en krapte op de arbeidsmarkt en de CAO onderhandelingen, kent de begroting 2024 onzekerheden. ODIJ stelt de begroting op met de grootst mogelijke zorg en volgens de laatste ontwikkelingen. Het is mogelijk dat straks in de begroting rekening is gehouden met zaken die tijdens het schrijven van deze begroting nog niet bekend zijn. In de begroting van 2024 houdt ODIJ voor het eerst ook rekening met de decentralisatie van de bodemtaken. Op basis van ervaringscijfers geeft de ODIJ aan dat gemeenten uit kunnen gaan van de onderstaande bijdragen. Deze bijdrage kan in de toekomst nog wijzigen o.b.v. onder andere de wijze van financiering van de zgn. overgangslocaties.
Eigen Vermogen 1-1-2022 €648.213
Eigen Vermogen 31-12-2022 €734.217
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €11.095.048
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €11.100.945
Bijdrage gemeente aan GR 2024  Regulier   €191.001
Bodemtaken      €54.157
Resultaat van de GR 2022 €121.955
Mogelijke risico’s voor de gemeente

De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.

 

  Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) (contract met de HVC )
Site hvcgroep.nl
Kerngegevens Gemeente Wormerland is partner van de gezamenlijke regeling Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken (VVI). Vanuit de VVI is de NV HVC opgericht (www.hvcgroep.nl/gemeenten). De gemeenteraad kan een zienswijze geven op begroting van de VVI. Op deze wijze kan de Raad de regie houden.
Missie (HVC) De gemeenschappelijke regeling wordt getroffen ter behartiging van het belang van de verwerking van de door de deelnemende gemeenten ingevolge de Afvalstoffenwet verkregen afvalstoffen. Het lichaam tracht dit te bereiken door de oprichting en instandhouding van een vuilverbrandingsinstallatie in de gemeente Alkmaar met inbegrip van een stortplaats voor niet voor verbranding in deze installatie in aanmerking komende afvalstoffen, die in deze regeling tezamen worden aangeduid als "de installatie".
Visie (HVC) De bestuursorganen van het lichaam oefenen de bevoegdheden uit, die ingevolge de Afvalstoffenwet voor de verwerking van afvalstoffen aan de raden der deelnemende gemeenten zijn opgedragen.
Doel / openbaar belang (HVC) De basis voor het afvalbeheer vormt de Dienstverleningsovereenkomst (DVO), die tussen de gemeente Wormerland en HVC is afgesloten en waarin de inhoud, de omvang en garanties van de afvalbeheertaken zijn vastgelegd. De DVO is ingegaan op 1 januari 2009 en heeft een looptijd van 10 jaar. Hiermee is zeker gesteld op een verantwoorde wijze en met een zo hoog mogelijk milieurendement tegen verantwoorde kosten het Wormerlandse afval wordt verwerkt.
Ontwikkelingen 

geen

Eigen Vermogen 1-1-2022 €24.000
Eigen Vermogen 31-12-2022 €24.000
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €918.000
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €925.000
Bijdrage gemeente aan GR 2023 VVI: €0
(HVC: €2.146.597
Resultaat van de GR 2022 €0
Mogelijke risico’s voor de gemeente De risico's van de gemeenschappelijke regeling VVI houden hoofdzakelijk verband met de continuïteit van de afvalverwerking en het financiële risico van het aandeelhouderschap A in NV HVC. Een ander risico dat in ogenschouw dient te worden genomen betreft conformiteit met regelgeving op het gebied van staatssteun, mededinging, Wet Markt en Overheid en aanbesteding. Op basis van aandeelhouderschap kunnen gemeenten een gezamenlijk beleidsstandpunt innemen richting VVI;
  • De gemeenteraad kan haar controlerende en toezichthoudende taak op HVC uitoefenen door een zienswijze te geven op de begroting en jaarrekening van de VVI;
  • Garantstelling voor investeringen van de HVC: gemeente Wormerland staat per 2018 op basis van het aantal aandelen garant en niet meer voor het volledige bedrag van de gegarandeerde leningen.

 

  Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW )
(incl. Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) en GHOR/CPA)
Site veiligheidsregiozaanstreekwaterland.nl
Kerngegevens Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, Zaandam
Missie De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers.
Visie • Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid;
• Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises;
• Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting;
• Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio;
• Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt.
Doel / openbaar belang Het bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van brandweer/GHOR/CPA-taken in ruime zin met inbegrip van het beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen en overigens een goede hulpverlening bij een ongeval of een ramp te bevorderen in het gebied met negen deelnemende gemeenten. De Veiligheidsregio/RWBZ voert regiotaken op het gebied van preventie, preparatie en alarmcentrale. Daarnaast is de gemeentelijke crisisorganisatie inmiddels regionaal georganiseerd als gevolg van de wet op de Veiligheidsregio’s. Deze processen worden steeds verder geprofessionaliseerd. De nafase van een crisis blijft een taak van de gemeente. De VRZW ondersteunt gemeenten om deze taken te organiseren.
Ontwikkelingen  De VRZW gaat in 2024 vervolg geven aan het Beleidsplan 2021-2024 en de Kaderbrief 2024. De Kaderbrief 2024 heeft de volgende onderwerpen voor 2024:
- versterken crisisbeheersing;
- gezamenlijk gebruik van het pand Prins Bernhardplein met de GGD;
- positie vrijwilligers;
- brede toekomstige beschouwing brandweerzorg fase 1;
- informatievoorziening;
- realistisch oefenen.
Eigen Vermogen 1-1-2022 €2.082.000
Eigen Vermogen 31-12-2022 €1.804.000
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €17.041.000
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €22.117.000
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €1.644.750
Resultaat van de GR 2022 €21.705
Mogelijke risico’s voor de gemeente Uit de Jaarstukken 2022 blijkt dat de weerstandscapaciteit van de VrZW als 'voldoende' gekwalificeerd kan worden (ratio 1).

 

  Vervoerregio Amsterdam
Site  https://vervoerregio.nl/
Kerngegevens Jodenbreestraat 25, 1011 NH Amsterdam
Doel / openbaar belang Samenwerking versterken op het gebied van verkeer en vervoer, bevorderen van bereikbaarheid
Missie Verkeer en vervoer ondersteunt de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en de ontplooiingskansen van mensen. Dat vraagt om intensieve samenwerking afstemming tussen het mobiliteitsbeleid en de andere beleidsvelden.
Visie Het versterken van de samenwerking op het gebied van Verkeer en Vervoer in regio Amsterdam-Almere
Ontwikkelingen  Vanaf 2024 kan de Vervoerregio geen beroep meer doen op externe financiële ondersteuning van het Rijk voor het weer op niveau brengen van het openbaar vervoer na de coronacrisis. Hierdoor is een besparing nodig bij de OV-concessies en ligt de focus op bereikbaarheid, het verminderen van dubbele lijnen en kostenbeheersing. Per 10 december 2023 gaat de nieuwe concessie in voor Zaanstreek-waterland. Concreet betekent dit dat buslijn 121 via Jisp, Wormer naar station Wormerveer, verder gaat als 67. Deze 67 gaat dan 2x uur rijden op werkdagen. Voor afzonderlijk verkeersprojecten binnen gemeente Wormerland blijft de BDU subsidie gewoon beschikbaar.
Eigen Vermogen 1-1-2022 €221.863
Eigen Vermogen 31-12-2022 €0
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €333.131.004
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €399.452.055
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €0
Resultaat van de GR 2022 €0
Mogelijke risico’s voor de gemeente geen

 

Programma 6 Bestuur en organisatie

Terug naar navigatie - Programma 6 Bestuur en organisatie

Overzicht verbonden partijen

   Cocensus
Site  cocensus.nl
Kerngegevens Openbaar lichaam genaamd 'gemeenschappelijke regeling Cocensus', gevestigd te Heemskerk, gemeente Heemskerk

Missie

Cocensus is de partner voor het integraal waarderen, heffen en invorderen van decentrale belastingen en heffingen.
Visie Cocensus heeft een bedrijfsmatige grondslag en zal tegen een zo laag mogelijk tarief en zo hoog mogelijke kwaliteit haar diensten integraal aanbieden. De belangrijkste waarden hierbij zijn: 
·         klantgericht
·         kwalitatief
·         innovatief
·         efficiënt en effectief
·         resultaatgericht
·         integriteit
Doel / openbaar belang Cocensus is een gemeenschappelijk regeling (GR) van dertien gemeenten namelijk Haarlem, Haarlemmermeer, Hillegom, Beverwijk, Oostzaan, Wormerland, Alkmaar, Bergen, Uitgeest, Heiloo, Castricum, Dijk & Waard en Den Helder. In deze GR zijn de uitvoeringswerkzaamheden in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen ondergebracht.
Cocensus verzorgt het bestandsonderhoud, de heffing, de invordering, de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en de behandeling van verzoeken om kwijtschelding.
Ontwikkelingen

No Cure No Pay bureaus
Hoewel het aantal bezwaren tegen de WOZ-waarde stabiliseert, neemt het aandeel van het aantal bezwaren dat is ingediend door de zogenaamde no cure no pay bureaus nog steeds toe. Vanuit de ministeries en in de onlangs verschenen brief van staatssecretaris van Rij aan het kabinet wordt onderkend, dat het feit dat de WOZ-waarde als een exacte waarde wordt gezien, juist de mogelijkheden bieden voor het verdienmodel van de bureaus. Daarnaast wordt in de brief afgevraagd of de (proceskosten-)vergoeding wel in verhouding staat tot de geleverde inspanning.
Er is enige beweging te onderkennen. Over oplossingen of de noodzakelijke aanpassingen in wet- en regelgeving wordt echter nog niet gesproken. Sterker nog: de proceskostenvergoeding is juist verhoogd, zodat het zeker nog een aantal jaren zal duren voor er enige verandering gaat komen.
Ongeveer 20% van de bezwaren van de bureaus worden gehonoreerd met name vanwege niet zichtbaar achterstallig onderhoud. Die 20% aan gehonoreerde bezwaren leveren de bureaus voldoende inkomsten op: vaak is de vergoeding voor de bureaus gemiddeld nu €800, terwijl de burger dat terugziet in enkele tientjes lagere OZB. Daarbij moeten we ook niet vergeten, dat 80% van de burgers die een bureau hebben ingeschakeld er dus niets van merken, omdat hun bezwaar wordt afgewezen.
Naast de oplopende proceskostenvergoedingen is er zoals eerder genoemd, ook sprake van een groot beslag van de capaciteit van Cocensus. Capaciteit die juist benut zou kunnen worden voor bestandsoptimalisatie. Maar niet alleen bij Cocensus komt er zand in de machine. Ook de rechtbanken kunnen de grote hoeveelheden beroepsprocedures niet tijdig behandelen. Zo gebeurt het regelmatig, dat wanneer Cocensus een beroepsprocedure wint, de rechter vanwege de lange doorlooptijd aan het bureau een zogenaamde immateriële schadevergoeding toe moet kennen. Feitelijk de omgekeerde wereld: de rechtbank kan een zaak niet tijdig behandelen, je wint de zaak, maar dient toch een schadevergoeding uit te keren, die niet bij de burger maar bij de bureaus terecht komt.

Cybersecurity
In de context van Cybersecurity en de digitale weerbaarheid wordt er binnen Cocensus een zeer strikt beleid gevoerd volgens het informatiebeveiligingsbeleid en zijn er in de loop der tijd diverse wijzigingen doorgevoerd op zowel technische aspecten als beleid en procesmatige aspecten in de context van Cybersecurity. Gelet op de razendsnelle ontwikkelingen is het daarbij mogelijk dat nieuwe kwetsbaarheden moeten worden doorgrond met het oog op de toekomst. Hierbij worden, zoals ook in het informatiebeveiligingsbeleid is vastgelegd, diverse informatie bronnen gebruikt (IBD, NCSC, NSA, CheckPoint, Gartner) om inzichtelijk te maken welke mogelijke risico’s er kunnen ontstaan. Door de nauwe samenwerking met deze instanties is het vanuit onze ingerichte processen mogelijk om heel gericht en adequaat te handelen in het geval dat informatie tot ons komt met betrekking tot kwetsbaarheden op het gebied van de informatievoorziening en de gelieerde ICT-voorzieningen.

Digitaal Loket
De digitale dienstverlening wordt continue verbeterd, waarbij er steeds meer mogelijk wordt in het Digitaal Loket, zonder uit het oog te verliezen dat er nog altijd een grote groep mensen is die op de traditionele manier via post of telefoon communiceert. De digitale dienstverlening die Cocensus biedt is dan ook altijd een aanvulling op de reeds bestaande kanalen.

Informatiebeveiliging en privacy
Cocensus heeft passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen getroffen om de bescherming van persoonsgegevens en naleving van de privacywet- en regelgeving te borgen. Voornoemde beveiligingsmaatregelen voldoen aan het normenkader van de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid).

Eigen Vermogen 1-1-2022 €803.928
Eigen Vermogen 31-12-2022 €739.745
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €15.895.419
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €16.288.117
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €387.000
Resultaat van de GR 2022 €489.745
Mogelijke risico’s voor de gemeente Jaarlijks vindt bij Cocensus een uitgebreide risico-inventarisatie plaats. Deze inventarisatie met de daaraan gekoppelde beheersmaatregelen wordt elk half jaar besproken in het MT van Cocensus en éénmaal per jaar in de vergadering van het Dagelijks en Algemeen Bestuur van Cocensus. De beheersmaatregelen worden jaarlijks in de externe ISO-audit tegen het licht gehouden. Naar aanleiding daarvan worden weer separaat een inventarisatie en de bijbehorende (al dan niet aangepaste) beheersmaatregelen voorgelegd aan het Bestuur. Hierdoor is het risicomanagement geborgd binnen de organisatie van Cocensus. Cocensus heeft een zeer beperkt weerstandsvermogen (Begroting 2024: ratio 0,5). Dit houdt in dat financiële tegenvallers in rekening worden gebracht bij de deelnemers. Risico's te noemen zijn: hoge (loon-)inflatie; cybersecurity; privacywetgeving; no-cure-no-pay-bureaus (continuïteit van dienstverlening).

 

  Waterlands Archief
Site www.waterlandsarchief.nl
Kerngegevens ISW, Waterlandlaan 81 te Purmerend.
Missie De doelstellingen voor het Waterlands Archief zijn:
  • Uitbreiding en verbetering van de digitale dienstverlening.
  • Verbreding educatie en verbetering presentatie.
  • Werken aan digitale duurzaamheid en toegankelijkheid.
Doel / openbaar belang  Het Waterlands archief heeft als doelstelling een zo breed mogelijk publiek te interesseren voor de cultuurhistorie van de regio Waterland en het onderzoek hiernaar zoveel mogelijk te stimuleren.
Ontwikkelingen Eind 2020 is het Uitvoeringsplan 2022-2025 Van archiefbewaarplaats naar informatieknooppunt door het bestuur van het Waterlands Archief vastgesteld. Het Waterlands Archief is op weg een knooppunt te worden in toezicht op beheer van en toegang tot informatie. In het uitvoeringsplan zijn specifiek een aantal doelen benoemd. De relevante doelen zijn hieronder duidelijk herkenbaar weergegeven met daarbij de ambities voor 2024. Het jaar 2024 is het derde en voorlaatste uitvoeringsjaar van dit plan. In 2024 wordt volgens de afspraken In de Gemeenschappelijke Regeling een nieuw beleidsplan 2026-2029 opgesteld en voorgelegd aan de deelnemende gemeenten.

leder jaar worden thema’s gekozen waaraan speciale aandacht wordt besteed. In 2024 zijn dat:
-het (vroegmoderne) platteland met medewerking van het tijdschrift Holland (presentatie van het themanummer);
-100 Jaar toerisme In 1924 werd in Edam op initiatjef van burgemeester Kolfschoten een ANW-kantoor opgericht (ANW= Algemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer):
-Noord-Hollandsch Kanaal werd 200 jaar geleden opengesteld.

Eigen Vermogen 1-1-2022 €220.452
Eigen Vermogen 31-12-2022 €323.695
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €177.699
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €183.729
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €145.703
Resultaat van de GR 2022 €50.381
Mogelijke risico’s voor de gemeente Er zou een risico kunnen schuilen in de mogelijkheid dat de kosten van digitalisering door onvoorziene omstandigheden hoger uitkomen dan verwacht.

 

  OVER-gemeenten
Site  over-gemeenten.nl
Kerngegevens  OVER-gemeenten, Oostzaan en Wormerland.
Missie
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van het samenspel tussen colleges, bestuur en organisatie als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van de serviceorganisatie voor meerdere gemeenten;
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen;
  • Het zo optimaal mogelijk organiseren van de bedrijfsmatige ondersteuning als noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de klantgerichte processen;
  • Het zo optimaal mogelijk inzetten van personeel, zodanig dat een constante kwaliteit geleverd kan worden.
Visie In de notitie ‘Verbinding te OVER’ is de volgende visie opgenomen:
“Een lenige en slagvaardige organisatie, gericht op de buitenwereld, samen en voor elkaar, daadkrachtig, en met een positief kritische, lerende en betrokken cultuur”
Met daarbij de volgende kernwaarden
  • Verbinding
  • De blik naar de buitenwereld
  • Duidelijk, lenig en slagvaardig
  • Hart voor publieke zaak
  • Vertrouwen en verantwoordelijkheid
Doel / openbaar belang Op 17 juni 2008 heeft de gemeenteraad van Wormerland besloten in te stemmen met de samenwerking van Wormerland en Oostzaan. Om de uitvoering van beleidsmatige, uitvoerende en organisatorische opgaven te borgen en de dienstverlening verder te verbeteren, is de gemeenschappelijke regeling OVER-gemeenten opgericht. OVER-gemeenten werkt binnen de door de gemeenteraad van Wormerland voor de samenwerking vastgestelde kaders. Deze kaders zijn:
  • Elke gemeente behoudt haar bestuurlijke zelfstandigheid;
  • Elke gemeente stelt haar eigen beleids- en uitvoeringskader vast;
  • De samenwerking heeft als doel het blijvend borgen van dienstverlening, kwaliteit, continuïteit, bestuurskracht en betaalbaarheid;
  • De dienstverlening van elke gemeente blijft lokaal (front-offices);
  • Vanuit het uitgangspunt van “handhaven van de bestuurlijke zelfstandigheid van de twee gemeenten” blijft elke gemeente thans en in de toekomst verantwoordelijk voor haar eigen financiële positie.
Ontwikkelingen Het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ zal vanaf 2023 gefaseerd worden uitgewerkt en geïmplementeerd, waarbij rekening gehouden wordt met de urgentie van onderwerpen, uitvoerbaarheid in verband met beschikbare formatie en de beschikbare financiële middelen. In 2024 zal de focus meer verschuiven naar de onderwerpen die we niet acuut in 2023 hebben moeten oplossen en een langere doorlooptijd vergen. Hierbij kan worden gedacht aan de doorontwikkeling van managementinformatie, verdere verlaging van ziekteverzuim, strategische personeelsplanning en het verfijnen van het kantoorconcept.

Bestaande en nieuwe projecten die we voor 2024 verwachten zijn de implementatie en vervolgens de structurele uitvoering van de omgevingswet, werkzaamheden in het kader van de vluchtelingencrisis, de huisvesting van verschillende doelgroepen, de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire en een aantal grote aanbestedingen binnen de bedrijfsvoering.

Eigen Vermogen 1-1-2022 €996.034
Eigen Vermogen 31-12-2022 €2.600.614
Vreemd Vermogen 1-1-2022 €3.055.658
Vreemd Vermogen 31-12-2022 €2.003.753
Bijdrage gemeente aan GR 2024 €12.640.377
Resultaat van de GR 2022 €1.958.947
Mogelijke risico’s voor de gemeente Het risico voor de gemeente zit met name in de financiering van OVER-gemeenten. Zijn de financiële middelen wel voldoende voor de uitvoering van de taken. De twee grootste risico’s zijn de personeelslasten, die bij een hoog verloop of ziekte kunnen zorgen voor hoge inhuur. En de constante overdracht van taken van het rijk naar de gemeenten zonder dat het rijk daarvoor voldoende middelen beschikbaar stelt.

 

  Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK)
Site https://www.stichtingrijk.nl/
Kerngegevens Raadhuisplein 1, 2101 HA Heemstede
Missie Het creëren van voordelen op zowel financieel, kwalitatief als procesmatig gebied voor zelfstandige gemeenten, onder andere door het faciliteren van een regionaal inkoopbureau en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
Visie  
Doel / openbaar belang RIJK is er voor gemeenten die het beste uit de markt willen halen. Voor gemeenten die constant streven naar het bereiken van de beste waarde voor de beschikbare financiële middelen. Voor gemeenten die inkoop willen inzetten voor het realiseren van beleid.
Ontwikkelingen -
Eigen vermogen 1-1-2022 €1.084.199
Eigen vermogen 31-12-2022 €1.084.199
Vreemd vermogen 1-1-2022 €900.630
Vreemd vermogen 31-12-2022 €371.347
Bijdrage aan de GR 2024 €98.545
Resultaat van de GR 2022 €0
Mogelijke risico's voor de gemeente geen

Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over
Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. We zetten hier zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteen.
 
De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet kent twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
  •    het treasurystatuut,
  •    de financieringsparagraaf
 
De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan goed invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen- en uitzettingenportefeuille.
 
Door de raad is op 29 januari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control-cyclus (P&C-cyclus), de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Bij interne ontwikkelingen gaat het onder andere over het afstoten van bedrijfsonderdelen of het oppakken van nieuwe activiteiten. Het komend jaar is van geen van beide sprake. Ten aanzien van de externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de treasuryfunctie, zoals de internationale economische ontwikkeling en de geld- en kapitaalmarkt, laten wij ons primair adviseren door onze ‘huisbankier’ de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Onze adviseurs aldaar volgen de ontwikkelingen nauwlettend en hebben ook de knowhow op dit gebied.

Financieringsbehoefte 2024-2027

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte 2024-2027

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte die wordt veroorzaakt door de doorlopende investeringen per balansdatum 2023, het meerjarenplan 2024-2027 en het inzetten van reserves en voorzieningen.

Financieringsbehoefte (bedragen x €1.000)  2024 2025 2026 2027
Begrotingssaldo (uitgangspunt: sluitende begroting) 0 0 0 0
Mutaties reserves en voorzieningen 2.328 1.330 1.379 -639
Afschrijvingen 2.514 2.799 1.847 1.902
Investeringen 2024-2027 Meerjarenplan -829 -3.214 -1.908 -65
Investeringen: reeds beschikbaar gestelde kredieten (uitschieter begin 2024: nieuwe Zaanbrug) -14.659 -414 -55 0
Aflossingen (huidige) langlopende leningen (netto) -717 -617 -617 -617
Aflossingen nieuwe langlopende leningen 0 -367 -367 -367
Totaal -11.363 -483 279 214

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2024-2027 binnen de kaders van de Wet Fido valt.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Hierbij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen.

 Mutaties leningenportefeuille (bedragen x €1.000)

2023 / 2024

 Stand per 1 januari 2023 (bron: jaarrekening 2022) 17.286
 Aflossingen (regulier) in 2023 -1.155
 Nieuwe leningen 2023 (reeds aangetrokken t/m aug. '23)  0
 Nieuwe leningen 2023 (nog aan te trekken t/m dec.'23) 0
 Totaal, stand per 31-12-2023 16.131
Aflossingen: regulier in 2024 -956
 Nieuw aan te trekken leningen 2024 11.000
Stand per 31-12-2024 26.175

Rentevisie en -kosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en -kosten

Rentevisie
We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben, zijn we tot een eigen rentevisie gekomen. (Zie ook ‘uitgangspunten treasurybeleid 2024-2027’).

Rentekosten
In de notitie afschrijving en rentebeleid van 2020 zijn ook de rentekosten voor investeringen en eigen financieringsmiddelen opgenomen. Vanaf het jaar 2022 wordt de rekenrente niet meer voor 4 jaar vastgesteld, maar ieder jaar via de Kadernota bekeken en vastgesteld. De rente voor investeringen en dergelijke is in de uitgangspunten van de Kadernota 2024 ook voor het jaar 2024 vastgesteld op 1,5%.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

 

 Kasgeldlimiet prognose voor 2024 (bedragen x €1.000)

 Bedragen

 Omvang begroting over 2023 (=grondslag) 47.559
 - in procenten van de grondslag 8,5%
 (1) Toegestane kasgeldlimiet 4.042
 (2) Omvang vlottende korte schuld 300
 (3) Vlottende middelen: 2.300
       Contante gelden in kas 0
       Tegoeden in rekening courant 300
       Overige uitstaande gelden < 1 jaar 2.000
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3) -2.000
Toegestane kasgeldlimiet (1) 4.042
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4) 6.042

 

 

    Renterisiconorm (bedragen x €1.000) 2024 2025 2026 2027
 1a  Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld) 2.000 0 0 0
 1b  Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld)  0 0 0 0
 1c  Renteherziening op vaste schuld (1a-1b)  2.000 0 0 0
           
 2  Betaalde aflossingen reguliere leningen 956 856 822 822
 3  Renterisico op vaste schuld (1c)-(2) 1.044 0 0 0
           
  Berekening renterisiconorm:        
4  Begrotingstotaal (excl. mutaties in reserves) 47.559 47.315 49.454 48.972
5  Normpercentage (ministerieel vastgesteld) 20% 20% 20% 20%
           
   Toets renterisiconorm:        
6  Renterisiconorm (4*5) 9.518 9.463 9.891 9.794
7  Renterisico op vaste schuld (3) 1.044 0 0 0
  Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7) 8.474
9.463 9.891 9.794

 
In de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt (zie rentevisie).

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft aan de mate waarin een onderneming met eigen middelen (eigen vermogen) is gefinancierd. In het bedrijfsleven is deze ratio van belang om te zien in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar financiële verplichtingen (betalingen) kan voldoen door inzet van haar eigen vermogen. Voor een gemeente is de hoogte van de solvabiliteit van minder belang dan voor een bedrijf. Toch geeft het een aardig inzicht in de vermogensverhoudingen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%.

In volgend schema is de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar (bedragen x €1.000)
Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
 2013  € 18.974  € 22.188  € 41.162  46,10%
 2014  € 18.548  € 21.400  € 39.948  46,43%
 2015 € 21.303 € 20.153 € 41.456  51,38%
 2016 € 20.975 € 19.204 € 40.179  52,20%
 2017 € 21.156 € 19.143 € 40.299  52,50%
2018 € 19.217 € 22.299 € 41.515  46,29%
2019 € 17.980 € 25.771 € 43.751 41,10%
2020 € 16.973 € 27.903 € 44.876  37,82%
2021 € 16.495 € 28.134 € 44.629  36,96%
2022 € 17.427 € 33.120 € 50.547 34,48%

 

Uitgangspunten treasurybeleid

Terug naar navigatie - Uitgangspunten treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2024 tot en met 2027 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Nieuwe leningen worden aangetrokken voor een looptijd van vijf tot dertig jaar. De looptijd is mede afhankelijk van de dan geldende rentepercentages en de verwachting hiervan naar de toekomst toe. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.

Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

De paragraaf lokale heffingen bevat de geraamde inkomsten op lokale heffingen, het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en een aanduiding van de lokale lastendruk.

Retributies versus belastingen
Er zijn twee soorten gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak. Dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

Retributies
De BBV stelt eisen over de onderbouwing van de tarieven die hoogstens kostendekkend mogen zijn. De gemeente moet een overzicht van baten en lasten opnemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Daarnaast moet in een overzicht op hoofdlijnen per type heffing inzichtelijk worden gemaakt hoe bij de berekening van tarieven wordt voldaan aan de eis dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit zijn de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan de berekening van de tarieven. In deze begroting 2024 zijn de onderbouwingen van de riool- en afvalstoffenheffing en begraafrechten opgenomen.

 

Beleidsvoornemens lokale heffingen
Het totale pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een 14-tal verschillende belastingen/heffingen die jaarlijks door de gemeenteraad worden vastgesteld in een belastingverordening.

Uitgangspunten bij het bepalen van de verschillende tarieven zijn:
  • aanpassing van de tarieven met het inflatiepercentage. In 2024 is het inflatiepercentage 3,2%.
Uitzonderingen zijn:
  • tarieven gebonden aan een wettelijk maximum (zoals reisdocumenten/rijbewijzen)
  • afvalstoffenheffing (maximaal 100% kostendekkend) 
  • rioolrecht (maximaal 100% kostendekkend). In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is besloten dat de rioolheffing jaarlijks stijgt met 2% alvorens vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage. Het huidige GRP loopt t/m 2023. Naar verwachting wordt dit GRP in 2024 herzien.
  • voor OZB en RZB geldt dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het inflatiepercentage¹.
  • compensatiestijging OZB: verhoging van de OZB-opbrengst gelijk aan de korting op de algemene uitkering als gevolg van de WOZ-waardestijging²
  1. Toelichting¹: Bij de Onroerendezaakbelasting (OZB) en de belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten wordt de totale opbrengst van het voorgaande jaar in de begroting geïndexeerd met 3,2%. Om de OZB-opbrengst in de begroting op hetzelfde niveau te handhaven, worden bij een stijgende WOZ-waarde de tarieven voor de OZB verlaagd en bij een dalende WOZ-waarde de OZB-tarieven verhoogd. Deze systematiek/berekening is exclusief de extra nieuwgebouwde woningen (areaaluitbreiding). De opbrengst van de OZB stijgt dus met het inflatiepercentage en met de belastingopbrengsten uit nieuwe woningen.
  2. Toelichting²: De WOZ-waardestijging heeft een negatief effect op de Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB.

Cocensus
De gemeente Wormerland heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerendezaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.
Voor de uitvoering van belastingregelingen brengt Cocensus voor 13 gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Wormerland is de bijdrage over 2024 €387.000.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. In overeenstemming met de Kadernota 2023 is in de Programmabegroting 2024-2027 voor de belastingen rekening gehouden met een inflatiepercentage van 3,2%.

Onroerendezaakbelasting (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Wormerland hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging). Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Wormerlandse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2024 worden gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2022. Deze waarde is in het vierde kwartaal 2023 bekend.

Naast bovengenoemd effect heeft WOZ-waardestijging een daling van de rijksinkomsten als gevolg. De gemeente ontvangt bij stijgende WOZ-waardes minder Algemene Uitkering. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de lokale inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Om de opbrengsten voor de gemeente gelijk te houden hanteren we volgens bestaand beleid voor het OZB-tarief naast de inflatiestijging ook een compensatiestijging in verband met de dalende Algemene Uitkering.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerendezaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is, anders dan bij belastingen, wél sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Of gemeentelijke tarieven werkelijk kostendekkend zijn is een beleidskeuze.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de water taken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2023. De kapitaallasten van de investeringen die hieruit voortvloeien zijn opgenomen in deze begroting. Zoals in het GRP besloten is, stijgt de rioolheffing jaarlijks met 2% vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage (3,2%). Dit was in het vorige GRP ook het geval. In de begroting 2024 is rekening gehouden met een opbrengst aan rioolheffing van €2.139.344.
 
Rioolheffing (bedragen x €1.000)
Rekening
2022
Begroting
2023 (incl. wijzig.)
Begroting
2024
Baten 1.953 2.016 2.139
Lasten -1.367 -2.094 -2.003
Voorziening mutaties (min is een toevoeging aan de voorziening) -586 78 -136
Saldo 0 0 0
Kostendekkendheid 100% 100% 100%
 
 
Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. Kostendekkendheid wordt nooit precies in één jaar bereikt maar wordt gemeten over jaren heen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een Egalisatievoorziening als bufferfunctie. Sinds eind 2021 is de Egalisatievoorziening leeg en volgens de prognose zal de voorziening eind 2023 ook leeg zijn. Het huidige tarief afvalstoffenheffing is niet kostendekkend. 
 
Recycle-tarief
Vanaf 2022 heft de gemeente Wormerland het recycle-tarief voor de afvalstoffenheffing. Hiermee krijgen inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. Het variabele tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de ondergrondse container voor restafval (hoogbouw). Om tot een kostendekkende afvalstoffenheffing te komen bepalen de begrote kosten de benodigde inkomsten. In de begroting 2024 is rekening gehouden met een benodigde opbrengst van €3.026.269 om kostendekkend te zijn. Of de raad besluit het afvaltarief daadwerkelijk te verhogen tot een kostendekkend tarief is onderdeel van de besluitvorming bij deze begroting.
 
Afvalstoffenheffing (bedragen x €1.000)
Rekening
2022
Begroting
2023 (incl. wijz.)
Begroting
2024
Baten 2.615 2.840 3.026
Lasten -2.841 -2.830 -3.016
Voorziening mutaties (min is een toevoeging aan de voorziening) 0 -10 -10
Saldo 226 0 0
Kostendekkendheid 92% 100% 100%

 

Lijkbezorgingsrechten

Bij de berekening van kostendekkendheid van lijkbezorgingsrechten worden zowel de begraafrechten als de onderhoudsrechten van de begraafplaats meegenomen. Deze rechten worden met de voor 2024 reguliere inflatie verhoogd (3,2%) .

Lijkbezorgingsrechten (bedragen x €1.000)

Rekening
2022

Begroting
2023 (incl. wijzig.)

Begroting
2024

Baten 187 171 177
Lasten -224 -464 -596
Saldo 37 293 419
Kostendekkendheid 83% 37% 30%

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Onderaan de tabel ziet u het totale nettoresultaat van de heffingen.

Belastingen/retributies (bedragen x €1.000)
Rekening
2022
Begroting
2023 (incl.wijz.)
Begroting
2024
Belastingen      
OZB woningen *) 2.760 2.819 2.973
OZB niet-woningen 1.035 1.028 1.082
Roerende woon- en bedrijfsruimten 18 18 19
       
Precariobelasting (t/m 2021) 0 0 0
Hondenbelasting 92 93 96
Forensenbelasting 31 32 33
Toeristenbelasting 36 29 30
Totaal belastingen 3.972 4.019 4.233
       
Retributies      
Rioolrechten 1.953 2.016 2.139
Afvalstoffenheffing 2.615 2.840 3.026
Begrafenisrechten 187 171 177
Leges omgevingsvergunningen 301 1.033 2.069
Leges vergunningen (APV) 26 38 40
Leges burgerzaken 221 213 220
Leges pontveren 29 39 40
Totaal retributies 5.332 6.350 7.711
       
Kwijtscheldingen -135 -160 -165
Totaal netto-opbrengsten 9.169 10.209 11.779

*) incl. areaaluitbreiding

 

Precariobelasting

Wat is precario?
Gemeenten kunnen precariobelasting heffen als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. Voorbeelden van belaste voorwerpen zijn (sommige) kabels en leidingen, terrassen, bouwmaterialen (zoals containers), zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen. De precariobelasting wordt geheven voor het plaatsen van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het wordt wel gezien als de fiscale tegenhanger van een privaatrechtelijke vergoeding om de gemeentegrond te kunnen gebruiken. De precariobelasting valt toe aan de algemene middelen van de gemeente en is door de gemeente vrij besteedbaar. Er is geen verplichting om de geheven precariobelasting in te zetten voor uitgaven die samenhangen met de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Wat regelt de wet?
De Gemeentewet schrijft bij de precariobelasting alleen het belastbaar feit voor: het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond. Belastingplichtig is de houder van een dergelijk voorwerp. Niet belast is bijvoorbeeld een terras in de eigen achtertuin.

Belangrijke beperking
Hoewel dat niet in de wet tot uitdrukking is gebracht, geldt bij de heffing van de precariobelasting een belangrijke beperking. De precariobelasting kan niet worden geheven als de aanwezigheid van het voorwerp moet worden gedoogd op grond van een wettelijke of contractuele verplichting. Een voorbeeld: kabels van telecomnetwerken en kabeltelevisie moeten op grond van een wettelijk voorschrift worden gedoogd. Ook een terras op een verhuurd stuk gemeentegrond moet worden gedoogd. Belastingheffing is in die gevallen niet mogelijk.
Gemeenten kunnen ook geen precariobelasting heffen over netwerken die nutsbedrijven in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Dat is sinds 1 juli 2017 in de Gemeentewet geregeld. De regeling voorkomt dat inwoners via de precario belasting moeten betalen aan een buurgemeente of -provincie waarvoor zij geen democratisch stemrecht hebben.

Keuzemogelijkheden gemeenteraad
Behalve het belastbaar feit kent de wet geen verdere aanwijzingen voor de heffing van de precariobelasting. De gemeenteraad heeft zodoende veel vrijheid bij de inrichting van deze belasting, in het bijzonder bij de aanwijzing van het delen van de gemeente waar wordt geheven, de tariefstelling en tariefsdifferentiatie.

Uitstel onderzoek naar precariobelasting
Op dit moment heft de gemeente Wormerland geen precariobelasting. Er is de raad een toezegging gedaan deze manier van belastingheffing te onderzoeken (raad van nov 2022 bij de vaststelling van de verordeningen en tarievennota 2023). Dit onderzoek is in verband met capaciteitsproblemen uitgesteld.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente kan kwijtschelding verlenen aan personen die niet in staat zijn om hun belasting te voldoen. Hiervoor zijn bij wet bepaalde normen aangegeven. Het kwijtscheldingspercentage voor de normbedragen bedraagt 100%. Kwijtschelding wordt verleend voor onroerendezaakbelasting, roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Voor het jaar 2024 wordt verwacht dat aan kwijtschelding een bedrag wordt verstrekt van €165.000.

  Rekening
2022

Begroting
2023 (incl. wijzig.)
Begroting
2024

Bezwaar WOZ 194 938 938
Bezwaar overige heffingen 78 98 98
Beroep WOZ 2 0 0
Beroep overige heffingen 1 0 0
Lasten regeling € 35.000 €160.000 €165.000

Leges

Terug naar navigatie - Leges

De tarieven voor 2024 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 3,2%, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen. Het is niet toegestaan meer dan 100% kostendekkend te zijn. Daarom is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden. Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen. Welke kosten toegerekend worden om de kostendekkendheid te berekenen moet duidelijk onderbouwd zijn.

Een aantal leges is niet kostendekkend. Volledig kostendekkend maken van alle leges is niet reëel te noemen. Zo zijn bijvoorbeeld evenementenvergunningen vanwege de maatschappelijke betekenis vaak niet kostendekkend. De legesopbrengst voor omgevingsvergunningen is sterk afhankelijk van grote projecten. De kostendekkendheid hiervan dient over de jaren heen gezien te worden.

De leges zijn onderverdeeld in drie titels:

    Hoofdstuk 1: Algemene dienstverlening,
    Hoofdstuk 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving (omgevingsvergunningen)
    Hoofdstuk 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.
 
Per 1 januari 2024 gaat de Omgevingswet in. Hierdoor is ook de indeling van onderstaande tabellen gewijzigd. Over de kostendekkendheid van Hoofdstuk 3 (omgevingsvergunningen) kunnen we nog niets zeggen over de kostendekkendheid: de nieuwe tariefopbouw voor het jaar 2024 is nog niet bekend.
 
 
 
 
Omgevingswet
Vanaf 1 januari 2024 gaat de omgevingswet in. Vanaf die datum verandert er veel. Zo worden meer zaken vergunningsvrij en zijn er nieuwe (milieu)zaken waar juist leges voor geheven kunnen worden. In de raad van december ontvangt de raad in de Tarievennota een voorstel voor de nieuwe tarieven en de gewenste mate van kostendekkendheid. Welke impact deze nieuwe tarieven op de begroting zullen hebben is echter niet exact in te schatten en dus nog onzeker. We zullen dit in 2024 nauwgezet monitoren, de raad actief hierover informeren en de begroting in de reguliere P&C-documenten bijstellen waar nodig. 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Om de lokale lastendruk te berekenen tellen 3 belastingtarieven mee: tarieven van de OZB, afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor huurders telt alleen het tarief van afvalstoffen- en rioolheffing mee omdat huurders geen OZB betalen. Voor eigenaren van woningen gelden wel alle drie de genoemde belastingen.

De gemiddelde woonlasten van een meerpersoonshuishouden in 2022 bedroegen €1.044 per woning. In 2023 bedroegen deze woonlasten €1.068. De woonlasten voor het jaar 2024 zijn nog niet bekend omdat het tarief voor afvalstoffenheffing en OZB pas in december 2023 vastgesteld wordt bij de Tarievennota 2024.

 
Vergelijking met omliggende gemeenten

In de navolgende tabellen worden de tarieven 2023 van Wormerland vergeleken met de tarieven van omliggende gemeenten. Of de tarieven van deze omliggende gemeenten kostendekkend zijn is niet bekend.

 

Tabel vergelijking OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Toeristenbelasting en Hondenbelasting, tarieven 2023

 

 
 
 
Vergelijking woonlasten 2023 (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing ) van de gemeente Wormerland versus alle Noord-Hollandse gemeenten
 
 
 
 
Benchmark tarieven afvalstoffenheffing vergelijkbare gemeentes
 
 
 

Analyse benchmark 2023
Wormerland wordt in verhouding tot de overige gemeentes duurder naarmate er meer ledigingen zijn (in het gekozen voorbeeld van een 3-persoons huishouden met een grote grijze kliko van 240 liter) :
Bij 8 ledigingen per jaar is Wormerland een goedkope gemeente voor wat betreft de afvalstoffenheffing in vergelijking met de overige genoemde gemeenten (4e plek van de 11).
Bij 10 ledigingen per jaar zit de gemeente Wormerland in het midden qua afvaltarief (6e plek van de 11).
Bij 12 ledigingen per jaar is Wormerland een dure gemeente voor wat betreft de afvalstoffenheffing in vergelijking met de overige genoemde gemeenten (9e plek van de 11).

Of de tarieven van de overige genoemde gemeentes een kostendekkend tarief is is niet bekend.

Tarievenbeleid

Terug naar navigatie - Tarievenbeleid

Het tarievenbeleid in Wormerland is gebaseerd op twee uitgangspunten: inflatiecorrectie en kostendekkendheid. De belastingtarieven worden in 2024 verhoogd met 3,2% voor inflatie. Daarnaast heeft de WOZ-waardestijging een negatief effect op de Algemene Uitkering. Om de opbrengsten voor de gemeente gelijk te houden is een compensatiestijging van het OZB-tarief noodzakelijk. Voor wat betreft de retributies wordt gestuurd op kostendekkendheid. De tarieven worden formeel door de gemeenteraad vastgesteld bij de belastingvoorstellen die in december voorafgaand aan het begrotingsjaar worden aangeboden.

Heffingssoort 2022 2023 2024
OZB en Roerende Zaakbelasting      
-Woningen eigenaren 0,11055% 0,09436% *)
-Niet-woningen eigenaren 0,18691% 0,17730% *)
-Niet-woningen gebruikers 0,20133% 0,19540% *)
       
Hondenbelasting € 84,16 € 86 € 88,75
       
Afvalstoffenheffing**  :      
-Vastrecht éénpersoons huishouding € 278,56 € 279,52 **)
-Vastrecht meerpersoons huishouding € 278,56 € 279,52 **)
-Aanbieding van een minicontainer van 140 liter € 5,66 € 5,66 **)
-Aanbieding van een minicontainer van 240 liter € 8,70 € 8,70 **)
-Ontgrendeling van een (ondergrondse) container voor restafval € 2,18 € 1,09 **)
       
Rioolrechten*** :      
-Afvalwater 0 - 500 m3 € 251,15 € 261,80 € 275,58
-Afvalwater 500 - 1.000 m3 € 502,20 € 523,50 € 551,06
-Afvalwater 1.000 - 1.500 m3 € 753,30 € 785,25 € 826,59
-Iedere 500 m3 boven de 1500 m3 € 251,15 € 261,80 € 275,58
-Afvoer hemelwater € 86,60 € 90,30 € 95,05
       
Grafrechten (particulier graf voor 20 jaar) € 1.317,35 € 1.346,35 € 1.389,43

*) de OZB- en RZB-tarieven zijn afhankelijk van de totale WOZ-waarden, die pas aan het eind van het jaar bekend zijn. De tarieven 2024 worden bij het samenstellen van de Tarievennota berekend, en via dat document vastgesteld.

**) Vanaf 2022 geldt het variabele afvalstoffenheffingstarief. Het tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de (ondergrondse) container voor restafval (hoogbouw). Daarmee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. In de begroting wordt de benodigde opbrengst bepaald naar aanleiding van de prognose van de werkelijke kosten. Het streven is een kostendekkend tarief. In de Tarievennota welke jaarlijks op de raadsagenda staat in december, volgt besluitvorming over de geldende tarieven voor het komende jaar. Voor het begrotingsjaar 2024 zijn de tarieven dus nog niet bekend.

***) Zoals in het GRP vermeld en besloten is, stijgt de rioolheffing jaarlijks met 2% vermeerderd met het desbetreffende inflatiepercentage (3,2%).

Paragraaf Bedrijfsvoering

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

De activiteiten op het gebied van bedrijfsvoering worden uitgevoerd door OVER-gemeenten. Dit is de gezamenlijke werkorganisatie van de gemeente Wormerland en de gemeente Oostzaan. In deze paragraaf leest u een beknopte samenvatting van de Begroting 2024-2027 van OVER-gemeenten. Voor meer informatie verwijzen wij naar de begroting van OVER-gemeenten 2024-2027.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Het jaar 2024 zal onder andere in het teken staan van de verdere uitwerking van het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ en de uitvoering ervan. Het plan van aanpak ‘Verbinding te OVER’ wordt gefaseerd uitgewerkt en geïmplementeerd, waarbij wij rekening houden met de urgentie van onderwerpen, uitvoerbaarheid in verband met beschikbare formatie en de beschikbare financiële middelen. In 2024 zal de focus meer verschuiven naar de onderwerpen die we niet acuut in 2023 hebben moeten oplossen en een langere doorlooptijd vergen. Hierbij kan worden gedacht aan de doorontwikkeling van managementinformatie, verdere verlaging van ziekteverzuim, strategische personeelsplanning en het verfijnen van het kantoorconcept.

Bestaande en nieuwe projecten die we voor 2024 verwachten zijn de structurele uitvoering van de omgevingswet, werkzaamheden in het kader van de vluchtelingencrisis, de huisvesting van verschillende doelgroepen, de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire en een aantal grote aanbestedingen binnen de bedrijfsvoering. Bij deze projecten leveren wij veelal de personele capaciteit om dit uit te voeren en te begeleiden. Voor enkele projecten, zoals de opvang van ontheemden uit de Oekraïne en de ondersteuning van gedupeerden van de toeslagenaffaire gelden specifieke financiële regelingen vanuit het Rijk. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat deze middelen voldoende zijn om de kosten te dekken. Zodra hier andere inzichten ontstaan gaan we in gesprek met de gemeenten.

 

Personeel
In de huidige arbeidsmarkt hebben we te maken met steeds meer moeilijk te vervullen vacatures en moeten we extra aandacht besteden aan behoud en opleiding van onze collega’s. Het hoge ziekteverzuim en beperkte mogelijkheden tot vervanging van langdurig zieke collega’s binnen de budgettaire kaders leidt tot hoge werkdruk. OVER-gemeenten heeft beschikking over een bestemmingsreserve om nodige investeringen in de organisatie te doen om deze problematiek aan te pakken.

 

Huisvesting
OVER-gemeenten verwacht in 2023 de visie voor het kantoorconcept af te ronden. Ook heeft OVER-gemeenten in hun begroting opgenomen vanaf 2024 niet meer de eerste etage van het gemeentehuis Wormerland te huren. Dit betekent dat de huisvestingslasten vanaf 2024 met €52.000 zullen dalen voor OVER-gemeenten.

 

Financieel
In het volgende overzicht is de primaire begroting 2024 van OVER-gemeenten opgenomen, met de meerjarenbegroting 2025 t/m 2027. De berekening van de inflatie voor 2024 gebeurt op basis van de CPB-prognoses. In de personele lasten is 5,2% inflatie opgenomen voor 2024 (€829.239). Dit betreft een inschatting van de cao-verhoging van 2024 van het CPB (loonvoet sector overheid). Voor de overige lasten is rekening gehouden met 3,2% inflatie. Indien de werkelijke inflatie over 2024 afwijkt, is mogelijk een aanpassing in onze begroting 2024 nodig. In het meerjarenperspectief van de begroting is geen rekening gehouden met inflatie na 2024. De bijdrage van de gemeente Wormerland in 2024 aan OVER-gemeenten bedraagt €12.640.377 (dit bedrag is inclusief de bijdrage voor de uitvoering van de Wet Open Overheid ad €120.000, welke apart vermeld staat in onderstaande tabel).

 

Ratio weerstandsvermogen
OVER-gemeenten heeft een ratio weerstandscapaciteit bij de begroting 2024 van 0,6 (onvoldoende). Op basis van artikel 23 van de Gemeenschappelijke Regeling van OVER-gemeenten is de algemene reserve gemaximeerd op 2,5% van de lasten. De lage weerstandscapaciteit verhoogt het risico voor de deelnemende gemeenten.

Paragraaf Taakstellingen en Stelposten

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf is in de begroting 2022 voor het eerst opgenomen. Onze toezichthouder, de Provincie heeft om deze paragraaf gevraagd in verband met de verslechterde financiële positie bij gemeenten. De oorzaak van deze verslechterde financiële positie ligt in het overdragen van taken vanuit het Rijk zonder toereikende financiële middelen om deze taken uit te kunnen voeren. De financiële positie van gemeenten is hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. Gevolg hiervan bij gemeenten zijn dat er steeds vaker bezuinigingsmaatregelen, ombuigingen en/of taakstellingen nodig zijn om de meerjarenbegroting sluitend te maken. In deze paragraaf wordt een totaalbeeld geschetst welke van deze zaken in de begroting van Wormerland aan de orde zijn.

In deze primaire programmabegroting 2024-2027 zijn de volgende zaken opgenomen:

Stelposten:

Stelposten, opgenomen in de primaire begroting 2024 2025 2026 2027
1) Extra OZB i.v.m. areaaluitbreiding door nieuwe woningen 0 16.267  85.903 28.539
2) Stelpost algemene uitkering prognose onder het BCF-plafond 249.354 249.354 249.354 249.354
3) Stelpost algemene uitkering jeugdzorg     214.563 159.411
Totaal 0 16.267 85.903 28.539

Toelichting:

1) De stelpost voor OZB ivm areaaluitbreiding is niet nieuw, die nemen we al langere tijd op in onze begroting, op basis van de verwachte nieuwbouw in de komende jaren.

2) Bij de inwerkingtreding van het BTW Compensatiefonds in 2003 heeft een uitname uit het gemeentefonds plaatsgevonden, om op macro-niveau de declaraties van het btw-compensatiefonds aan alle overheden te kunnen voldoen. Hieraan is op macro-niveau een bepaald maximum (drempel) gesteld. Gemeenten declareren jaarlijks hun compensabele btw via het bcf-compensatiefonds. Als alle gemeenten onder het plafond declareren wordt het overgebleven macro-budget verdeeld via de algemene uitkering. Het is toegestaan deze stelpost op te voeren tot de werkelijke hoogte van meest recente afrekening van het bcf (2022).

3) Sinds de decentralisatie van jeugdzorg is er een discussie op landelijk niveau gaande over de disbalans in kosten versus de rijksbijdragen van jeugdzorg. Al een aantal jaren ontvangen we steeds 1 jaar aanvullende jeugdgelden via de algemene uitkering vooruitlopend op een structurele bijdrage. Het uitblijven van de structurele verhoging hangt samen met de hervormingsagenda. Deze hervormingsagenda is een set met maatregelen en onderzoeken waaraan de gemeenten moeten voldoen om de kosten van jeugdzorg beheersbaar te maken en toekomstbestendig. In de meicirculaire 2023 is de vergoeding voor jeugdzorg verhoogd tot en met het jaar 2025. Vanaf 2026 mogen we een stelpost jeugdzorgmiddelen opnemen ter hoogte van de hierboven genoemde bedragen in de tabel.

 

Taakstellingen:
Van taakstellingen is geen sprake in deze begroting 2024-2027.

Paragraaf Kengetallen

Programma 1

Terug naar navigatie - Programma 1

 

Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
% Functiemenging (Bron: LISA). De verhouding tussen banen en woningen. Varieert tussen 0% (alleen wonen) en 100% (alleen banen). Bij een waarde van 50% zijn er evenveel woningen als banen.* 42,5** 42,5** 42,5**
Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoner van 15 t/m 64 jaar (Bron: LISA) 130,0** 147,78** 147,78**

* Functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen banen). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.

** Actuele gegevens niet (tijdig) beschikbaar bij bron Lisa

Programma 2

Terug naar navigatie - Programma 2
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal nieuwe woningen per 1.000 woningen (Bron: BAG) 12,9 7 0
% Demografische druk (Bron: CBS)* 78,5 78,5 77,6

*De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
Dit cijfer geeft inzicht in de verhouding van het niet-werkende deel van de bevolking tot het werkende deel van de bevolking.

Programma 3

Terug naar navigatie - Programma 3

 

Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15-64 jaar (Bron: LISA) 743 500 520
% Jongeren met een delict voor rechter in de leeftijd 12 t/m 21 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen in de Tel) n.b. n.b. 1
% Kinderen in uitkeringsgezin tot 18 jaar (Bron: Verwey Jonker Instituut - Kinderen in de Tel) n.b. n.b. n.b.
% netto arbeidsparticipatie van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking (Bron: CBS) n.b. 67% 73%
% werkeloze jongeren in de leeftijd 16 t/m 22 jaar (Bron: CBS) n.b. n.b. n.b.
Aantal personen met een bijstandsuitkering per 10.000 inwoners (Bron: CBS) 246 220 250
Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar (Bron: CBS) 0,8 40 0,8
% jongeren met jeugdhulp van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) 6,2 8,2 13
% jongeren met jeugdbescherming van alle jongeren tot 18 jaar (Bron: CBS) 0,5 n.b. 0,7
% jongeren met jeugdreclassering van alle jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar (Bron: CBS) 0 n.b. n.b.
Aantal cliënten met maatwerkarrangement WMO per 10.000 inwoners (Bron: GMSD) n.b. 380 n.b.

 

Programma 4

Terug naar navigatie - Programma 4

 

Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Aantal absoluut verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) 0 0 0
Aantal relatief verzuim per 1.000 leerlingen (Bron: DUO) 22 23 23
% Vroegtijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) van het VO en MBO (Bron: Ingrado) 1,3 1,1 1,3
% Niet-sporters (Bron: 'Gezondheidsenquête' (CBS/RIVM)) n.b. 45% n.b.

 

Programma 5

Terug naar navigatie - Programma 5
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2023
Veiligheid      
Aantal verwijzing Halt per 10.000 jongeren (Bron: bureau Halt) n.b. n.b. n.b.
Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 0 n.b. n.b.
Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners (Bron: CBS)** 0 n.b. n.b.
Aantal diefstallen uit woningen per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 6,60 n.b. n.b.
Aantal vernielingen en beschadigingen in openbare ruimte per 1.000 inwoners (Bron: CBS) 0 n.b. n.b.
Milieu en Volksgezondheid      
Omvang huishoudelijk restafval aantal kg per inwoner (Bron: CBS) 127 kg 120 kg n.b.
% Hernieuwbare elektriciteit (zon/wind/warmte) (Bron: RWS) n.b.* n.b. n.b.

Programma 6

Terug naar navigatie - Programma 6
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024
Gemiddelde WOZ waarde x €1.000 (Bron: CBS) 349 405 434
Gemiddelde woonlasten eenpersoonshuishouden (Bron: COELO) 1.013 1.053 1.103
Gemiddelde woonlasten meerpersoonshuishouden (Bron: COELO) 1.044 1.196 1.136
Formatie (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,39 0,39 0,38
Bezetting (aantal fte's per 1.000 inwoners) (Bron: eigen administratie) 0,39 0,39 0,38
Apparaatskosten per inwoner (Bron: eigen begroting) €668 €716 €771
Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen) (Bron: eigen begroting) 10% 11% 0%
Overhead (% van de totale lasten) (Bron: eigen begroting) 13% 15% 15%

*De woonlasten zijn de OZB, riool- en afvalstoffenheffing van een woonhuis met (geschatte) gemiddelde WOZ-waarde .

Paragraaf Wet open overheid (Woo)

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

In artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Wet open overheid (Woo) is voorgeschreven dat in de begroting aandacht besteed moet worden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet. In de jaarstukken dienen we verslag te doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de in de begroting genoemde beleidsvoornemens. Deze verplichte paragraaf in de komende begrotingen en jaarstukken vloeit voort uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze voorgeschreven rapportering over de uitvoering van deze wet is bedoeld om een impuls te geven aan de actieve openbaarheid. 

Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Wet open overheid (Woo)

De Woo bestaat uit twee soorten openbaarmaking, een passieve (openbaarmaking op verzoek) en een actieve (openbaarmaking uit eigen beweging). 


Passieve openbaarmaking 
De passieve openbaarmakingverzoeken worden behandeld door team juridische zaken. Alle bestuursorganen hebben dit jaar ook een Woo-contactpersoon aangewezen. Op de website is een formulier gelanceerd waardoor belangstellenden nu ook online een Woo-verzoek kunnen indienen. 


Actieve openbaarmaking
Voor de implementatie van de actieve openbaarmaking is een werkgroep Woo ingesteld, dat wordt getrokken door een externe projectleider. Er wordt een nulmeting uitgevoerd, zodat in kaart wordt gebracht waar de organisatie op dit moment staat. Dit vertrekpunt wordt meegenomen in de verdere vertaling van de Woo. 

Paragraaf Oekraïnecrisis

Oekraïnecrisis

Terug naar navigatie - Oekraïnecrisis

Vanaf begin maart 2022 hebben wij als gemeente, als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de taak om bij te dragen aan de opvang van Oekraïners in de regio. Dit heeft een flinke inzet gevraagd van de gehele organisatie. Alle afdelingen hebben hun aandeel gehad in deze forse opgave. Nog steeds is het alle hens aan dek om de 159 vluchtelingen uit Oekraïne in Wormerland en Oostzaan adequaat te huisvesten, begeleiden en te voorzien van financiële middelen. Vooralsnog is er geen zicht op vrede in Oekraïne. Dit betekent een voortzetting van de huidige opvang en dito intensieve extra werkzaamheden voor de OVER-organisatie.


Tijdelijke crisisopvang sporthal Wormer (Hub)
Van 8 maart tot 12 juli 2022 is Sporthal Wormer in de Spatterstraat in functie geweest als crisisnoodopvang. In deze periode zijn ruim 3.000 vluchtelingen opgevangen. De insteek is geweest om deze vluchtelingen in principe 1 nacht te verzorgen, te registreren en de vluchtelingen door te geleiden naar een meer structurele locatie voor langer verblijf. De totale kosten van de opvang in de Sporthal bedragen €1.662.877. Hiervan is reeds €1.575.852 gedeclareerd bij de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland (VrZW). De definitieve afrekening volgt in 2023. Met de gemeente Oostzaan is de afspraak gemaakt om eventueel niet vergoede kosten met betrekking tot deze opvang 50/50 te verdelen. 

Nood- en kortdurende opvang
Direct na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne kwam een grote stroom vluchtelingen op gang. Ook in Wormerland hebben we direct mensen een dak boven het hoofd geboden. In eerste instantie is gebruik gemaakt van hotels, B&B’s, recreatiewoningen en ook zijn direct 7 appartementen in de Gele Lisstraat ingericht. Aangezien opvang bij hotels en B&B’s niet geschikt zijn voor langere opvang is een leegstaand kantoorpand aan de Rigastraat gehuurd en verbouwd. 

Langdurige huisvesting
Momenteel vangen wij in de gemeente Wormerland 96 vluchtelingen op (stand augustus 2023). Deze plekken zijn verdeeld over gemeentelijke opvang, B&B’s en gastgezinnen. Daarnaast heeft gemeente Wormerland 32 woonunits aangeschaft voor langdurige huisvesting.
De units zijn geplaatst op de Poelweg en vanaf juli 2023 in gebruik genomen. Er zijn direct vluchtelingen in geplaatst, veelal uit de eigen gemeente. Deze vluchtelingen verbleven hiervoor in een plek die tijdelijk beschikbaar gesteld is zoals de Gele Lisstraat. 

De gemeente ontvangt een vergoeding van het Rijk op basis van werkelijke kosten voor transitie, verbouwing en realisatie van gebouwen voor opvang van deze vluchtelingen. 
De exploitatiekosten worden door het Rijk vergoed op basis van het normbedrag. Deze was bij aanvang van de oorlog gesteld op 100 euro per beschikbaar gesteld bed (plek) per dag. Vanaf 16 oktober 2022 is het normbedrag aangepast naar €83 per plek per dag. 

De vluchtelingen zijn als volgt over de gemeente verdeeld (stand aug 2023):

Overige zaken
Naast de huisvesting hebben wij op verschillende onderdelen stappen gezet om de opvang zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Zo zijn er nu afspraken met burgerzaken: dinsdag- en donderdagmiddag tussen 13:00 en 15:00 is het moment voor de nieuwe vluchtelingen om zich in te schrijven. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over leefgeld, school, werk, taalles en vervoer. Deze zaken moeten ook uit het normbedrag worden gefinancierd. 

Leerlingenvervoer Oekraïne
Gemeenten hebben de regie en verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer aan Oekraïense leerlingen. Voor deze taak ontvangen we gelden via de algemene uitkering. 

Financiën
De financiën zijn een doorlopend proces. De gemaakte kosten van de noodopvang in Wormerland en uitgaven voor de huisvesting en de units zijn 100% declarabel. De uitvoeringskosten dienen te worden voorgefinancierd uit een vast normbedrag per gerealiseerde opvangplek per dag. Tot en met 15 oktober 2022 bedroeg dit bedrag per gerealiseerde opvangplek €100 per dag. Vanaf 16 oktober 2022 is dit normbedrag bijgesteld naar €83 per dag. Achteraf vindt een verrekening met het Rijk plaats op basis van werkelijke kosten. 

 

Doorkijk naar 2024
Voor 2024 gaan we ervan uit de opvang in de Rigastraat, Gele Lisstraat en de Poelweg nog in stand zijn in 2024. De locatie aan de Poelweg wordt waarschijnlijk in 2024 uitgebreid met andere doelgroepen (spoedzoekers en minderjarige alleenstaande asielzoekers).