Paragraaf Financiering

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Waar gaat deze paragraaf over?

Deze paragraaf geeft duidelijkheid over hoe de financiering van decentrale overheden (zoals gemeenten) werkt. We leggen hier zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uit. De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) zorgt voor duidelijke regels voor de financiering en helpt de kredietwaardigheid van overheidsorganisaties te verbeteren. Deze wet maakt ook de financiering transparanter. De wet introduceert twee belangrijke onderdelen:

-het treasurystatuut
-de financieringsparagraaf.

Het treasurystatuut heeft als doel om de verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk vast te leggen. Hierdoor kan de gemeenteraad beter zijn taak uitvoeren. De financieringsparagraaf geeft inzicht in belangrijke ontwikkelingen en de plannen voor risicobeheer, de financiële situatie, en de leningen.

Op 29 januari 2019 heeft de raad een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut staat hoe het financiële beleid wordt gemaakt, hoe de planning en controle georganiseerd zijn, hoe de uitvoering van financieringsactiviteiten verloopt, en hoe de interne en externe controle is geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Ontwikkelingen

Bij interne ontwikkelingen gaat het onder andere over het afstoten van bedrijfsonderdelen of het oppakken van nieuwe activiteiten. Het komend jaar is van geen van beide sprake. Ten aanzien van de externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de treasuryfunctie, zoals de internationale economische ontwikkeling en de geld- en kapitaalmarkt, laten wij ons primair adviseren door onze ‘huisbankier’ de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Onze adviseurs aldaar volgen de ontwikkelingen nauwlettend en hebben ook de knowhow op dit gebied.

Financieringsbehoefte 2026-2029

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Financieringsbehoefte 2026-2029

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte die wordt veroorzaakt door de doorlopende investeringen per balansdatum 2024, het meerjarenplan 2025-2029 en het inzetten van reserves en voorzieningen. De basis hiervan is de primaire begroting 2026-2029.

Financieringsbehoefte (bedragen x €1.000)  2026 2027 2028 2029
Begrotingssaldo primair -473 41 -297 429
Mutaties reserves en voorzieningen -593 -329 -273 -337
Afschrijvingen 1.919 1.965 2.081 2.126
Investeringen 2026-2029 Meerjarenplan -2.459 -3.430 -1.185 0
Investeringen: reeds beschikbaar gestelde kredieten -1.646 -818 0 0
Aflossingen (huidige) langlopende leningen (netto) -1.117 -1.117 -1.117 -1.117
Aflossingen nieuwe langlopende leningen -0 -150 -300 -375
Totaal
-4.369 -3.838 -1.091 726

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2026-2029 binnen de kaders van de Wet Fido valt.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Leningenportefeuille

Hierbij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen.

 Mutaties leningenportefeuille (bedragen x €1.000)

2025 / 2026

 Stand per 1 januari 2025 (bron: jaarrekening 2024) 17.175
 Aflossingen (regulier) in 2025 -1.023
 Nieuwe leningen 2025 (reeds aangetrokken t/m aug. '25) 3.000
 Nieuwe leningen 2025 (nog aan te trekken t/m dec.'25) 0
 Totaal, stand per 31-12-2025 19.152 
Aflossingen: regulier in 2026 -1.322
 Nieuw aan te trekken leningen 2026 4.500
Stand per 31-12-2026 22.330

Rentevisie en -kosten

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Rentevisie en -kosten

Rentevisie
We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben, zijn we tot een eigen rentevisie gekomen. (Zie ook ‘uitgangspunten treasurybeleid 2026-2029’).

Rentekosten
In de notitie afschrijving en rentebeleid van 2020 zijn ook de rentekosten voor investeringen en eigen financieringsmiddelen opgenomen. Vanaf het jaar 2022 wordt de rekenrente niet meer voor 4 jaar vastgesteld, maar ieder jaar via de Kadernota vastgesteld. De rente voor investeringen en dergelijke is in de uitgangspunten van de Kadernota 2026 ook voor het jaar 2026 vastgesteld op 1,5%.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Risicobeheer

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

 Kasgeldlimiet prognose voor 2026 (bedragen x €1.000)

 Bedragen

 Omvang begroting over 2026 (=grondslag) (primaire begroting) 54.756
 - in procenten van de grondslag 8,5%
 (1) Toegestane kasgeldlimiet 4.654
 (2) Omvang vlottende korte schuld 4.000
 (3) Vlottende middelen: 2.300
       Contante gelden in kas 0
       Tegoeden in rekening courant 300
       Overige uitstaande gelden < 1 jaar 2.000
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3) 1.700
Toegestane kasgeldlimiet (1) 4.654
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4) 2.954

 

 

    Renterisiconorm (bedragen x €1.000) 2026 2027 2028 2029
 1a  Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld) 0 0 0 0
 1b  Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld)  0 0 0 0
 1c  Renteherziening op vaste schuld (1a-1b)  0 0 0 0
           
 2  Betaalde aflossingen reguliere leningen 1.322 1.322 1.323 1.323
 3  Renterisico op vaste schuld (1c)-(2) 0 0 0 0
           
  Berekening renterisiconorm:        
4  Begrotingstotaal (excl. mutaties in reserves) 54.756 55.423 56.550 57.821
5  Normpercentage (ministerieel vastgesteld) 20% 20% 20% 20%
           
   Toets renterisiconorm:        
6  Renterisiconorm (4*5) 10.951 11.085 11.310 11.564
7  Renterisico op vaste schuld (3) 0 0 0 0
  Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7) 10.951 11.085 11.310 11.564

 
In de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt (zie rentevisie).

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft aan de mate waarin een onderneming met eigen middelen (eigen vermogen) is gefinancierd. In het bedrijfsleven is deze ratio van belang om te zien in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar financiële verplichtingen (betalingen) kan voldoen door inzet van haar eigen vermogen. Voor een gemeente is de hoogte van de solvabiliteit van minder belang dan voor een bedrijf. Toch geeft het een aardig inzicht in de vermogensverhoudingen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%.

In volgend schema is de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar (bedragen x €1.000)
Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
 2014  € 18.548  € 21.400  € 39.948  46,43%
 2015 € 21.303 € 20.153 € 41.456  51,38%
 2016 € 20.975 € 19.204 € 40.179  52,20%
 2017 € 21.156 € 19.143 € 40.299  52,50%
2018 € 19.217 € 22.299 € 41.515  46,29%
2019 € 17.980 € 25.771 € 43.751 41,10%
2020 € 16.973 € 27.903 € 44.876  37,82%
2021 € 16.495 € 28.134 € 44.629  36,96%
2022 € 17.427 € 33.120 € 50.547 34,48%
2023 € 20.399  €35.835  €56.234  36,27% 
2024 €26.312  €46.096  €72.408  36,34% 

 

Uitgangspunten treasurybeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Uitgangspunten treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2026 tot en met 2029 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Nieuwe leningen worden aangetrokken voor een looptijd van vijf tot dertig jaar. De looptijd is mede afhankelijk van de dan geldende rentepercentages en de verwachting hiervan naar de toekomst toe. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.