Paragraaf Financiering

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf geeft transparantie van de treasuryfunctie (financiering) van decentrale overheden. Er worden zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uiteengezet.

De Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) schept een duidelijker kader voor de treasuryfunctie en levert een bijdrage aan de kredietwaardigheid van de openbare lichamen en bevordert de transparantie van de treasuryfunctie. Deze wet kent twee instrumenten op het gebied van de treasuryfunctie:
   - het treasurystatuut,
   - de financieringsparagraaf

De doelstelling van het treasurystatuut is om bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden te formaliseren en expliciet vast te stellen. De gemeenteraad kan dan goed invulling geven aan zijn verordenende en controlerende bevoegdheid. Het tweede instrument, de financieringsparagraaf, heeft als doel inzicht te geven in de algemene interne en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de treasury en de concrete plannen op het gebied van risicobeheer, financieringspositie en leningen en uitzettingenportefeuille.

Door de raad is op 29 januari 2019 een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn de organisatie rondom het opstellen van het treasurybeleid, de planning & control(P&C)-cyclus, de organisatie rondom de uitvoering van treasury-activiteiten en de interne en externe controle geregeld. Het treasurystatuut wordt eens in de 4 jaar geactualiseerd.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Hier wordt de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen in het jaar 2019 weergegeven.

 Mutaties leningenportefeuille Raming 2019
 Werkelijk 2019
 Stand per 01-01-2019 11.239
12.239
Aflossingen (regulier) in 2019 -752 -852
Aflossingen (vervroegd) in 2019 0 0
Nieuw aangetrokken leningen 2019 1.000 4.000
 Stand per 31-12-2019 11.487
15.387

 (bedragen x€1.000)

Alle langlopende leningen zijn onderhandse leningen, met een rentevaste looptijd. Het gemiddelde renteniveau van de leningenportefeuille bedroeg in 2019  2,63%.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

 Kasgeldlimiet voor 2019  Bedragen
 Omvang primaire begroting over 2019 (=grondslag) 33.754
 - in procenten van de grondslag 8,5%
 (1) Toegestane kasgeldlimiet 2.869
 (2) Omvang vlottende korte schuld 2.522
 (3) Vlottende middelen: 6.554
       Contante gelden in kas 3
       Tegoeden in rekening courant 166
       Overige uitstaande gelden < 1 jaar 6.386
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3) -4.032
Toegestane kasgeldlimiet (1) 2.869
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4) 6.901

 (bedragen x€1.000, per 31-12-2019)

 

Renterisiconorm    2019
 1a  Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld) 1.413
 1b  Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld) 1.413
 1c  Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 0
 2  Betaalde aflossingen reguliere leningen 852
 3  Renterisico op vaste schuld (1)-(2) 852
     
  Berekening renterisiconorm:  
4  Begrotingstotaal primair (excl. mutaties in reserves) 33.754
5  Normpercentage (ministerieel vastgesteld) 20%
     
   Toets renterisiconorm:  
6  Renterisiconorm (4*5) 6.751
7  Renterisico op vaste schuld (3) 852
  Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7) 5.899

(bedragen x€1.000)

 

In de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt (zie rentevisie).

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft aan de mate waarin een onderneming met eigen middelen (eigen vermogen) is gefinancierd. In het bedrijfsleven is deze ratio van belang om te zien in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar financiële verplichtingen (betalingen) kan voldoen door inzet van haar eigen vermogen. Voor een gemeente is de hoogte van de solvabiliteit van minder belang dan voor een bedrijf. Toch geeft het een aardig inzicht in de vermogensverhoudingen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%.  De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%.

In onderstaand schema is de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar (per 31-12)
Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
 2009  € 14.791  € 20.818  € 35.609  41,54%
 2010  € 13.707  € 23.072  € 36.779  37,27%
 2011  € 16.144  € 22.471  € 38.616  41,81%
 2012  € 17.338  € 22.983  € 40.322  43,00%
 2013  € 18.974  € 22.188  € 41.162  46,10%
 2014  € 18.548  € 21.400  € 39.948  46,43%
 2015 € 21.303 € 20.153 € 41.456  51,38%
 2016 € 20.975 € 19.204 € 40.179  52,20%
2017 € 21.156 €19.143 € 40.299 52,49%
2018
€ 19.217 € 22.299 € 41.515 46,29%
2019 € 17.980 € 25.771 €43.751 41,10%

 (bedragen x 1.000)