Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Wormerland vindt het belangrijk om risico's goed te beheren. Zo zorgen we ervoor dat problemen geen invloed hebben op ons werk. Dit is een onderdeel van het proces om risico's te beheren. We laten hiermee zien hoeveel geld de gemeente achter de hand heeft voor onverwachte uitgaven.
We beschrijven kort ons beleid voor risicomanagement. Verder geven we een overzicht van de risico’s die we zien, hoeveel geld we hebben om deze risico’s op te vangen en hoe in welke mate we in staat zijn onze risico’s op te vangen. 

Risicomanagementbeleid

Terug naar navigatie - Risicomanagementbeleid

Het beleid over hoe we met risico's omgaan, staat in het document 'Beleidskader Risicomanagement en Weerstandsvermogen Wormerland'. Dit beleid is op 19 december 2023 vastgesteld door de gemeenteraad van Wormerland (RV-nummer: 2023/61).
Risicomanagement is een vast onderdeel van onze planning en controle, zowel voor de gemeenteraad, het college van B&W als voor het management. Een goede aanpak van risicomanagement begint bij duidelijke doelen voor projecten en programma's. Het is belangrijk dat iedereen, zowel bestuurders als managers, zich ervan bewust is dat risicomanagement een normaal onderdeel is van het besturen en managen van de gemeente.

Dit betekent dat we voortdurend risico's in kaart brengen, inschatten en maatregelen nemen om ze te beheersen. Het risicoprofiel van de gemeente verandert steeds. Er kunnen nieuwe risico's ontstaan, en bestaande risico's kunnen kleiner worden of verdwijnen.

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

In dit gedeelte laten we zien hoe we het weerstandsvermogen van Wormerland berekenen. We vergelijken de benodigde weerstandscapaciteit, zoals vastgesteld bij de risico-inventarisatie, met de beschikbare weerstandscapaciteit. Het resultaat van deze vergelijking laat ons zien wat het weerstandsvermogen is.

Beoordeling ratio weerstandsvermogen
De ratio kan worden beoordeeld met behulp van de onderstaande tabel (weerstandsnorm).

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,50. 

De verwachtte beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per ultimo 2025, in totaal €4.206.214.
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit €2.671.446 dan is de ratio voor Wormerland 1,57 wat betekent dat de weerstandscapaciteit ruim voldoende is.

 

In onderstaande grafiek is het verloop van de ratio weergegeven.

 

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

Met het risicoprofiel van Wormerland kunnen we bepalen hoeveel geld nodig is om alle risico’s te kunnen financieren.

Berekening van de benodigde weerstandscapaciteit verslagjaar 2025
Het totaalbedrag van eventueel zich voordoende risico’s bedraagt €2.671.446. De benodigde (berekende) weerstandscapaciteit per 31 december 2025 bedraagt €4.206.579.

Berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit verslagjaar 2025
De grootte van de algemene reserve wordt bepaald op basis van de stand van de Algemene Reserve, zoals vermeld in de goedgekeurde jaarrekening 2023.

 

Het verwachte verloop van de Algemene Reserve  is als volgt:

 

In het beleidskader is vastgelegd dat de ratio minimaal 1,0 moet bedragen (waarderingscijfer C zijnde voldoende) waarbij we ons richten op 1,5.

De beschikbare weerstandscapaciteit (prognose) bedraagt per eind 2025 €4.206.579.
Als we de beschikbare weerstandscapaciteit afzetten tegen de benodigde (berekende) weerstandscapaciteit van €2.671.446 dan is de ratio voor Wormerland 1,57 wat betekent dat de weerstandscapaciteit ruim voldoende is. 

Project Duurzaam Begrotingsevenwicht
In de begrotingsraad van november 2024 wordt naast de Begroting 2025 ook een eerste begrotingswijziging 2025 aan de raad aangeboden. In deze eerste begrotingswijziging zitten voorstellen die van invloed zijn op bovengenoemd weerstandsratio.

Wat is weerstandsvermogen?

Terug naar navigatie - Wat is weerstandsvermogen?

Risicomanagement en het weerstandsvermogen horen bij elkaar. Het doel van het weerstandsvermogen is dat er geld opzij is gezet om financiële problemen op te vangen als risico's werkelijkheid worden. Kortom, weerstandsvermogen is het geld dat we nodig hebben om risico’s te kunnen betalen.


Het weerstandsvermogen kan worden weergegeven als een weegschaal:

 

Risico inventarisatie en risicokaart
We hebben de risico's op een gestructureerde manier in kaart gebracht en beoordeeld. In totaal zijn er 17 risico's geïdentificeerd. 

Om beter te begrijpen hoe de risico’s verdeeld zijn op basis van kans en impact, gebruiken we een risicokaart (zie hieronder). De nummers op de kaart laten zien hoeveel risico’s er in elk vakje van de risicokaart zitten. Zo wordt duidelijk hoe de risico’s verdeeld zijn over het groene, oranje en rode gebied.

 

 

Een risicoscore in het groene gebied is geen direct gevaar voor het voortbestaan van de organisatie. Risico’s in het oranje gebied verdienen wel aandacht. Ze vormen op zichzelf nog geen groot gevaar, maar na verloop van tijd kunnen ze wel een bedreiging worden. Een risico in het rode gebied vereist directe actie om te voorkomen dat het voortbestaan van de organisatie in gevaar komt.

Niet-financiële risico's

Terug naar navigatie - Niet-financiële risico's

In totaal zijn er voor de gemeente 17 risico's geïdentificeerd en gekwantificeerd met een risicobedrag van €2.671.446. Van de 17 risico's zijn er 7 ook als niet-financieel beoordeeld. 

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) worden deze onderstaande financiële getallen opgenomen. Deze moeten meer zicht geven over de financiële positie en de vergelijkbaarheid daarvan met andere gemeenten.

Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

Netto schuldquote (bedragen x € 1.000)  Rekening
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Begroting
2028
A Vaste schulden 16.137 26.175 22.152 28.063 30.741 32.918
B Netto vlottende schulden 4.861 300 4.051 1.564 500 500
C Overlopende passiva 5.416 1.000 3.000 2.000 500 500
D Financiële activa (alleen uitzettingen (=Revolving fund)) 1.373 4.226 3.944 3.712 3.479 3.246
E Uitzettingen < 1 jaar 16.834 1.500 1.000 2.000 3.511 5.000
F Liquide middelen 210 300 300 300 300 300
G Overlopende activa 2.105 1.881 1.000 2.000 4.000 7.020
H Totale baten (excl. mut. reserves) 48.886 48.707 50.495 48.648 49.838 51.087
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/Hx100%  12% 40% 45% 49% 41% 36%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
 Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de hierboven genoemde netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. In dat geval hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).

Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)  Rekening
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Begroting
2028
A Vaste schulden 16.137 26.175 22.152 28.063 30.741 32.918
B Netto vlottende schulden 4.861 300 4.051 1.564 500 500
C Overlopende passiva 6.862 1.000 3.000 2.000 500 500
D Financiële activa (excl. kap. vertrekkingen deelnemingen) 3.673 803 3.140 2.909 2.676 2.443
E Uitzettingen < 1 jaar 16.834 1.500 1.000 2.000 3.511 5.000
F Liquide middelen 210 300 300 300 300 300
G Overlopende activa 2.105 1.881 1.000 2.000 4.000 7.020
H Totale baten (excl. mut. reserves) 52.701 48.707 50.495 48.648 49.838 51.087
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/Hx100%  7% 47% 52%
55% 46% 41%

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan het Eigen Vermogen als percentage van het Totale Vermogen.
Hoe hoger de solvabiliteit, hoe beter de financieringspositie van de gemeente.

Solvabiliteitsratio  (bedragen x € 1.000)  Rekening
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Begroting
2028
A Eigen vermogen 20.399 19.931 19.749 18.568 19.455 19.255
B Balanstotaal 56.234 56.438 58.101 59.732 61.106 63.475
Solvabiliteit (A/B) x100%  36% 35% 34% 31% 32% 30%

Kengetal grondexploitatie
Grondexploitatie kan een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.
Zoals uit onderstaand staatje blijkt, is er in Wormerland geen sprake meer van boekwaarden van grondexploitaties. De kengetallen zijn vanaf 2016 dan ook 0%.

Kengetallen grondexploitatie (bedragen x € 1.000)  Rekening
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Begroting
2028
A Niet in exploitatie genomen bouwgronden  0 0 0 0 0 0
B Bouwgronden in exploitatie  0   0 0 0 0 0
C Totale baten (exclusief mutaties reserves)  52.701 48.707 50.495 48.648 49.838 51.087
Grondexploitatie (A+B)/C x 100%  0%  0%  0%
0% 0% 0%

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

Structurele exploitatieruimte
 Rekening
2023
Begroting
2024 (primair)
Begroting
2025
Begroting
2026
Begroting
2027
Begroting
2028
PROGRAMMA 1 T/M 6
           
LASTEN            
A Lasten structureel Programma 1 t/m 6 (C-B) 48.349.650 47.507.035 51.720.965 52.976.172 54.277.911 55.252.197
B Lasten incidenteel Programma 1 t/m 6* 96.718 51.600 1.214.663 -22.804 20.500 0
C Lasten totaal Programma  1 t/m 6 48.446.368 47.558.635 52.935.628 52.953.368 54.298.411 55.252.197
BATEN            
D Baten structureel Programma 1 t/m 6 (F-E) 48.847.336 48.706.968 49.865.347 48.621.885 49.817.594 51.086.716
E Baten incidenteel Programma 1 t/m 6* 3.854.050 0 629.999 26.458 20.500 0
F Baten totaal Programma  1 t/m 6 52.701.386 48.706.968 50.495.346 48.648.343 49.838.094 51.086.716
MUTATIES IN RESERVES
           
TOEVOEGINGEN            
G Structurele toevoegingen aan reserves* 0 0 0 0 0 0
H Incidentele toevoegingenreserves (I-G) 5.593.782 7.709.331 1.384.409 1.784.275 252.184 252.184
I Totale toevoegingen reserves
5.593.782 7.709.331 1.384.409 1.784.275 252.184 252.184
ONTTREKKINGEN            
J Structurele onttrekkingen reserves 27.201 366.026 366.026 366.026 366.026 366.026
K Incidentele onttrekkingen reserves (L-J) 3.936.594 4.043.029 335.030 375.452 380.900 330.900
L Totale onttrekkingen reserves
3.963.795
4.049.055 701.056 741.478 746.926 696.926
Berekening structurele exploitatieruimte
M Structurele mutaties  (D-A)+(J-G) 524.887   1.565.959 -1.489.592 -3.988.261 -4.094.291  -3.799.455
N Totale baten (excl. mutaties reserves) 52.701.386 48.706.968 50.495.346 48.648.343 49.838.094 51.086.716
 Structurele exploitatieruimte (M/N)x100%
    1%  3% -3% -8% -8% -7%

* Zie voor de specificatie van de incidentele posten en structurele onttrekkingen aan reserves de tabellen in de Paragraaf Financiële positie (structureel begrotingsevenwicht) in deze begroting.

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde van het jaar daarvoor en dit uit te drukken in een percentage.

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
 Rekening
2023
Begroting
2024
Begroting
2025
Begroting
2026 
 Begroting
2027
Begroting
2028 
A OZB-lasten gezin bij gem. WOZ-waarde 392 491 573 588 602 617
B Rioolheffing gezin  262 276 289 296 304 311
C Afvalstoffenheffing voor een gezin *  336 369 372 381 391 401
D Evt. heffingskorting  - - - - - -
E Totale woonlasten gezin bij gem. WOZ-waarde 990 1.136 1.234 1.265 1.297 1.329
F Woonlasten landelijk gem. gezin t-1** 905 942 n.b. n.b. n.b. n.b.
Woonlasten t.o.v. landelijk gem. jaar ervoor (E/F) x 100%  104% 121% n.b. n.b. n.b. n.b

* Vanaf 2022 geldt het variabele afvalstoffenheffingstarief. Het tarief is afhankelijk van hoe vaak de restafvalbak aan de weg wordt gezet in combinatie met het formaat van de bak (laagbouw) of hoe vaak men afval aanbiedt in de (ondergrondse) container voor restafval (hoogbouw). Daarmee hebben inwoners invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. In de begroting wordt de benodigde opbrengst bepaald naar aanleiding van de prognose van de werkelijke kosten. Het streven is een kostendekkend tarief. In de Tarievennota welke jaarlijks op de raadsagenda staat in december, volgt besluitvorming over de geldende tarieven voor het komende jaar. Voor het begrotingsjaar 2025 zijn de tarieven dus nog niet definitief.

** de bron coelo geeft het jaar 2023 als meest recente landelijke gegevens (geraadpleegde bron: https://coelo.nl/atlas-lokale-lasten-2024 en waarstaatjegemeente.nl). In de kolom 2024 wordt bij 'Woonlasten landelijk gem. gezin t-1' de lasten van 2023 (t-1) vermeld (€ 942).