Paragraaf Lokale heffingen

Paragraaf Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen

De gemeentelijke heffingen zijn, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten. Er zijn twee gemeentelijke heffingen: retributies en belastingen. Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor de uitoefening van de taak, dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%. Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

De belastingen en retributies bedragen ongeveer 25% van de totale inkomsten.

De gemeente Wormerland heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB) , roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in een gemeenschappelijke regeling, zijnde Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften vinden plaats door Cocensus.
Voor de uitvoering van belastingregelingen in 11 gemeenten brengt Consensus de gemeenten een bijdrage in rekening. Voor de gemeente Wormerland is de bijdrage over 2019 € 344.416.

Actuele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Actuele ontwikkelingen

Precariobelasting: Per 1 juli 2017 is de wet tot afschaffing van de precariobelasting op nutsnetwerken in werking getreden.

Overgangsregeling: Gemeenten die op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold.

Gemeenten die onder de overgangsregeling vallen, maar na 10 februari 2016 het tarief hebben verhoogd, hebben vanaf 1 juli 2017 hun tarief moeten verlagen naar maximaal het tarief dat gold op 10 februari 2016. Met deze regeling hebben we zowel met de geraamde opbrengsten als de oplegging vanaf 2017 rekening gehouden.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze trendmatig worden verhoogd met de verwachte inflatie. Voor het jaar 2019 is een inflatie van 1,1 % gehanteerd.

Onroerende Zaakbelasting(OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld (de zogenaamde herwaardering). Wormerland hanteert het uitgangspunt dat de gemiddelde waardestijging (of daling), die voortvloeit uit de herwaardering, wordt gecompenseerd door een evenredige tariefsverlaging (of evenredige tariefsverhoging).  Daarmee bereikt de gemeente dat waardemutatie niet leidt tot een wijziging in de totale opbrengst, maar slechts tot individuele verschillen in aanslagen. Dat is het geval als de waarde van een woning meer of juist minder is gestegen dan het Wormerlandse gemiddelde. Dan levert de herwaardering een voordeel of juist een nadeel op voor de eigenaar. De WOZ-waarden voor het belastingjaar 2019 zijn gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2018. 

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimte belasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
Onder de naam “hondenbelasting” heft de gemeente een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. Belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de belasting.

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. Belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen gebruiken we de beschikbare VNG modellen.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de zogenaamde rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2023. De investeringen die hieruit voortvloeien worden, via de kapitaallasten doorberekend in de tarieven.

 

   Rekening 2018 Begroting 2019
Rekening 2019
Baten totaal 1.629 1.696 1.710
Lasten totaal -1.348 -1.476 -1.414
Overhead -119 -149 -149
BTW correctie -168 -183 -126
Voorziening mutaties 3 112 -21
Saldo 0 0 0
Kostendekkendheid 100% 100% 100%

 (bedragen x€1.000)

 

In de rioolrechten mag als last meegenomen worden de btw die gedeclareerd kan worden bij het Btw-compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-btw als de investerings-btw. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de btw die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun rioolheffing.

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%.  De egalisatievoorziening afvalstoffenheffing was begin 2019 nog leeg. In 2019 is er € 109.372 toegevoegd aan de egalisatievoorziening, met de kanttekening dat er nog een afrekening 2019 van de Huisvuilcentrale (HVC) verwacht wordt. Dit betekent dat dit een nog onzekere buffer is  om nadelige verschillen tussen kosten en opbrengsten m.b.t. de afvalstoffenheffing te kunnen compenseren.

 

   Rekening 2018 Begroting 2019
Rekening 2018
Baten totaal 2.312 2.445 2.524
Lasten totaal -2.100 -1.953 -1.968
Overhead -63 -68 -68
BTW correctie  -391 -381 -379
Voorziening mutaties*  0 -43 -109
Saldo -242 0 0
Kostendekkendheid 91% 100% 100%

 (bedragen x€1.000)

 

* Begin 2018 was de voorziening ter dekking leeg en kon er geen gebruik meer worden gemaakt van deze voorziening. Er is in 2017 besloten om de tarieven in 3 jaar weer kostendekkend te maken, 2019 was het laatste jaar. In 2019 is er € 109.372 toegevoegd aan de egalisatievoorziening, met de kanttekening dat de afrekening 2019 van de Huisvuilcentrale (HVC) te laat kwam om te verwerken in 2019. Dit betekent dat dit we nog niets kunnen zeggen over het feit of de afvalstoffenheffing weer kostendekkend is vanaf 2019.

In de afvalstoffenheffing mag als last meegenomen worden de btw die gedeclareerd kan worden bij het Btw-compensatiefonds (BCF), zowel de exploitatie-btw als de investerings-btw. Immers de gemeenten worden gekort op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de btw die gemeenten kunnen declareren bij het BCF. Dit is de wettelijke compensatie die gemeenten kunnen opvoeren in hun afvalstoffenheffing.

Begraafrechten
Deze rechten zijn voor 2019 gewoon met het reguliere inflatiepercentage van 1,1% verhoogd, omdat de kostendekkendheid van 100% nog niet bereikt was.

 

   Rekening 2018 Begroting 2019
Rekening 2019
Baten totaal 167 153 170
Lasten totaal -196 -141 -138
Overhead -59 -107 -107
Saldo -88 -95 -75
Kostendekkendheid 65% 62% %

 (bedragen x€1.000)

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente kan kwijtschelding verlenen aan personen die niet in staat zijn om hum belasting te voldoen. Hiervoor zijn bij wet bepaalde normen aangegeven. Het kwijtscheldingspercentage voor de normbedragen bedraagt 100%. Kwijtschelding wordt verleend voor onroerende zaakbelasting, roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten. Voor het jaar 2018 is € 153.000 uitgegeven aan kwijtscheldingen.

 

  Rekening 2018 Begroting 2019
Rekening 2019
Bezwaar WOZ 155  130 279
Bezwaar overige heffingen 68   80 81
Beroep WOZ 1    - 9
Beroep overige heffingen 1    - 0
Lasten regeling            € 151.000    € 147.000

    € 153.000

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Tevens wordt aangegeven het uiteindelijke totale netto resultaat van de heffingen.

Belastingen/retributies  Rekening 2018 Begroting 2019 (gewijzigd)
Rekening 2019
Belastingen      
OZB woningen 2.127 2.244 2.241
OZB niet-woningen 842 862 883
Roerende woon- en bedrijfsruimten 20 22 19
       
Precariobelasting 272 298 276
Hondenbelasting 80 79 82
Forensenbelasting 18 18 25
Toeristenbelasting 12 13 12
Totaal belastingen 3.371 3.536 3.538
       
Retributies      
Rioolrechten 1.629 1.696 1.710
Afvalstoffenheffing 2.113 2.291 2.276
Begrafenisrechten 167 153 170
Leges omgevingsvergunningen 334 955 1.070
Leges vergunningen 11 11 15
Leges burgerzaken 324 198 222
Leges pontveren 36 31 35
Totaal retributies 4.614 4.776 5.498
       
Kwijtscheldingen -174 -147 -153
Totaal netto-opbrengsten 7.811 8.140 8.883

Bedragen x € 1.000

 

 

Belastingen circeldiagram 2019

 

Retributies circeldiagram 2019

 

 

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2019 worden primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 1,1 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De nieuwe regels voor verslaglegging zijn van invloed op de kostenonderbouwingen van gemeentelijke heffingen. Vanaf 2018 werken we met de modelverordening van de VNG.  De leges zijn onderverdeeld in drie titels;

  • Titel 1:  algemene dienstverlening,
  • Titel 2:  dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
  • Titel 3:  dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn.

Bij de toerekening van kosten is uitgegaan van de aanwezige jurisprudentie. Hierdoor is een 100% kostendekkende legesverordening risicovol. Wanneer nieuwe jurisprudentie tot een wijziging in de toe te rekenen kosten leidt, kan de kostendekkendheid overschreden worden. Door iets onder de 100% te blijven wordt dit risico opgevangen.

Leges onder titel 1 zijn onder meer: verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuursdocumenten, verkeer en vervoer.

Leges onder titel 2 zijn: de omgevingsvergunningen.

Leges onder titel 3 zijn: horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend.

 

Leges: titel 1: algemene dienstverlening

   Rekening 2018 Begroting 2019 (incl. wijz.)
Rekening 2019
Baten totaal 324 242 222
Lasten totaal -915 -890 -836
Overhead -132 -117 -117
Saldo -761 -765 -731
Kostendekkendheid 31% 24% 23%

 (bedragen x€1.000)

 

Leges: titel 2: dienstverlening vallend onder omgevingsvergunning

 
 Rekening 2018 Begroting 2019 (incl. wijz.)
Rekening 2019
Baten totaal 334 955 1.070
Lasten totaal -263 -395 -386
Overhead -108 -243 -243
Saldo -36 -317 -441
Kostendekkendheid 90% 150% 170%

 (bedragen x€1.000)

 

Leges: titel 3: dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn

   Rekening 2018 Begroting 2019 (incl. wijz.)
Rekening 2019
Baten totaal 28 37 31
Lasten totaal -189 -163 -167
Overhead -7 -28 -28
Saldo -168 154 165
Kostendekkendheid 14% 19% 16%

 (bedragen x€1.000)