Vanuit de financiële regelgeving (BBV) is een financieel overzicht per taakveld verplicht. De taakvelden zijn voor alle decentrale overheden gelijk en zijn bedoeld om landelijke vergelijkingen te kunnen maken.
Bijlagen
Taakvelden
Taakvelden begroting
Terug naar navigatie - Taakvelden - Taakvelden begroting| Exploitatie | Begroting 2026 lasten | Begroting 2026 baten | Begroting 2026 saldo | |
|---|---|---|---|---|
| Geen Taakveld | -1.119.718 | 1.119.718 | 0 | |
| 0.1 Bestuur | -1.756.566 | 16.763 | -1.739.803 | |
| 0.10 Mutaties reserves | -513.761 | 1.443.606 | 929.845 | |
| 0.2 Burgerzaken | -1.555.794 | 371.314 | -1.184.480 | |
| 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden | -148.325 | 143.093 | -5.232 | |
| 0.4 Overhead | -5.708.709 | 623.574 | -5.085.135 | |
| 0.5 Treasury | 386.927 | 316.283 | 703.210 | |
| 0.61 OZB woningen | 0 | 3.820.209 | 3.820.209 | |
| 0.62 OZB niet-woningen | 0 | 1.382.177 | 1.382.177 | |
| 0.64 Belastingen overig | -342.302 | 150.725 | -191.577 | |
| 0.7 Algemene uitkeringen en overige uitkeringen gemeentefonds | -111.340 | 33.593.259 | 33.481.919 | |
| 0.8 Overige baten en lasten | 712.056 | 0 | 712.056 | |
| 0.9 Vennootschapsbelasting (VpB) | 0 | 0 | 0 | |
| 1.1 Crisisbeheersing en brandweer | -1.963.207 | 0 | -1.963.207 | |
| 1.2 Openbare orde en veiligheid | -1.016.514 | 41.568 | -974.946 | |
| 2.1 Verkeer en vervoer | -3.990.350 | 123.571 | -3.866.779 | |
| 2.4 Economische havens en waterwegen | -441.204 | 0 | -441.204 | |
| 2.5 Openbaar vervoer | -146.227 | 44.004 | -102.223 | |
| 3.1 Economische ontwikkeling | -36.709 | 0 | -36.709 | |
| 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen | -22.676 | 16.368 | -6.308 | |
| 3.4 Economische promotie | -1.459 | 137.053 | 135.594 | |
| 4.1 Openbaar basisonderwijs | -89.233 | 0 | -89.233 | |
| 4.2 Onderwijshuisvesting | -468.076 | 0 | -468.076 | |
| 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken | -1.401.330 | 482.950 | -918.380 | |
| 5.1 Sportbeleid en activering | -85.206 | 0 | -85.206 | |
| 5.2 Sportaccommodaties | -1.181.410 | 197.390 | -984.020 | |
| 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie | -781.500 | 477.751 | -303.749 | |
| 5.5 Cultureel erfgoed | -90.882 | 22.075 | -68.807 | |
| 5.6 Media | -497.830 | 16.106 | -481.724 | |
| 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie | -1.162.205 | 15.657 | -1.146.548 | |
| 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie | -1.639.287 | 568.949 | -1.070.338 | |
| 6.21 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen WMO | -2.071.406 | 0 | -2.071.406 | |
| 6.22 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd | -1.273.848 | 0 | -1.273.848 | |
| 6.23 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Integraal | -239.938 | 0 | -239.938 | |
| 6.3 Inkomensregelingen | -6.213.168 | 4.461.005 | -1.752.163 | |
| 6.4 WSW en beschut werk | -82.290 | 0 | -82.290 | |
| 6.5 Arbeidsparticipatie | -309.363 | 0 | -309.363 | |
| 6.60 Hulpmiddelen en diensten (WMO) | -549.449 | 5.043 | -544.406 | |
| 6.711 Huishoudelijke hulp (WMO) | -2.564.220 | 116.104 | -2.448.116 | |
| 6.712 Begeleiding (WMO) | -774.393 | 0 | -774.393 | |
| 6.713 Dagbesteding (WMO) | -423.844 | 0 | -423.844 | |
| 6.714 Overige maatwerkarrangementen (WMO) | -22.671 | 0 | -22.671 | |
| 6.751 Jeugdhulp ambulant lokaal | -9.703 | 0 | -9.703 | |
| 6.763 Jeugdhulp met verblijf landelijk | -285.818 | 0 | -285.818 | |
| 6.792 PGB Jeugd | -196.217 | 0 | -196.217 | |
| 6.821 Jeugdbescherming | -697.351 | 0 | -697.351 | |
| 6.91 Co?rdinatie en beleid WMO | -90.427 | 0 | -90.427 | |
| 6.92 Co?rdinatie en beleid Jeugd | -4.206.450 | 0 | -4.206.450 | |
| 7.1 Volksgezondheid | -1.488.333 | 199.659 | -1.288.674 | |
| 7.2 Riolering | -2.313.835 | 2.313.835 | 0 | |
| 7.3 Afval | -3.455.370 | 3.215.370 | -240.000 | |
| 7.4 Milieubeheer | -915.930 | 27.093 | -888.837 | |
| 7.5 Begraafplaatsen en crematoria | -557.910 | 185.276 | -372.634 | |
| 8.1 Ruimte en leefomgeving | -679.057 | 11.938 | -667.119 | |
| 8.3 Wonen en bouwen | -1.795.878 | 256.991 | -1.538.887 | |
| Gerealiseerd resultaat | -56.389.706 | 55.916.477 | -473.229 | |
Begrotingsrichtlijnen 2026
Gemeenten zijn verplicht een begroting en een meerjarenraming voor ten minste drie jaar volgend op het begrotingsjaar op te stellen. Voor het opstellen van de begroting 2026-2029 zijn richtlijnen vastgesteld in de Kadernota 2026.
Beoogd resultaat
Terug naar navigatie - Begrotingsrichtlijnen 2026 - Beoogd resultaatHet beoogde resultaat is om alle taken en activiteiten met betrekking tot de gemeentelijke huishouding op te nemen in de Begroting 2026-2029. Het doel is vervolgens een structureel sluitende meerjarenbegroting vast te stellen.
Richtlijnen
Terug naar navigatie - Begrotingsrichtlijnen 2026 - RichtlijnenVoor het opstellen van de Begroting 2026 hanteren wij de volgende richtlijnen:
Beleid
a. Het uitgangspunt vormt het coalitieakkoord 2022-2026. Het college van B&W werkt deze agenda verder uit aan de hand van de vragen: Welke doelstellingen hebben we? Wat gaan we
doen om deze doelstellingen te bereiken? en Wat kost het?;
b. Raadsbesluiten tot en met de vergadering van juni 2025 inclusief de vermelde posten in het voorjaarsbericht 2025 worden verwerkt in de programmabegroting 2026;
c. Raadsbesluiten van juli tot en met december 2025, met meerjarige (structurele) gevolgen, worden verwerkt in de eerste begrotingswijziging van 2026;
Kostenontwikkeling
d. Er is rekening gehouden met een inflatie van 2,4% voor de zgn. ‘prijzen’ (= ‘inflatie, geharmoniseerde consumentenprijsindex (hicp)’ vlgs opgave CPB- prognose van maart 2025). Dit betreffen de directe uitgaven- en inkomstenbudgetten;
e. Rekening is gehouden met een interne loonkostenstijging van 2,0% (= ‘loonvoet sector overheid’ vlgs opgave CPB-prognose van maart 2025). Dit is ook conform de Begroting 2026 van OVER-gemeenten, waar de loonkosten van de ambtelijke organisatie in zijn opgenomen. Het betreft hier dus alleen de loonkosten van het bestuur van Wormerland. Deze indexatie is noodzakelijk om periodieken, verhoging sociale lasten en pensioenlasten te dekken;
f. Voor de gemeenschappelijke regelingen is eveneens een inflatie van 2,4% gehanteerd. Prijsstijgingen hoger dan dit percentage, zijn slechts opgenomen voor zover daar contracten, bestuurlijke afspraken of andere ‘bewijsstukken’ aan ten grondslag liggen;
g. De begrotingen van de samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen dienen we uiterlijk 31 mei te hebben ontvangen, zodat deze kunnen worden verwerkt in de programmabegroting 2026-2029. Mocht dit niet het geval zijn dan stijgen de lasten voor de Begroting 2026-2029 met de in f voorgestelde stijgingen;
Renteontwikkeling
h. De rekenrente wordt sinds 2022 jaarlijks opnieuw berekend en bij de Kadernota vastgesteld. Dit is opgenomen in de nota ‘waardering vaste activa, afschrijvingen en rente’, welke in december 2020 is vastgesteld. Deze wordt gebruikt voor diverse berekeningen zoals afkoopsommen, contante waarden, maar met name voor de kapitaallasten over investeringen. Voor 2026 is de rekenrente, net als voor de vorige paar jaar 1,5%. Voor het opstellen van de Begroting 2026 wordt daarom een rekenrente van 1,5% gehanteerd.
Overige
i. In de vergaderingen van de samenwerkingsverbanden en gemeenschappelijke regelingen dient ons gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot de loon- en prijsstijgingspercentages en de aanleverdatum van de begrotingen te worden ingebracht;
j. De jaarschijf 2026 van het meerjarenplan (MJP) 2026-2029 wordt vastgesteld bij de Kadernota 2026, voor wat betreft vervangingsinvesteringen, areaaluitbreiding en intensivering bestaand beleid. De consequenties ervan worden direct verwerkt in de programma’s van de Programmabegroting 2026-2029.
Gemeentelijke belastingen en retributies
k. Voor de tarieven gaan wij uit van een stijging gelijk aan het inflatiepercentage, in dit geval van 2,4%. Uitzonderingen op de algemene regel van de toegestane stijging zijn:
* Reisdocumenten / rijbewijzen: de tarieven van de reisdocumenten / rijbewijzen zijn aan een wettelijk maximum gebonden;
* Afvalstoffenheffing / rioolrecht: met betrekking tot deze tarieven geldt, met uitzondering van de bcf-component, een kostendekking van 100%;
* Voor wat betreft de OZB en de RZB geldt dat niet de tarieven, maar de opbrengst stijgt met het genoemde inflatiepercentage. Daarbij komt, sinds de Begroting 2021, dat de korting op de Algemene Uitkering naar aanleiding van de WOZ-waardestijging, bij de geraamde onroerendezaakbelasting opbrengst wordt opgeteld.