Paragraaf Financiering

Waar gaat het over

Terug naar navigatie - Waar gaat het over

Deze paragraaf geeft duidelijkheid over hoe de financiering van decentrale overheden (zoals gemeenten) werkt. We leggen hier zo duidelijk mogelijk de plannen, feiten en visie over financiering uit. De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) zorgt voor duidelijke regels voor de financiering en helpt de kredietwaardigheid van overheidsorganisaties te verbeteren. Deze wet maakt ook de financiering transparanter. De wet introduceert twee belangrijke onderdelen:

het treasurystatuut
de financieringsparagraaf.

Het treasurystatuut heeft als doel om de verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk vast te leggen. Hierdoor kan de gemeenteraad beter zijn taak uitvoeren. De financieringsparagraaf geeft inzicht in belangrijke ontwikkelingen en de plannen voor risicobeheer, de financiële situatie, en de leningen.

Op 29 januari 2019 heeft de raad een geactualiseerd treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut staat hoe het financiële beleid wordt gemaakt, hoe de planning en controle georganiseerd zijn, hoe de uitvoering van financieringsactiviteiten verloopt, en hoe de interne en externe controle is geregeld.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Bij interne ontwikkelingen gaat het onder andere over het afstoten van bedrijfsonderdelen of het oppakken van nieuwe activiteiten. Het komend jaar is van geen van beide sprake. Ten aanzien van de externe ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de treasuryfunctie, zoals de internationale economische ontwikkeling en de geld- en kapitaalmarkt, laten wij ons primair adviseren door onze ‘huisbankier’ de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Onze adviseurs aldaar volgen de ontwikkelingen nauwlettend en hebben ook de knowhow op dit gebied.

Financieringsbehoefte 2025-2028

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte 2025-2028

De komende jaren verwachten wij een financieringsbehoefte die wordt veroorzaakt door de doorlopende investeringen per balansdatum 2023, het meerjarenplan 2024-2028 en het inzetten van reserves en voorzieningen. De basis hiervan is de primaire begroting 2025-2028, de mutaties van de 1e begrotingswijziging, die tegelijkertijd wordt aangeboden aan de Raad, zijn hier niet in verwerkt.

Financieringsbehoefte (bedragen x €1.000)  2025 2026 2027 2028
Begrotingssaldo primair -3.124 -5.348 -3.966 -3.402
Mutaties reserves en voorzieningen 1.112 1.430 -122 -53
Afschrijvingen 2.631 1.939 1.989 1.907
Investeringen 2025-2028 Meerjarenplan (excl. 'Noodzakelijk' en 'Gewenst' nieuwe posten) -862 -1.747 -65 0
Investeringen: reeds beschikbaar gestelde kredieten -1.649 -1.802 -85 0
Aflossingen (huidige) langlopende leningen (netto) -617 -617 -617 -617
Aflossingen nieuwe langlopende leningen -167 -267 -500 -633
Totaal
-2.676 -6.412 -3.366 -2.798

We volgen de liquiditeiten nauwlettend. De Wet FIDO verplicht gemeenten binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm te blijven. Investeringen en de daaraan verbonden geldleningen hebben gevolgen voor deze renterisiconorm. Onder ‘Risicobeheer’ verwerken we de genoemde financieringsbehoefte in de berekening van de renterisiconorm, zodat we kunnen beoordelen of ons voorgenomen beleid voor 2025-2028 binnen de kaders van de Wet Fido valt.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Hierbij inzicht in de ontwikkeling van de portefeuille van de langlopende leningen.

 Mutaties leningenportefeuille (bedragen x €1.000)

2024 / 2025

 Stand per 1 januari 2024 (bron: jaarrekening 2023) 16.131
 Aflossingen (regulier) in 2024 -956
 Nieuwe leningen 2024 (reeds aangetrokken t/m aug. '24)  0
 Nieuwe leningen 2024 (nog aan te trekken t/m dec.'24) 5.000
 Totaal, stand per 31-12-2024 20.175 
Aflossingen: regulier in 2025 -857
 Nieuw aan te trekken leningen 2025
3.000
Stand per 31-12-2025 22.318

Rentevisie en -kosten

Terug naar navigatie - Rentevisie en -kosten

Rentevisie
We baseren ons op verwachte ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. De grote algemene banken en de banken voor de publieke sector (onder andere onze ‘huisbank’ BNG) houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Met inachtneming van de zogenaamde ‘prudente’ houding die een gemeente ten aanzien van beleggingen en leningen dient te hebben, zijn we tot een eigen rentevisie gekomen. (Zie ook ‘uitgangspunten treasurybeleid 2025-2028’).

Rentekosten
In de notitie afschrijving en rentebeleid van 2020 zijn ook de rentekosten voor investeringen en eigen financieringsmiddelen opgenomen. Vanaf het jaar 2022 wordt de rekenrente niet meer voor 4 jaar vastgesteld, maar ieder jaar via de Kadernota vastgesteld. De rente voor investeringen en dergelijke is in de uitgangspunten van de Kadernota 2025 ook voor het jaar 2025 vastgesteld op 1,5%.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

De Wet FIDO verplicht de kasgeldlimiet en de renterisiconorm in beeld te brengen. De provincie gebruikt deze bij het uitoefenen van haar toezichthoudende functie. De kasgeldlimiet betreft het renterisico van de vlottende schuld. De renterisiconorm betreft het renterisico van de langlopende schuld.

 Kasgeldlimiet prognose voor 2025 (bedragen x €1.000)

 Bedragen

 Omvang begroting over 2025 (=grondslag) (primaire begroting) 52.936
 - in procenten van de grondslag 8,5%
 (1) Toegestane kasgeldlimiet 4.500
 (2) Omvang vlottende korte schuld 4.051
 (3) Vlottende middelen: 1.300
       Contante gelden in kas 0
       Tegoeden in rekening courant 300
       Overige uitstaande gelden < 1 jaar 1.000
Toets kasgeldlimiet:  
(4) Totaal netto vlottende schuld (2)-(3) -2.751
Toegestane kasgeldlimiet (1) 4.500
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-):  (1)-(4) 7.251

 

 

    Renterisiconorm (bedragen x €1.000) 2025 2026 2027 2028
 1a  Renteherziening op vaste schuld o/g (opgenomen geld) 0 0 0 0
 1b  Renteherziening op vaste schuld u/g (uitgegeven geld)  0 0 0 0
 1c  Renteherziening op vaste schuld (1a-1b)  0 0 0 0
           
 2  Betaalde aflossingen reguliere leningen 857 822 822 823
 3  Renterisico op vaste schuld (1c)-(2) 0 0 0 0
           
  Berekening renterisiconorm:        
4  Begrotingstotaal (excl. mutaties in reserves) 52.936 52.953 54.298 55.252
5  Normpercentage (ministerieel vastgesteld) 20% 20% 20% 20%
           
   Toets renterisiconorm:        
6  Renterisiconorm (4*5) 10.587 10.591 10.860 11.050
7  Renterisico op vaste schuld (3) 0 0 0 0
  Ruimte (+) / Overschrijding (-):  (6)-(7) 10.587
10.591 10.860 11.050

 
In de renterisiconorm wordt rekening gehouden met de renterisico’s die gemeenten lopen over nieuw af te sluiten leningen ter vervanging van afgeloste leningen. De renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt zorgen ervoor dat de gemeente een ogenschijnlijk gering risico loopt (zie rentevisie).

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft aan de mate waarin een onderneming met eigen middelen (eigen vermogen) is gefinancierd. In het bedrijfsleven is deze ratio van belang om te zien in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar financiële verplichtingen (betalingen) kan voldoen door inzet van haar eigen vermogen. Voor een gemeente is de hoogte van de solvabiliteit van minder belang dan voor een bedrijf. Toch geeft het een aardig inzicht in de vermogensverhoudingen.

Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente. Afhankelijk van de directe opbrengstwaarde van de activa ligt de minimumnorm voor het bedrijfsleven op een waarde tussen de 25% en 40%. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen x 100%.

In volgend schema is de solvabiliteit berekend op basis van de vastgestelde jaarrekeningen.

Jaar (bedragen x €1.000)
Eigen vermogen Vreemd vermogen Totaal vermogen Solvabiliteit
 2013  € 18.974  € 22.188  € 41.162  46,10%
 2014  € 18.548  € 21.400  € 39.948  46,43%
 2015 € 21.303 € 20.153 € 41.456  51,38%
 2016 € 20.975 € 19.204 € 40.179  52,20%
 2017 € 21.156 € 19.143 € 40.299  52,50%
2018 € 19.217 € 22.299 € 41.515  46,29%
2019 € 17.980 € 25.771 € 43.751 41,10%
2020 € 16.973 € 27.903 € 44.876  37,82%
2021 € 16.495 € 28.134 € 44.629  36,96%
2022 € 17.427 € 33.120 € 50.547 34,48%
2023 € 20.399  €35.835  €56.234  36,27% 

 

Uitgangspunten treasurybeleid

Terug naar navigatie - Uitgangspunten treasurybeleid

Het uitgangspunt voor de treasury-activiteiten voor de jaren 2024 tot en met 2027 is dat we de bedragen en looptijden van aan te trekken langlopende leningen afstemmen op het renterisico dat de gemeente loopt. De zogenaamde renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Nieuwe leningen worden aangetrokken voor een looptijd van vijf tot dertig jaar. De looptijd is mede afhankelijk van de dan geldende rentepercentages en de verwachting hiervan naar de toekomst toe. De structurele vermogensbehoefte wordt structureel gefinancierd.