Paragraaf Lokale heffingen

Waar gaat deze paragraaf over?

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Waar gaat deze paragraaf over?

De gemeentelijke heffingen zijn een belangrijke inkomstenbron. Heffingen zijn ongeveer 20% van de totale inkomsten van de gemeente. Gemeentelijke heffing kan je in twee soorten verdelen: retributies en belastingen. In de volgende alinea's zullen we het verschil hiertussen uitleggen. 

Retributies
Bij de retributies is er sprake van een tegenprestatie van de gemeente en mogen de begrote opbrengsten niet hoger zijn dan de begrote kosten voor de uitoefening van de taak. Dit betekent dat de kostendekkendheid niet meer mag zijn dan 100%.

Belastingen
Bij belastingen is er geen directe relatie met een prestatie van de gemeente. Belastingen worden gezien als een algemeen dekkingsmiddel.

Uitvoering uitbesteed aan Cocensus
De gemeente Wormerland heeft de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) en het opleggen van de aanslagen en de invordering van onroerende zaakbelasting (OZB), roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting, forensenbelasting, grafrechten en leges omgevingsvergunningen ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling Cocensus. Ook de afhandeling van de kwijtscheldingsverzoeken en bezwaar- en beroepschriften worden door Cocensus afgehandeld. De bijdrage die de gemeente Wormerland betaalt aan Cocensus voor deze dienstverlening voor 2024 is €390.000.

Actuele ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Actuele ontwikkelingen

Precariobelasting
Op dit moment heft de gemeente Wormerland geen precariobelasting. Er is de raad een toezegging gedaan deze manier van belastingheffing te onderzoeken (raad van nov 2022 bij de vaststelling van de verordeningen en tarievennota 2023). Dit onderzoek is in verband met capaciteitsproblemen uitgesteld maar inmiddels opgestart. Na de zomer 2025 ontvangt de raad de resultaten van dit onderzoek.

Gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Gemeentelijke belastingen

Belastingen hebben een algemeen karakter. Een directe relatie tussen de belasting en de gemaakte kosten van de gemeente is in het algemeen niet aanwezig. Uitgangspunt bij het vaststellen van de belastingtarieven is dat deze jaarlijks worden verhoogd met de verwachte inflatie. Voor het jaar 2024 is een inflatie van 3,2% gehanteerd.

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
De grondslag voor de OZB wordt gevormd door de waarde van het onroerend goed, die jaarlijks wordt vastgesteld. Deze WOZ-waarden voor het belastingjaar 2024 zijn gebaseerd op het prijspeil van het jaar daarvoor, 1 januari 2023. In de gemeente Wormerland betalen alleen de eigenaren van woningen OZB en niet de gebruikers van woningen. Anders is dit bij de niet-woningen, daar worden zowel eigenaar als gebruiker aangeslagen voor onroerende zaakbelasting. Niet-woningen zijn bijvoorbeeld bedrijfspanden of garageboxen.

Wormerland hanteert het uitgangspunt dat de totale opbrengst van de onroerende zaakbelasting gelijk blijft en alleen verhoogd wordt met inflatie en areaaluitbreiding. Echter, naast de gemeente draait er nog een andere partij aan de knoppen, namelijk het Rijk. Een stijgende WOZ-waarde heeft namelijk een negatief effect op de Algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het Rijk gaat ervan uit dat bij een stijging van de WOZ-waarde de inkomsten van de gemeente stijgen door een hogere opbrengst OZB. Om de totale opbrengsten voor de gemeente gelijk te houden is een compensatiestijging van het OZB-tarief noodzakelijk. De gemeente compenseert deze daling in de Algemene uitkering met een OZB-stijging.

Afwijking compensatiestijging in 2023
Vanaf 2023 is de verdeelsleutel over gemeentes drastisch gewijzigd (als gevolg van de herijking gemeentefonds). In deze nieuwe verdeelsleutel heeft de WOZ-waardestijging een groter effect op de algemene uitkering dan tot en met 2022. De prognose van WOZ-stijging betekent dat we ongeveer €220.000 minder algemene uitkering ontvangen vanaf 2023. Als we het bestaand beleid gevolgd zouden hebben zou het OZB-tarief met ongeveer 8% moeten stijgen om dit te compenseren. In het licht van het voordelige effect van de meicirculaire 2022 is gekozen om 2023 de OZB-opbrengst niet te compenseren op deze korting op de Algemene uitkering en is de OZB-opbrengst alleen verhoogd het inflatiepercentage. Deze (incidentele) afwijking op bestaand beleid is bij de begrotingsraad in november 2023 weer gedeeltelijk teruggedraaid n.a.v. het nieuwe financiële zorgelijke perspectief dat het rijk biedt. Vanaf 2024 is besloten tot een extra inhaal-verhoging van de OZB-opbrengst met 2% als gedeeltelijk inhaal van deze gemiste compensatie van 8% in 2023. 

Samenvattend steeg de OZB-opbrengst 2024 met 7,4% (inflatie 2024 3,2% + compensatie daling algemene uitkering door WOZ-stijging 2024: 2,2% + 2% gedeeltelijke inhaal 2023).

Bij individuele aanslagen kan deze stijging verschillen. Die verschillen in individuele aanslagen ontstaan als de waarde van een woning meer of juist minder in waarde is gestegen dan het Wormerlandse gemiddelde. 

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB)
Eigenaren en gebruikers van onroerend goed betalen gemeentelijke belastingen in de vorm van de onroerende zaakbelasting (OZB). Het is wettelijk mogelijk om ook voor eigenaren en gebruikers van roerende woon- en bedrijfsruimten (zoals woonboten en woonwagens) een gelijke belasting in te voeren, te weten de Roerende Woon- en bedrijfsruimtebelasting (RWWB). Om eigenaren en gebruikers van roerend en onroerend goed gelijk te behandelen is het tarief van die belasting gelijk aan het tarief van de OZB.

Hondenbelasting
De gemeente heft een belasting op het houden van honden binnen de gemeente. De belastingplichtige is de houder van de hond. Het aantal honden is bepalend voor de opbrengst van de hondenbelasting.

Gemeentelijke retributies

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Gemeentelijke retributies

Onder de naam retributies heft de gemeente tarieven voor diverse typen van dienstverlening. Bij retributies is sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taakuitoefening. De geraamde opbrengsten mogen niet hoger zijn dan de geraamde kosten voor die taakuitoefening. De belastingplichtige is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend. Geregeld is er landelijk publiciteit over de gemeentelijke tarieven en de verschillen daartussen. Die verschillen ontstaan in de regel als gevolg van de gemaakte beleidskeuzes. Om die beleidskeuzes zo transparant mogelijk vast te leggen gebruiken we de beschikbare VNG-modellen voor als basis voor de gemeentelijke verordeningen.

Rioolheffing
De kosten die de gemeente maakt als uitvloeisel van de watertaken worden op burgers en bedrijven verhaald via de rioolheffing. De kosten die uit die watertaken voortvloeien (op het gebied van afvalwaterinzameling, afvalwatertransport en afvoer van overtollig regen- en grondwater) zijn berekend in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2018-2023 (GRP 2018-2023). De investeringen die hieruit voortvloeien worden, via de kapitaallasten, doorberekend in de tarieven. Zoals in het GRP besloten is, stijgt de rioolheffing jaarlijks met 2% vermeerderd met de inflatie (in 2023 2,2%). Hoewel dit GRP verlopen is, geldt dit plan nog tot dit plan is herzien. Dit zal naar verwachting in 2025 zijn in het WaterRioleringsPlan (WRP).

 Rioolheffing
Rekening 2023

Begroting 2024

Rekening 2024
A Baten totaal 2.053.500 2.139.000 2.160.859
B Lasten totaal 1.942.341 2.003.000 1..456.413
C Toevoeging voorziening (A-B) 111.159 136.000 704.446
D Saldo (A-B-C) 0 0 0
Kostendekkendheid 100% 100% 100%

 

 

 

Afvalstoffenheffing
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een recht geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente op grond van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval heeft. Bij het bepalen van de hoogte van de afvalstoffenheffing wordt rekening gehouden met het feit dat op begrotingsbasis de baten niet hoger mogen zijn dan de lasten. Er wordt gestreefd naar een kostendekkendheid van 100%. Kostendekkendheid wordt nooit precies in één jaar bereikt maar wordt gemeten over jaren heen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een Egalisatievoorziening als bufferfunctie. Sinds eind 2021 is de Egalisatievoorziening leeg. Het tarief afvalstoffenheffing was kostendekkend begroot. De werkelijke saldo op het product Afval in 2024 was echter €472.031 nadelig. De werkelijke inkomsten bleven achter op de verwachting en de lasten waren hoger dan begroot. 

Recycle-tarief
Vanaf 2022 heft de gemeente Wormerland het recycle-tarief voor de afvalstoffenheffing. Hiermee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. Het variabele tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet of hoe vaak men afval aanbiedt in de ondergrondse restafval-container.

 Afvalstoffenheffing Rekening 2023

Begroting 2024
(incl. wijz.)

Rekening 2024
A Baten totaal 2.644.750 2.991.269 2.752.849
B Lasten totaal 2.781.055 3.076.269 3.224.881
C Toevoeging voorziening 0 10.000 0
D Saldo (A-B-C) -136.305 -95.000 -472.032
Kostendekkendheid (A/B)x100 95% 97% 85%

 

 

 

Begraafrechten
Deze rechten zijn voor 2023 met het reguliere inflatiepercentage van 3,2% verhoogd. Bij begraafrechten bereiken we niet de 100% kostendekkendheid.

 Begraafrechten Rekening 2023

Begroting 2024
(incl.wijz.)

Rekening 2024
A Baten totaal 159.604 176.521 159.017
B Lasten totaal 493.766 604.731 585.609
C Saldo (A-B) -334.162 -428.210 -426.591
Kostendekkendheid (A/B)x100 32% 29% 27%

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente kan kwijtschelding verlenen aan personen die niet in staat zijn om hun belasting te voldoen. Hiervoor zijn bij wet bepaalde normen aangegeven. De gemeenteraad kan in afwijking op de wettelijke normen eigen beleid hierop voeren. Jaarlijks wordt bij het vaststellen van het 'Besluit Kwijtscheldingsregels' (Tarievennota) vastgelegd in welke mate de gemeente Wormerland afwijkt van deze wettelijke normen. Alleen een inkomensgrens toetsen is niet voldoende om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor (gedeeltelijke) kwijtschelding. Ook factoren als bezittingen, eigen vermogen en bepaalde uitgaven die iemand heeft spelen mee. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor onroerende zaakbelasting, roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, hondenbelasting, forensenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten.

  Rekening 2023 Begroting 2024
(incl.wijz)

Rekening 2024
Bezwaar WOZ* 946 938 364
Bezwaar overige heffingen 132 98 96
Beroep WOZ 2 0 6
Beroep overige heffingen 0 0 1
Lasten regeling kwijtschelding      € 67.215 €165.112 € 141.352

 

Opbrengsten belastingen en retributies

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Opbrengsten belastingen en retributies

In onderstaande tabel wordt aangegeven welke opbrengsten en retributies er zijn en hoeveel de inkomsten daarvan bedragen. Tevens wordt aangegeven het uiteindelijke totale netto resultaat van de heffingen.

Belastingen/retributies Rekening 2023 Begroting 2024
(incl.wijz)

Rekening 2024
Belastingen      
OZB woningen 2.822.411 3.071.356 2.998.238
OZB niet-woningen 1.028.462 1.081.550 1.043.432
Roerende woon- en bedrijfsruimten 15.946 18.646 16.559
       
Precariobelasting 0 0 0
Hondenbelasting 90.766 95.740 93.071
Forensenbelasting 41.409 32.771 40.000
Toeristenbelasting 50.238 29.928 30.000
Totaal belastingen 4.049.232 4.329.991 4.221.300
       
Retributies      
Rioolrechten 2.053.500 2.139.344 2.160.859
Afvalstoffenheffing 2.489.071 2.804.913 2.601.372
Begrafenisrechten 159.604 176.521 159.017
Leges omgevingsvergunningen 758.352 2.068.843 2.144.891
Leges vergunningen (APV) 27.368 39.604 35.274
Leges burgerzaken 211.605 227.062 359.089
Leges pontveren 76.031 41.967 42.889
Totaal retributies
5.775.531 7.498.254 7.503.391
       
Kwijtscheldingen -136.739 -165.112 -141.352
Totaal netto-opbrengsten 9.688.024 11.663.133 11.583.339

 

Leges

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Leges

Algemeen
De tarieven voor 2024 zijn primair aangepast aan de hand van het inflatiepercentage van 3,2 %, tenzij nader beperkt door wettelijke tariefstellingen.

De leges zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken;

  • Hoofdstuk1:  algemene dienstverlening (verstrekkingen uit de basisregistratie personen, burgerlijke stand, rijbewijzen, reisdocumenten, bestuursdocumenten, verkeer en vervoer),
  • Hoofdstuk 2:  dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning,
  • Hoofdstuk 3:  dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn (horeca, prostitutiebedrijven, evenementenvergoeding en overige vergunningen. Een groot deel hier bestaat uit evenementenvergunningen. Vanwege de maatschappelijke betekenis is dit vaak niet kostendekkend).

Maximaal is 100% kostendekkend toegestaan. In 2024 zijn incidenteel meer dan kostendekkend op Omgevingsvergunningen in verband met grote woningbouwprojecten.